Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Interview Klaas Knot met Trouw

DNB in de media

Gepubliceerd: 30 december 2021

Klaas Knot

Interview met Klaas Knot, door Dirk Waterval. Gepubliceerd op 30 december 2021.

'Corona brengt Europa weer dichter bij elkaar'

Dirk Waterval/Trouw

Aan DNB-president Knot de ondankbare taak om te fors stijgende inflatie te beteugelen zonder Europa daarmee in een nieuwe recessie te storten. 'Je kunt niet ontkennen dat extreem monetair beleid de sociale cohesie in de maatschappij heeft aangetast.'

Zeven jaar lang. Zeven jaar lang heeft Klaas Knot samen met zijn collega's binnen de Europese Centrale Bank (ECB) een 'vergeefse regendans uitgeoefend', verzucht hij, om zo de chronisch lage inflatie wat omhoog te tillen.

Met behoorlijk onorthodox beleid: het massaal opkopen van staatsschuld in de eurolanden, in de hoop zo de economie en daarmee de inflatie aan te jagen. Beleid zo ongekend dat een vorige generatie centrale bankiers waarschijnlijk in lachen was uitgebarsten bij alleen al het idee ervan - absurd. En dan waren de resultaten ondertussen ook niet bepaald denderend, de regendans werd voortgezet.

En dan komt er één virus. Eén virus dat via lockdowns fabrieken in Azië platlegt, het internationale goederenvervoer ontregelt, zo vraag en aanbod uit balans brengt en voilà: recordinflatie. Maar liefst 4,9 procent in november. Veel hoger dan het Europese streefcijfer van 2 procent.

Knot is een grote man met een lage stem, die vrolijk lijkt te worden van het beantwoorden van inhoudelijke vragen over dit soort problemen. Tijdens het luisteren naar die vragen lepelt de president van De Nederlandsche Bank vrij driftig een beker tropisch fruit weg in zijn kantoor met uitzicht op de Amstel.

Het probleem mag duidelijk zijn: hoe krijgt hij de inflatie weer in een ordentelijk tempo omlaag, samen met zijn medebestuursleden van de ECB? Het antwoord lijkt duidelijk - stoppen met het opkopen van staatsschuld en daarna de beleidsrente verhogen, waardoor lenen voor iedereen weer duurder wordt. Maar beide maatregelen mogen niet te snel komen. "Financiële markten hebben een pesthekel aan onvoorspelbaar en schoksgewijs beleid van centrale banken", zegt Knot.

Verhoogt de ECB haar beleidsrente net í­ets te snel, dan kunnen beleggers zo erg schrikken dat zij op hun beurt ineens veel hogere rentes rekenen voor het uitlenen van geld aan overheden. Dan heb je zo weer een staatsschuldencrisis te pakken zoals in 2011, waarin Griekenland op het randje van faillissement balanceerde. En hogere rentes op de kapitaalmarkten raken niet alleen overheden. Aandelenbeurzen kunnen crashen, en de huizenmarkt kan instorten door een plots hogere hypotheekrente.

Een zeer wankel evenwicht, waarbij de centrale bank volgens Knot niet voorspelbaar genoeg kan zijn. Dus maakte de ECB op donderdag 16 december vast bekend haar maandelijks op te kopen staatsschuld terug te schroeven van 80 miljard euro nu, naar een maandelijkse 20 miljard in oktober 2022.

Maar ja, dan zijn er weer economen en analisten die zich afvragen of dat wel snel genoeg gaat. Eenmaal uit de klauwen gelopen inflatie krijg je maar moeilijk weer in de fles.

En daar komt sinds kort nog een nieuwe vrees bovenop. Het weekend na het besluit van de ECB ging Nederland opnieuw op slot. Overal ter wereld zijn nieuwe lockdowns door omikron. Zullen die komend jaar niet leiden tot nieuwe toeleveringsproblemen, tekorten, en dus tot nog weer extra inflatie?

"Ik zou zeggen dat nieuwe virusvarianten de huidige problemen inderdaad eerder doen toenemen dan dat ze de inflatie zullen afremmen. De vraag naar producten en diensten blijft immers voor een groot deel overeind terwijl er problemen in de aanbodkant zijn. Dan kun je meer inflatie krijgen. Toch acht ik het vrijwel zeker dat de prijsstijgingen volgend jaar zullen afnemen. Veel onderliggende factoren in Europa zijn echt tijdelijk, zoals de eenmalige Duitse btw-verhoging van afgelopen januari. Die zal vanaf volgende maand niet meer meespelen in het inflatiecijfer. Ook de energieprijzen, zoals van gas en olie, moeten wel heel hard blijven stijgen willen ze de inflatie ook volgend jaar nog zo blijven opdrijven.

"Wel kijk ik iets anders tegen de zaken aan dan sommige anderen in Frankfurt (verwijzend naar degenen die ramingen maken binnen de ECB, red.). De centrale bank publiceerde half december een raming waarin de inflatie na eind volgend jaar weer uitkomt op 1,8 procent. Persoonlijk acht ik de kans net zo groot dat we bóven de 2 procent blijven steken. Niet ver boven de 2 procent, maar toch."

