Ook blijkt uit de Bereikbaarheidsmonitor dat kwetsbare groepen basisbetaaldiensten die gerelateerd zijn aan bankkantoren een lagere beoordeling hebben gegeven. Het gaat daarbij onder meer om: openingstijden van en afstand tot een bankkantoor, het storten van contant geld en de helpdesk of klantenservice van de bank. Verschillende groepen geven hier gemiddeld een score van zes of lager. In 2016 waren er bijna twee keer zoveel bankkantoren als in 2021.
Toegankelijkheid en bereikbaarheid voor de gemiddelde consument goed
Uit de Bereikbaarheidsmonitor 2021 blijkt dat de ervaren toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten voor de gemiddelde consument licht verbeterd is. Zo geeft de gemiddelde consument in 2021 een iets hoger algemeen rapportcijfer betaaldiensten dan in 2016 (zie Tabel 1). De gemiddelde consument geeft aan bankdiensten in hogere mate zelfstandig uit te kunnen voeren.
Het lijkt er al met al op dat gemiddelde consumenten voordeel hebben van de digitalisering van betaaldiensten, terwijl voor veel mensen uit kwetsbare groepen sluiting van bankkantoren en de digitalisering van betaaldiensten de zelfstandigheid en tevredenheid negatief beïnvloeden.
Landelijke dekking geldautomaten op peil gebleven, maar afstortfaciliteiten niet
In de bereikbaarheidsmonitor worden ook de fysieke infrastructuur, zoals aantallen geldautomaten en afstortfaciliteiten en hun landelijke spreiding gemonitord. Of de landelijke dekking van geldautomaten voldoende is, wordt getoetst aan de hand van een door het MOB vastgestelde norm. Die houdt in dat voor een inwoner van Nederland de geldautomaat hemelsbreed niet verder dan 5 kilometer afligt van de woonplaats, gemeten op basis van postcodegebieden. Ultimo 2020 heeft 99,5% van de huishoudens binnen een straal van 5 kilometer toegang tot een geldautomaat (zie Tabel 2). In 2016 lag dit op een vergelijkbaar niveau. Wel is het aantal geldautomaten ten opzichte van 2016 flink gedaald: zo waren er in 2016 nog anderhalf keer zoveel geldautomaten.
De bereikbaarheid van faciliteiten waar winkeliers hun contant geld af kunnen storten is gedaald van 97,18% in 2016 naar 93,51% in 2020 (zie Tabel 2). Een groot aantal afstortfaciliteiten is bovendien tijdelijk gesloten geweest in verband met plofkraken.