Tot nu toe kwam de overheid met oplossingen die voor alle huishoudens gelden: Vorig jaar werd er een korting gegeven op de energiebelasting en twee keer een bedrag van 190 euro uitgekeerd, en dit jaar geldt er een prijsplafond: wie daaronder blijft met zijn energieverbruik, betaalt lagere tarieven.
Hoe kan de overheid er vanaf volgend jaar voor zorgen dat we minder energie verbruiken, zonder dat huishoudens met een laag inkomen hun energierekening niet meer kunnen betalen?
- Richt een plafond voor energieprijzen op de mensen die het écht nodig hebben
Het huidige prijsplafond geldt voor iedereen in Nederland. Groepen met lage inkomens zijn er echt bij gebaat. Zonder alle koopkrachtmaatregelen en energiebesparing, was meer dan 1 miljoen huishoudens bij de gestegen energieprijzen van 2022 financieel kwetsbaar geworden. Uit onze berekeningen blijkt dat het plafond op zichzelf kan voorkomen dat zo’n 300 duizend huishoudens in de problemen komen.
Maar er zijn ook veel huishoudens die een hogere energierekening prima zelf kunnen betalen. Eigenlijk is het onnodig dat zij ook gecompenseerd worden via het prijsplafond. Het is geld dat de overheid niet aan andere dingen kan uitgeven. Daar komt bij dat mensen zuiniger met energie omgaan na een hogere energierekening . Met een prijsplafond neem je die prikkel weg.
Als de overheid een nieuw prijsplafond introduceert, dan is het goed als dit meer gericht is op groepen die het echt nodig hebben. Maar hoe doe je dat?
- Maak het plafond inkomensafhankelijk, of verlaag het plafond
Er zijn verschillende manieren om een prijsplafond beter te richten op de mensen die het echt kunnen gebruiken. De beste manier is om een inkomensafhankelijk plafond in te stellen, zodat de laagste inkomens het meest profiteren van het plafond. Het is alleen niet zeker dat dit ook uitvoerbaar is, zo geeft het kabinet aan.
Een andere mogelijkheid om ervoor te zorgen dat de compensatie terecht komt bij mensen die het echt nodig hebben, is door het plafond te verlagen. Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig, maar het werkt zo: mensen met een lager inkomen hebben over het algemeen een lager energieverbruik. Ze wonen meestal in kleinere huizen en zullen eerder bezuinigen op energie als de energieprijs stijgt – zij merken zo’n stijging immers veel directer in hun portemonnee dan mensen met hogere inkomens. Lagere inkomens zijn dus al sneller geholpen dan hogere inkomens.
Verlaging van het energieplafond leidt ertoe dat de kosten van het plafond voor de overheid flink afnemen. En dat geld kan dan weer gebruikt worden voor andere maatregelen. Bovendien leidt dit sneller tot energiebesparende maatregelen. Als maar een deel van de hogere energierekening wordt gecompenseerd, dan is er in ieder geval voor het andere deel een flinke prikkel om energiebesparende maatregelen te nemen.
- Verduurzaming leidt tot beperkte maar structurele vermindering van probleem
Met verduurzaming van huizen komen de doelen op het gebied van klimaat en lage inkomens goed samen. Een goed geïsoleerd huis betekent minder energiegebruik en een lagere rekening. Versneld verduurzamen van woningen, met voorrang voor woningen van huishoudens met lagere inkomens draagt dus bij aan beide doelen.
Uiteraard zijn niet alle inkomensproblemen te verhelpen met verduurzaming alleen. Uit onze berekeningen blijkt dat als alle huizen het energielabel A zouden hebben, zo’n 100 duizend huishoudens niet meer als financieel kwetsbaar gezien te hoeven worden. Deze verandering is wel structureel: die huishoudens zullen ook in jaren daarna minder last hebben van hoge energieprijzen.
- Zorg niet alleen voor een maximumprijs voor energie, maar ook een minimumprijs en compenseer financieel kwetsbare groepen
De regering buigt zich op dit moment over verschillende klimaatmaatregelen, waaronder een minimumprijs voor energie. De gedachte bij zo’n minimumprijs is dat mensen sneller overgaan tot verduurzamen van hun woning als ze meer kwijt zijn voor de energierekening. Als duidelijk is dat in de toekomst de rekening voor gas en elektriciteit niet onder een bepaald bedrag zal komen, dan zorgt dat ervoor dat je weet dat een investering in verduurzaming rendabel zal zijn.
Zo’n maatregel kan een flinke positieve uitwerking hebben voor het klimaat. Wel moet er rekening gehouden worden met huishoudens met lage inkomens die door zo’n ondergrens in de problemen kunnen komen. Het is belangrijk dat zij worden gecompenseerd. Omdat de overheid door zo’n maatregel extra inkomsten krijgt uit energiebelasting, is er ook ruimte voor compensatie. Om compensatie effectief vorm te geven, kan gekeken worden naar de stapeling van kwetsbaarheden waar huishoudens veelal mee te maken hebben.
- Kijk breder dan alleen naar energiecompensatie
Veel huishoudens die nu moeite hebben om de energierekening te betalen, hebben ook op andere vlakken financiële zorgen. Ze zitten vaker met problematische schulden, hebben geen werk of zijn arbeidsongeschikt, zijn vaker krap behuisd of bouwen minder vaak pensioen op. Daarom is het goed als partijen die een bijdrage leveren aan verbetering van deze problemen, zoals wooncorporaties en schuldhulpverlening, worden betrokken bij het vinden van oplossingen. Er zijn al veel bestaande manieren om de koopkracht van deze groepen te verbeteren. Die kunnen misschien wel beter worden ingezet dan compensatie via de energierekening.