DNB legt een bestuurlijke boete van EUR 100.000,- op aan de heer T. Kwant wegens het feitelijk leidinggeven aan een overtreding van ECC Southeast Asia Retail Bonds B.V.
Gepubliceerd: 11 september 2014
Aangepast op 24 december 2014, 6 augustus 2015, 11 november 2015 en 16 maart 2016.
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft op 13 maart 2014 een bestuurlijke boete van EUR 100.000,- opgelegd aan de heer T. Kwant, wonende te Bangkok in Thailand, vanwege het feitelijk leidinggeven aan het zonder vergunning van DNB uitoefenen van bedrijf van bank door Southeast Asia Retail Bonds B.V. (ECC Southeast), gevestigd te Eindhoven.
Overtreding
DNB heeft vastgesteld dat ECC Southeast in ieder geval vanaf 16 juni 2011 door middel van uitgifte van obligaties opvorderbare gelden heeft aangetrokken buiten de besloten kring en van andere dan professionele marktpartijen. De aangetrokken gelden zijn voor eigen rekening van ECC Southeast uitgezet naar de entiteit Chiang Mai voor de financiering van een vastgoedproject.
ECC Southeast is niet in het bezit geweest van een door DNB verstrekte vergunning voor het uitoefenen voor het bedrijf van bank en zij was evenmin uitgezonderd van de vergunningplicht. Als gevolg hiervan stelt DNB vast dat ECC Southeast in de periode van in ieder geval 16 juni 2011 tot 16 februari 2013 artikel 2:11, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft overtreden. Naar het oordeel van DNB heeft de heer T. Kwant feitelijk leiding gegeven aan deze overtreding.
Boetehoogte
Het basisbedrag voor overtreding van dit wetsartikel is EUR 2.000.000. Bij het bepalen van de hoogte van de boete dient DNB in haar overwegingen rekening te houden met de ernst en duur van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid, de bijzondere omstandigheden van het geval en de draagkracht van de heer Kwant.
Lees hieronder het volledige boetebesluit.
Het besluit van DNB kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd.De bezwaren van de heer Kwant zijn bij beslissing op bezwaar van 22 oktober 2014 ongegrond verklaard. Op 29 oktober 2014 heeft de heer Kwant beroep ingesteld tegen het boetebesluit.
Op 24 juli 2015 heeft de rechtbank Rotterdam het beroep gegrond verklaard en de boetehoogte bepaald op € 75.000,-.
Op 4 september 2015 heeft de heer Kwant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam.
Op 1 december 2016 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven het door de heer Kwant ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard, het door DNB ingestelde incidenteel hoger beroep gegrond verklaard en de boetehoogte bepaald op EUR 100.000,-. Het besluit is hiermee onherroepelijk geworden.
Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met de Informatiedesk van DNB: 0800 020 1068 (gratis).
Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan de heer T. Kwant
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.