Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Speech Olaf Sleijpen - “In veilige haven: hoe maken we de Nederlandse economie tijdig klimaatneutraal?”

Speech

Gepubliceerd: 28 oktober 2020

Olaf Sleijpen

Bij de opening van het Rotterdam Energy Port congres pleitte DNB-directeur Olaf Sleijpen voor effectievere beprijzing van CO2-uitstoot en voor meer groene investeringen. Die zijn volgens Sleijpen nu nodig om ervoor te zorgen dat de Nederlandse en Europese economie in 2050 klimaatneutraal is.

Datum: 28 oktober 2020
Plaats: online Rotterdam Energy Port congres 
Spreker: Olaf Sleijpen

Ik voel me zeer vereerd dat ik dit congres mag openen. Als ik aan de haven van Rotterdam denk, dan denk ik toch aan een van de grote motoren van de Nederlandse economie. De grootste haven in Europa, de tiende in de wereld. Goed voor bijna 400.000 banen. Voegt jaarlijks ruim 45 miljard euro toe aan ons nationaal inkomen. Dat zijn cijfers die klinken als een klok.

Ik heb er grote bewondering voor. Ik kom oorspronkelijk uit Zuid Limburg. Zoals u misschien wel weet heb je daar niet zoveel havens. Wat Limburg wel heeft is DSM. Dutch State Mines. Dat waren vroeger de kolenmijnen. Mijn beide opa’s hebben nog in de mijnen gewerkt. De sluiting van de kolenmijnen kwam enorm hard aan in de regio. Maar DSM is blijven bestaan. En hoe. Men verlegde het bedrijfsmodel naar de petrochemie. En toen dat nodig was heeft DSM nóg een keer een succesvolle ommezwaai gemaakt. Nu is het marktleider in fijne chemie.

Nou is DSM misschien een uniek voorbeeld. Maar wat daar gebeurde geldt in zekere zin voor ons allemaal. Als de omgeving verandert, moet je als bedrijf, als sector, als economie, mee veranderen. Anders word je door de feiten ingehaald.

Nu zult u zich misschien afvragen: hebben we nou echt iemand van De Nederlandsche Bank nodig om ons dat te komen uitleggen?

Ik hoop eigenlijk van niet. Maar we weten bij DNB wel het een en ander van de energietransitie. We hebben daar veel onderzoek naar gedaan. En we hebben de afgelopen jaren consequent aandacht gevraagd voor de impact van klimaatverandering: in onze adviezen aan de overheid, in ons toezicht op de financiële instellingen. En we hebben partijen bij elkaar gebracht om oplossingen te bedenken voor de financiering van groene projecten.

Waarom besteden we hier zoveel aandacht aan? Heel simpel. Onder alle gevaren die klimaatverandering met zich mee brengt bedreigt zij ook onze economie en ons financiële stelsel. En hoe langer we wachten met noodzakelijke maatregelen om de CO2-emissie terug te brengen, hoe groter de onzekerheid en hoe drastischer de ingrepen. Dat zou funest zijn voor de economie, en grote schade toebrengen aan bedrijven, banen en onze manier van leven.

Ik zou de parellel willen trekken met de huidige pandemie. Covid-19 is een meteoriet die insloeg, en die we niet hebben zien aankomen. Klimaatverandering is als de botsing van de aarde met een andere planeet. En we weten nu al dat dit gaat gebeuren, als we niets doen. Ik hoef niet uit te tekenen wat de economische gevolgen van een spreekwoordelijke botsing met een planeet zijn, kijkend naar wat een meteoriet te weeg brengt.

Zowel op nationaal als internationaal niveau is een aanscherping nodig van het klimaatbeleid om de doelstelling van het Parijsakkoord te halen. De doelstelling om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. Ik ondersteun daarom van harte het voorstel van de Europese Commissie om de doelstelling voor de Europese uitstootvermindering te verhogen naar 55% in 2030. Met natuurlijk als einddoel klimaatneutraal te zijn in 2050. Het extra geld dat overheden momenteel uitgeven om de economische impact van de coronacrisis te verzachten biedt een kans om de vergroening van de economie een enorme, en misschien wel beslissende, impuls te geven. Mits dat geld groen wordt aangewend. Dan kunnen we van de tijdelijke dip in de uitstootdaling een echt keerpunt maken.

We zullen dus moeten veranderen. En om dat op een ordelijke manier te kunnen doen, moeten we nu tempo maken. En dat zal ook grote gevolgen hebben voor de haven van Rotterdam.

Wat moet er volgens ons dan gebeuren? Daar wil ik het vandaag met u over hebben. Ik zal me daarbij beperken tot het nationale en internationale niveau. Na mij komt Nico van Dooren en die zal uitvoeriger ingaan op wat dit betekent voor de haven van Rotterdam. Al zal ik het af en toe niet kunnen laten om alvast een klein voorzetje te geven.

