Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Interview Klaas Knot in De Telegraaf

DNB in de media

Gepubliceerd: 23 december 2022

Klaas Knot

Interview met Klaas Knot, door Martin Visser (De Telegraaf). Gepubliceerd op 22 december 2022.

In de Tweede Kamer zei u dat een milde recessie misschien niet genoeg is om de inflatie omlaag te krijgen. Wenst u ons dan een zware recessie toe?

„Nee, ik wens ons niet een zware recessie toe. Maar de vraag naar goederen en diensten is groter dan bedrijven aankunnen. Dan krijg je inflatie. De Nederlandse economie is oververhit. We hebben daardoor voortdurend die oververhitte arbeidsmarkt, we hadden tot voor kort de oververhitte woningmarkt. Ik denk daarom dat we een periode van matiger groei nodig gaan hebben.”

Maar deze ellende komt toch allemaal door Poetin?

„De eerste inflatieschok kwam door de pandemie en door Poetin. We zijn sterker uit de pandemie gekomen dan iedereen had kunnen bedenken. Daar kwam de oorlog in Oekraïne bovenop. Daar kunnen wij als centrale bankiers niet zoveel aan doen. Het is wel onze taak om te zorgen dat die hogere inflatiegolf geen wortel gaat schieten en zich gaat vertalen in een permanent verhoogde inflatie.”

Zijn er geen andere manieren om ons aan te passen in plaats van een recessie te moeten doormaken?

„Nee. Je kunt inflatie niet met hocus pocus terugbrengen naar 2 procent. Daar zal echt een afkoeling voor nodig zijn. Dat is de ongemakkelijke boodschap. Als centrale bank zijn wij een neutrale scheidsrechter: wij zien schaarste, ongeacht waar die vandaan komt. En dan verhogen we de rente om de vraag van consumenten, bedrijven en overheden af te remmen.”

Neutrale scheidsrechter? De ECB heeft zelf toch olie op het vuur gegooid door jarenlang de economie te stimuleren?

„Ik begrijp dat mensen zich dat afvragen. Maar feit is dat al die stimulans nauwelijks in de economie terechtgekomen is. Veel is blijven hangen in bancaire reserves. Die hebben daar geen spectaculaire kredietverlening mee op gang gebracht. Dan kun je dit moeilijk als bron van inflatie aanwijzen. Dat is te gemakkelijk.”

Dat gaat er maar moeilijk in. De ECB heeft geld gratis gemaakt door de rente op nul te zetten. Nu zien we toch wat de gevolgen daarvan zijn?

„Wat de gevolgen zijn van gratis geld zien we wel bij aandelen en op de huizenmarkt. Daarin kan ik wel meegaan. Daar heeft de ECB duidelijk inflatie gecreëerd. Maar op gewone consumentenprijzen heeft ons beleid maar een heel beperkte invloed gehad.”

Welke les leren de oliecrises van de jaren zeventig ons?

„In de jaren zeventig is geprobeerd de gevolgen van hoge inflatie te compenseren met stimulerend begrotingsbeleid. Dat heeft toen alleen maar tot meer inflatie geleid. Dat is niet succesvol geweest. Wat ik ook woensdag in het Catshuis heb gezegd is: neem die ervaring ter harte. Het is absoluut begrijpelijk dat er een rol is voor de overheid in de huidige situatie om de echte hulpbehoevenden te ondersteunen. Maar probeer die steun zo beperkt mogelijk te houden en probeer financiële dekking te vinden elders op de begroting voor die steun. Want door het begrotingstekort te laten oplopen geef je de economie een impuls en dat gooit alleen maar meer olie op het vuur en maakt het inflatieprobleem mogelijk even hardnekkig als in de jaren zeventig.’’

De les van de eurocrisis was toch dat de overheid niet moet gaan bezuinigen? Nu bent u heel kritisch omdat de overheid inderdaad meer geld uitgeeft.

„Ik pleit niet voor bezuiniging naar een lager tekort. Maar als er geen financiële dekking wordt gevonden loopt het tekort op naar 3 procent of meer. Dat is gewoon een extra impuls die de overheid aan de economie geeft terwijl die al oververhit is.”

Daarin verschilt deze crisis van de eurocrisis?

„Inderdaad. Laten we ook niet vergeten dat dit niet tijdelijk is. We gaan langdurig geconfronteerd worden met hogere gasprijzen, simpelweg omdat 40 procent van het aanbod van gas wat wij in het verleden uit Rusland haalden weggevallen is. Daar gaat geen prijsplafond iets aan veranderen. Dus de echte oplossing moet komen van aanpassing van de economie: we moeten verduurzamen. Dat gaat langzaam en daar zal de overheid een actievere rol moeten spelen. Alleen maar denken: ach, het gas is zó duur, dan gaan mensen vanzelf hun huis wel verduurzamen is niet genoeg.”

