Het kabinet heeft geen noodzaak gezien om een (tijdelijke) vrijstelling voor dienstverlening door in het VK gevestigde beleggingsondernemingen, alsnog in werking te laten treden na 2020. Hier was al op vooruitgelopen in een Kamerbrief van 21 augustus 2020 [zie hier] Ook de Europese Commissie heeft nog geen equivalentiebesluit op dit terrein gepubliceerd, zoals al eerder aangegeven [zie hier].
Dit betekent dat Britse dienstverleners – zonder het nemen van aanvullende voorbereidende maatregelen – veel van hun diensten vanaf 2021 niet meer kunnen verlenen aan Nederlandse professionele klanten. Dit geldt bijvoorbeeld voor beleggingsdienstverlening gerelateerd aan doorlopende niet-geclearde OTC-derivatencontracten.
Gezien deze ontwikkelingen, heeft DNB Nederlandse financiële instellingen eerder aangeraden om met Britse beleggingsdienstverleners in gesprek te gaan om te voorkomen dat per 1 januari 2021 knelpunten in de dienstverlening ontstaan. Het is daarbij van belang om te verifiëren dat Britse beleggingsdienstverleners per 2021 de juiste vergunningen hebben om diensten aan Nederlandse professionele klanten te kunnen blijven verlenen, bijvoorbeeld door (derivaten)contracten over te zetten naar de EU-entiteiten van Britse dienstverleners.