Ik wil het over twee zaken met u hebben: uitstootbeprijzing en investeringen. Ik begin met de uitstootbeprijzing, omdat ik die het belangrijkste vind.

Het meest effectieve instrument om onze economie groener te maken is de uitstoot van broeikasgassen van het juiste prijskaartje te voorzien. Omdat dit op een marktconforme wijze het gebruik van fossiele energie remt. En omdat hierdoor duurzame investeringen aantrekkelijker worden ten opzichte van fossiele investeringen. Ik zie dat bij voorkeur wel op Europees niveau gebeuren. Dan blijven de concurrentienadelen voor bedrijven kleiner en voorkomen we dat ze hun activiteiten naar het buitenland verplaatsen.

Zoals u weet komt de prijs voor CO2 tot stand in het Europese emissiehandelssysteem, het ETS. We zien dat de ETS-prijs recent is opgelopen, zelfs nadat de uitstoot tijdelijk sterk gedaald was als gevolg van de coronamaatregelen. Dit is een teken dat het ETS echt begint te bijten. Ook wordt de Nederlandse industrie door de recent ingevoerde nationale CO2-belasting verder geprikkeld om sneller te verduurzamen.

Ook hier in de Haven Rotterdam zijn er al veel bedrijven waarvan de uitstoot op deze manier goed wordt beprijsd. De financiële prikkels voor deze bedrijven om te verduurzamen zullen de komende jaren waarschijnlijk alleen maar toenemen. Dat is goed nieuws.

Maar er is meer nodig. Er zijn momenteel nog sectoren die veel CO2 uitstoten zonder dat daar een prijskaartje aan hangt. Neem de scheepvaart. Er wordt geen belasting geheven op brandstof voor de scheepvaart en deze sector valt ook niet onder het ETS. De Europese scheepvaart is echter verantwoordelijk voor ongeveer 4% van de CO2-uitstoot in de EU. Ter vergelijking: België stoot als geheel ongeveer evenveel CO2 uit. Het voorstel van de Europese Commissie om het ETS uit te breiden naar de scheepvaart kan ik in dit licht goed begrijpen.

Maar ook op nationaal niveau zal iets moeten veranderen. In Nederland krijgen grootverbruikers van energie nog steeds forse kortingen op de energiebelasting. Hierdoor betalen grote uitstoot-intensieve bedrijven in Nederland vaak maar weinig energiebelasting, en komt de rekening in onevenredige mate terecht bij het MKB. Daar zullen we dus wat aan moeten doen, door deze belastingkortingen uit te faseren.

Naarmate de EU haar klimaatbeleid verder aanscherpt, neemt wel de noodzaak toe om te voorkomen dat Europese producenten marktaandeel verliezen aan meer vervuilende concurrenten in het buitenland. Dat zou slecht zijn voor de concurrentiepositie van Europa. En het zou bovendien een deel van de uitstootreductie ongedaan maken door hogere uitstoot elders. We noemen dat “carbon leakage”. We zien dat bijvoorbeeld al bij de import van elektriciteit van buiten de EU. Die is de laatste jaren sterk toegenomen in reactie op de gestegen ETS-prijs.

Als onderdeel van de Green Deal heeft de Europese Commissie daarom aangekondigd voor een aantal sectoren een koolstofheffing aan de EU-buitengrens in te willen voeren. DNB ondersteunt dit idee van harte. Dit kan volgens mij een effectieve manier zijn om de Europese concurrentiepositie te beschermen en de weglek te beperken van uitstoot naar landen die minder streng klimaatbeleid voeren.

Maar met goede uitstootbeprijzing alleen zijn we er nog niet. Bedrijven zullen ook daadwerkelijk de stap moeten maken naar andere, schonere, manieren van produceren en het verlenen van diensten. Daarvoor zijn investeringen nodig. Grote investeringen. Niet alleen in de productieprocessen van bedrijven, maar ook investeringen in energie-infrastructuur. Dat is het tweede onderwerp waar ik het met u over wil hebben.

De overheid gaat op korte termijn extra investeren om de economie weer aan te jagen. Ik doel dan bijvoorbeeld in Nederland op het Nationaal Groeifonds. En in de EU hebben we het dan over het Next Generation EU fonds. Wat een prachtige kans om te helpen de economie tegelijk duurzamer te maken. Ik denk bijvoorbeeld aan investeringen in duurzame R&D, zoals waterstof en accu’s. Investeringen in energie-infrastructuur zoals collectieve warmtenetten. En investeringen in elektrisch transport, zoals meer laadpalen voor elektrische auto’s. En ook natuurherstel hoort in dit rijtje thuis. Het Nationale Groeifonds zou volgens mij dan ook voor een belangrijk deel moeten worden aangewend voor noodzakelijke klimaatinvesteringen.

