Wat zeggen de financiële condities?
De beleidsrente ligt met 2% rond ‘neutraal’ niveau. Dat is het niveau van de rente waarbij de economie niet wordt gestimuleerd en ook niet wordt afgeremd. De ECB kijkt ook breder naar financiële condities om te bepalen of het monetair beleid een verruimende of verkrappende werking heeft. Denk hierbij aan kapitaalmarktrentes, beurskoersen, en de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.
Deze financiële condities zijn vrij stabiel, zeker tegen de achtergrond van de grote onzekerheid. Aandelenprijzen hebben zich volledig hersteld van de diepe dip eerder dit jaar, en zijn recent vrij constant. Ook rentespreads (bijvoorbeeld het renteverschil tussen verschillende Europese landen) wijzen op kalme financiële markten. Wel is de gemiddelde rente op staatsobligaties iets gestegen. Dit kan komen door hogere verwachte overheidsuitgaven voor defensie, en, zeker in Duitsland, toegenomen begrotingstekorten en overheidsleningen. Wanneer overheden meer schuld uitgeven, neemt het aanbod van obligaties toe, wat kan leiden tot hogere rentes.
Daarnaast is de euro in waarde gestegen ten opzichte van vooral de dollar. De sterkere euro zorgt ervoor dat Europese export duurder wordt, wat economische activiteit kan afremmen. De recente stijging van de eurokoers hangt deels samen met de afgenomen rol van de Amerikaanse dollar als veilige haven in tijden van onzekerheid, en vormt een mogelijke eerste reactie op de aangekondigde Amerikaanse importheffingen.
Wat is het effect van het monetaire beleid op huishoudens en bedrijven?
De laatste stap van de ‘monetaire transmissie’ is de concrete doorwerking van rentes naar huishoudens en bedrijven, onder andere via spaarrentes en leenvoorwaarden. Deze ontwikkelen zich gunstig. Hypotheek- en bedrijfsrentes zijn sinds de renteverlagingen van de ECB gedaald, wat de financieringskosten voor huishoudens en bedrijven verlaagt.