Maarten Gelderman, divisiedirecteur Toezicht beleid, deelt in deze blog meer over de dilemma’s van transparantie in het toezicht.
Twintig jaar geleden trad ik in dienst bij DNB. Onderdeel van mijn inwerkprogramma was een gesprek met een toezichthouder. Aan het begin van dit gesprek overhandigde hij mij zijn visitekaartje. Daarop viel te lezen: Toezichthouder banken 1. Dat leek mij toch minder helder dan het noemen van de bank waarop hij toezicht hield. Met lichte trots vertelde deze collega dat dit ook precies de bedoeling was. Op welke bank hij toezicht hield, was geheim en dat kon maar beter zo blijven. Ik hoopte maar dat de bank en hijzelf het wel wisten.
Over die geheimhouding bleek diep te zijn nagedacht. Soms in lijn met de verwachting: het delen van koersgevoelige informatie ligt toch minder voor de hand. Soms op manieren die ik uit mijn vorige baan als transparante wetenschapper niet kende, maar die voor DNB toch logisch waren. Soms schoot het ook wat door: de personeelsgids leek me zelfs te verbieden mijn partner te informeren wanneer ik op dienstreis zou gaan en waarheen.
Zo gesloten als destijds is DNB gelukkig niet meer. Het idee dat er een bankrun kan ontstaan wanneer de buren van mijn collega zien dat hij laatste tijd wat gespannen overkomt en bovendien vrij vaak de trein naar Frankfurt neemt, zijn we wel kwijt. In Europees verband delen we resultaten van stresstests – dat is nog niet perfect, maar was voor de crisis ondenkbaar geweest –en toen de eurocrisis op zijn hoogtepunt was, hebben we overheidsblootstellingen van banken gepubliceerd, zodat iedereen zelf kon bekijken hoe individuele instellingen er voor staan. Vragen van politiek, pers en publiek beantwoorden we zo goed en zo open als we mogen en kunnen.
Is DNB nu veranderd van een gesloten oester in een doorzonwoning? Neen, dat ook weer niet en dat zal niet gebeuren ook. Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Over die bezwaren toch even iets meer. Ik noem dat de paradox van toezicht: omdat wij transparantie van instellingen verwachten, moeten we zelf dingen geheim houden. IT-problemen moeten instellingen bij ons melden. Als wij dat vervolgens ook publiek maken, bewijzen we alleen kwaadwillende hackers een dienst. Als toezichthouder willen we vooraf weten of en hoe een instelling bedrijfsonderdelen denkt te verkopen of zelf een overname denkt te doen. Als wij dat ook weer delen, staat de instelling 1 – 0 achter in de onderhandelingen. In die lijn zijn er nog wel meer voorbeelden.
Dan hebben we ook nog het probleem dat de wereld niet zwart-wit is, er zijn geen “goede” en “slechte” instellingen. Als ik het zou weten, zou ik maar al te graag heel Nederland vertellen welke instellingen helemaal veilig zijn en welke niet. In het toezicht kom je instellingen tegen die alles op orde lijken te hebben en instellingen die tekortkomingen moeten wegwerken. Wie het vandaag goed doet, kan het morgen verkeerd doen. Wie het vandaag verkeerd doet, kan het morgen veel beter doen. Juist om dat laatste te bereiken houden we toezicht. Dat creëert weer een paradox: door al te transparant te zijn over problemen bij een instelling, kan je die instelling juist kapot maken (bij voorbeeld doordat klanten weglopen of marktpartijen geen zaken meer willen doen) en voorkom je dat de problemen worden opgelost.
Hebben we dan al het eindpunt bereikt van wat we kunnen? Ik denk dat we nog wel wat verder kunnen gaan. In ieder geval kunnen we transparanter zijn over onszelf en wat ons bezig houdt. Hopelijk lukt het in deze blog een wat persoonlijker blik op ons werk te geven, ook over zaken waar DNB geen formeel standpunt heeft. Dus mag een toezichthouder bloggen? Twintig jaar geleden waarschijnlijk niet, maar nu wel—vanuit een zich steeds verder openende oester.
Maarten Gelderman
Divisiedirecteur
Toezicht
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.