Heeft u die eigen raming voor of na dat weekend met de nieuwe omikron- lockdowns gemaakt?

"Daarvoor. Het was mijn inbreng op de ECB-vergadering van 16 december."

Dus die inflatieverwachting kan ook nog hoger uitvallen door omikron?

"Dat kan inderdaad, maar voorlopig ga ik er toch vanuit dat omikron weinig effect heeft op de inflatie. En komen we wel hoger uit? Dan zullen we de uittocht uit dit ruime monetaire beleid moeten versnellen. Alle wissels liggen sowieso al klaar om het resterende opkoopprogramma eind volgend jaar te beëindigen. En als die afbouw afgerond is, kan de beleidsrente begin 2023 omhoog."

Denkt u dat uw collega's in Frankfurt ook zo'n tijdspad in hun hoofd hebben?

"Dat zal moeten blijken, maar ik denk van wel. Veel hangt af van hoe de economie zich volgend jaar zal ontwikkelen - een jaar is heel lang."

U staat erom bekend dat u af en toe afstand neemt van het algemene ECB-geluid, erg uitzonderlijk in uw kringen. Bijvoorbeeld via een eigen persbericht waarin u ingaat tegen een maatregel van de ECB. Heeft u het gevoel dat dit soort acties effectief zijn?

"Wat ik tegen de krant zeg op zo'n moment zijn dingen die ik ook binnenskamers tegen het ECB-bestuur zeg. En ik geloof dat het mijn geloofwaardigheid ten goede komt als ik geen toneelspelletjes speel als ik met de pers praat. Dus ik weet niet wat u bedoelt met 'is het effectief?'.

Met effectief bedoel ik: als u dit soort uitspraken doet, geeft u financiële markten eigenlijk een seintje. Zo van: 'er zijn binnen de ECB ook andere geluiden over inflatie', waardoor beleggers daar vervolgens misschien naar gaan handelen. Zo zou u collega's in Frankfurt onder druk kunnen zetten om iets meer met u mee te bewegen.

"Het is geen strategie om via de markt collega's onder druk te zetten. Maar het is wel bedoeld om de buitenwereld te laten weten dat er meer meningen over inflatie zijn dan de ECB als geheel naar buiten draagt. Juist in een bestuur van 25 mensen heeft het geen zin om te ontkennen dat er een diversiteit van opvattingen is. Dat ontkennen zou absurd zijn.

"En ik wil ook breder laten zien dat we niet blind en doof zijn voor opvattingen van buiten de centrale bank. Het afgelopen decennium hebben we redelijk extreem monetair beleid gevoerd met die opkoopprogramma's en lage rentestanden. Je kunt niet ontkennen dat dit de sociale cohesie in de maatschappij heeft aangetast."

Wat bedoelt u met dat laatste?

"Kijk, monetair beleid zorgt altijd voor verdeling. Een renteverhoging is altijd goed voor spaarders, slecht voor leners. Bij renteverlaging werkt het net andersom. Maar extréém beleid, zoals dat in de afgelopen zeven jaar, heeft extremere verdelingseffecten. Voor zover wij binnen de ECB zelf hebben bijgedragen aan de lage rentestanden, hebben we bijgedragen aan de tweedeling op de woningmarkt. Dus aan het feit dat veelal jonge mensen geen huis kunnen betalen omdat de prijzen door de lage rentestanden zo zijn gestegen.

"Maar ook aan de generatieconflicten in de pensioenwereld, jong staat daar nu tegenover oud (vanwege de onhoudbare financiële situatie waar veel pensioenfondsen door de lage rente in verkeren, red.).

"Extreem stimulerend beleid werkt via het omhoogjagen van de prijzen van bezit, zoals aandelen of vastgoed. En wie heeft dat bezit vooral in handen? Dat zijn mensen aan de bovenkant van de samenleving. Zo krijg je vermogensongelijkheid. Ik wens dus duidelijk te maken dat ik oog heb voor dit soort consequenties van ons beleid."

Knot, een economisch zwaargewicht met wereld aanzien, wordt één keer fel tijdens het gesprek. Dat gebeurt als de toekomst van de euro op tafel komt. Die vond zijn oorsprong deze maand dertig jaar geleden in het Verdrag van Maastricht, toen de spelregels voor de muntunie op papier werden gezet.

Er zijn economen die zeggen dat de euro in haar huidige vorm zo niet werkt, dat Europa daar niet zo mee moet blijven aanmodderen. Dat je moet kiezen. Óf je doet het echt goed door één economie te maken van de eurozone, met een federale superregering in Brussel. Óf we moeten maar gewoon stoppen met het hele idee van één munt voor 19 behoorlijk verschillende landen.

Dat is wellicht provocerend bedoeld van die economen, maar er zit wel een gedachte achter. De euro, zegt ook Knot, werkt scheefgroei in de hand tussen Noord- en Zuid-Europa.