Ook kan de overheid private uitgaven aan verduurzaming verder aanjagen door het uitbreiden van fiscale regelingen voor groene investeringen van bedrijven en huishoudens. Daarbij denk ik aan een verruiming van aftrekposten, zoals de Milieu-investeringsaftrek en de Energie-investeringsaftrek. Dit geeft niet alleen op korte termijn een impuls aan de economie, maar draagt ook direct bij aan de klimaatagenda.

Ik wil vandaag niet alle ballen bij Sandor Gaastra leggen, maar er is toch nog een ander belangrijk terrein waarop de overheid een natuurlijke rol heeft. Investeringen in duurzaamheid zijn vaak lange-termijninvesteringen. Die komen vaak nog onvoldoende van de grond doordat er teveel onzekerheid is over toekomstig overheidsbeleid en over energieprijzen. De overheid kan bedrijven meer zekerheid geven door transitiepaden helder uit te werken en beleid tijdig aan te kondigen.

Een goed voorbeeld vind ik de recent door het kabinet gepresenteerde Waterstofvisie. Deze geeft meer duidelijkheid over de toekomstige rol van waterstof. Waterstof kan een belangrijke rol gaan spelen in de verduurzaming van de industrie en energiesector. Verdere ontwikkeling van duurzame waterstof kan ook een grote impact hebben op de rol van Rotterdam als energieterminal van de wereld. Rotterdam heeft al ervaring met waterstof en profiteert bovendien van de goed ontwikkelde infrastructuur. Ik heb zo’n vermoeden dat het woord waterstof nog wel vaker gaat vallen vandaag.

De ontwikkeling van toekomstige technologieën zoals waterstof kan in deze fase niet alleen aan de markt worden overgelaten. Bij de productie en toepassing van duurzame waterstof is waarschijnlijk langere tijd overheidssteun nodig om dit echt van de grond te krijgen en de kosten te laten dalen. Net als de overheid in het verleden heeft gedaan bij de ontwikkeling van wind-op-zee. Ook is goede internationale afstemming nodig met buurlanden.

Tot slot kom ik bij de financiële sector. Die is onmisbaar bij het financieren van de klimaattransitie. DNB is financieel toezichthouder op banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Wij willen dan ook in de eerste plaats dat financiële instellingen hun risico’s voortvloeiend uit onder meer klimaatverandering goed beheersen. Dat helpt ook de verduurzaming van de economie. Want banken en verzekeraars en pensioenfondsen hebben nog steeds veel leningen en investeringen uitstaan bij bedrijven die veel CO2-uitstoot veroorzaken en de biodiversiteit aantasten. En we weten allemaal: die activiteiten zijn op de lange termijn niet houdbaar. En dat merken we nu al. Zo hebben beleggers en kredietverstrekkers al grote verliezen geleden op beleggingen in en leningen aan de olie- en gasindustrie. Goed financieel risicobeheer zal er dus toe leiden dat men kritischer gaat kijken naar de uitzettingen bij energie-intensieve bedrijven. En dat men het beleggingsbeleid en kredietverlening meer in lijn gaat brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.

De financiële sector speelt momenteel een belangrijke rol bij het opvangen van de economische gevolgen van het coronavirus. Zo geven banken op dit moment financieel lucht aan bedrijven en particulieren. Het is in het belang van de banken om met deze bedrijven te bekijken hoe ze de crisis kunnen doorkomen en kredietwaardig blijven. In dit kader kunnen banken hun klanten bij het herstel uit de crisis helpen om hun bedrijfsmodel te verduurzamen.

Dat is wat ik tegen u wilde zeggen. Dat we in Nederland en Europa een energietransitie nodig hebben, die ons ordelijk en op tijd brengt bij het doel van klimaatneutraal in 2050. Dat we daarvoor de beprijzing van CO2-uitstoot effectiever moeten maken voor alle relevante sectoren in heel Europa. En dat we investeringen nodig hebben, particulier en publiek. Met een regierol voor de overheid. De coronacrisis biedt ons daartoe een kans die we niet mogen laten liggen.

Mijn verhaal is een verhaal over de hoofdlijnen. Dat is maar goed ook want ik heb niet zoveel verstand van havens, daar weet u honderd keer meer van dan ik. Wat ik hoop is dat ik voor u een podium heb gecreëerd waarop u vandaag met elkaar het gesprek aan kunt gaan over wat de energietransitie betekent voor de haven van Rotterdam.

De kolenmijnen zijn al decennia dicht, maar met DSM en met Zuid-Limburg is het helemaal goed gekomen. Van Rotterdam zijn mijn verwachtingen zelfs hoger gespannen. Met alle kennis en vernuft hier aanwezig, in combinatie met die Rotterdamse mentaliteit van aanpakken, moet het haalbaar zijn om van Rotterdam weer nummer 1 te maken. Ditmaal niet als grootste haven, maar als eerste klimaat-neutrale haven ter wereld.

 

 

Ontdek gerelateerde artikelen