Noordelijke lidstaten hebben een wat productievere economie, wat hen in staat stelt om veel producten te exporteren naar het buitenland. Om daarmee te concurreren konden centrale banken in zuidelijke landen vroeger altijd hun eigen munt, zoals de Italiaanse lire of de Griekse drachme, in waarde laten dalen ten opzichte van die noordelijke landen.

Met een eigen munt die minder waard is werd het voor buitenlandse importeurs vanzelf goedkoper om Italiaanse of Griekse spullen af te nemen en zo steeg de export weer. Dat hield alles in balans in Europa.7

Maar met één en dezelfde valuta voor heel de eurozone valt er niet meer aan die wisselkoersknop te draaien. En dus hinkelen zuidelijke landen als Italië en Griekenland achter de rest aan in Europa, gebukt onder een munt die eigenlijk te sterk is voor hun economie.

Terwijl landen als Nederland en Duitsland juist automatisch profiteren van de euro. Ten opzichte van hun vroegere munten, de gulden en de Duitse mark, is de euro juist zwakker. Zonder een nieuwe aanpak duwt de euro noord en zuid zo verder uit elkaar, luidt de kritiek.

Moeten we de pleister er niet gewoon aftrekken en een besluit nemen? Of naar één grote economie gaan, of afstappen van de euro?

Voor heel even verdwijnt de vriendelijke blik. "De pleister eraf trekken is echt een misleidend beeld. Dat suggereert dat het uittreden uit de euro één minuutje pijn doet. Uittreden uit de muntunie zou desastreus zijn, voor welk land dan ook. Het zou meteen de bodem wegslaan onder het vertrouwen in dat land, de eigen munt van dat land zou direct devalueren. Dat betekent dan weer dat alle schulden in euro's gelijk in één klap onhoudbaar zijn. Eén grote tsunami aan faillissementen. Met andere woorden: over een uittrede kun je niet licht genoeg doen, het is echt misleidend om dat het aftrekken van een pleister te noemen.

"Ik ben ervoor om het te laten zoals hoe het nu is, maar we moeten wel blijven werken aan onze muntunie. De zuidelijke landen zullen zich moeten blijven inspannen om hun economie productiever maken, maar ook juist wij in het noorden moeten aan de slag.

"Ik vind bijvoorbeeld nog steeds dat de lonen hier zijn achtergebleven bij de economische groei de afgelopen jaren. Met hogere lonen krijgen consumenten in het noorden meer koopkracht, waarmee ze meer spullen uit Zuid-Europese landen kunnen kopen. Ook op de woningmarkt heb ik al meerdere keren om hervormingen gevraagd (zoals het verdwijnen van de hypotheekrenteaftrek, zodat de huizenprijzen minder hard zullen stijgen en mensen daardoor uiteindelijk minder kwijt zijn aan hypotheeklasten, red.).

"Dat soort veranderingen ligt politiek natuurlijk moeilijk en gevoelig, dat begrijp ik. Maar de hervormingen in Zuid-Europa liggen ook moeilijk en gevoelig en we vragen van die landen ook dat ze zich aanpassen.

"Tijdens een crisis zoals vorig jaar heb je misschien meer nodig om elkaar als landen te helpen. Goed voorbeeld is het Europees Herstelfonds, waarin lidstaten gezamenlijk obligaties uitgeven. Iedereen weet dat er uit dat fonds meer geld naar het zuiden vloeit dan naar het noorden. Het noorden kan publieke investeringen tijdens de coronacrisis namelijk zelf wel betalen, het zuiden helaas niet helemaal.

"En ja, dat is een vorm van solidariteit, maar wel met welbegrepen eigenbelang. Want zonder de afzetmarkt in Zuid-Europa zou Noord-Europa niet dezelfde mate van welvaart kennen als het nu heeft."

Ondanks dat 'welbegrepen eigenbelang' is er nooit veel animo voor die solidariteit geweest in het noorden.

"De kosten hiervan zijn heel direct en tastbaar. We gaan gezamenlijk lenen, en dan gaat er vervolgens meer geld naar Zuid-Europa. Dan denk je als noorden allicht van 'hè verdorie, iemand anders krijgt iets meer dan ik'. Maar de baten daarvan nemen wij voor lief, die benoemen we veel te weinig. Nederland profiteert van alle lidstaten zo'n beetje het meest van de interne markt in Europa. Elk jaar halen wij daar tot wel 10 procent van onze nationaal inkomen uit. Wij zijn dat als een soort verworven recht gaan zien."

Het aanstaande kabinet lijkt wel iets anders te denken over Europa. Het coalitieakkoord rept van 'constructief' praten over andere begrotingsregels en Europabrede belastingen op onder meer klimaatzaken. Ook Duitsland heeft net een nieuwe regering die wat Europeser gezind lijkt. Voelt u een nieuwe wind waaien?

"In zekere zin wel ja. Ik denk dat we tijdens corona toch weer hebben ontdekt dat er meer is wat ons bindt dan wat ons scheidt in Europa. En dat het schadelijk is om te veel benadrukken wat ons scheidt."

 

Lees hier het interview op de website van Trouw: DNB-baas Klaas Knot: Corona brengt Europa weer dichter bij elkaar | Trouw

Ontdek gerelateerde artikelen