Hoelang houden we last van hoge inflatie?

„Voor de eurozone voorzien we dat de inflatie eind 2025 terugkomt richting 2 procent. In Nederland zullen daar achteraan bungelen. We worden de komende twee jaren met ongeveer 5 procent inflatie geconfronteerd.”

Wat gaat dat betekenen voor de portemonnee van mensen?

„Dat de kosten van levensonderhoud elk jaar flink zullen stijgen. En dat mensen gaan zoeken naar compensatie. Dat zal deels moeten komen uit hogere lonen. Onze economie is mede zo oververhit omdat wij super-concurrerend zijn. Wij zijn er jarenlang in geslaagd onze loonkosten lager te houden dan de rest van Europa. We hebben een concurrentievoordeel gecreëerd, maar daar betalen we dan nu een prijs voor.”

Werkgevers noemen het ’gevaarlijk’ als de huidige loonontwikkeling doorzet.

„Er is ruimte voor loonsverhoging. De basis kan zijn de optelsom van de inflatie die binnenlands gecreëerd wordt plus de groei van onze productiviteit. Daarnaast is het deel dat werkenden krijgen van ons nationaal inkomen, de arbeidsinkomensquote, historisch bezien laag en ons bedrijfsleven is bijzonder concurrerend. Dat laat zien dat er daarboven best nóg wat ruimte is voor werkgevers om een deel van de energiearmoede bij werknemers te compenseren. Ik zou pas het woord ’gevaarlijk’ pas in de mond gaan nemen als er duidelijk tekenen zouden zijn van een loon-prijsspiraal. Die aanwijzingen heb ik niet. Veel bedrijven kunnen die hogere lonen prima uit hun winstmarges betalen.”

En die optelsom leidt tot welk percentage?

„Dat verschilt van bedrijf tot bedrijf maar opgeteld kom je dan gemiddeld op 5 à 7 procent. De gemiddelde loonstijging lag in november op 6,4 procent, dat is dus geen onredelijk niveau. En dan heb je nog niet eens een heel andere verdeling van de nationale koek over werknemers en verschaffers van eigen vermogen.”

Een loonsverhoging komend jaar van 5 à 7 procent zou heel redelijk zijn?

„Ja. Het blijft een complexe boodschap. Mijn nachtmerrie-scenario is een loon-prijsspiraal. Dus daar moeten we absoluut wegblijven. Maar als je de uitgangssituatie in Nederland in de beschouwing meeneemt, dan is er wel degelijk ruimte voor loongroei zonder dat we in dat nachtmerriescenario terecht hoeven te komen.”

Zit er voor gepensioneerden nog wat in het vat?

„Eén van de voordelen van de hogere rente is dat dekkingsgraden van pensioenfondsen stijgen. Er wordt dit jaar behoorlijk geïndexeerd. En dat is ook terecht.”

Is die ruimte er de komende jaren ook nog steeds?

„Als de rente zal blijven doorstijgen, en ik vermoed dat dat in 2023 nog wel het geval is, dan zal er nog wel iets meer aan ruimte ontstaan.”

U heeft het nieuwe pensioenstelsel doorgerekend en daaruit blijkt dat iedereen erop vooruit gaat. Boerenwijsheid leert: als het te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het waarschijnlijk niet waar.

„Dat is niet de communicatie die wij rondom deze rekensommen hebben gekozen. Er blijkt uit die sommen dat de uitkeringen in het nieuwe stelsel in doorsnee hoger zijn dan in het oude stelsel. Dat komt omdat er een buffer te verdelen is. Die buffer uit het oude pensioenstelsel heb je in het nieuwe stelsel niet meer nodig. Dus je hebt iets extra’s te verdelen maar daar staan risico’s tegenover. Ik kan een heel eind meegaan in uw boerenwijsheid. Het totale pensioenvermogen wordt bij de overstap naar het nieuwe stelsel niet ineens groter. De verdeling van die buffer leidt tot hogere maar minder zekere pensioenuitkeringen.”

U noemde het goed nieuws dat we een prijscorrectie krijgen op de huizenmarkt. Wat is daar goed aan?

„Ik heb het een welkome afkoeling genoemd.”

De komende twee jaar dalen de huizenprijzen met 6,5 procent. Is dat die welkome afkoeling? Daar zal niet elke huizenbezitter blij mee zijn.

„Nou, alleen al in 2022 was de prijsstijging 14 procent. Dus dit zou slechts een beperkte correctie zijn. De prijzen zijn sinds het laatste dal in 2013 verdubbeld. Dus het overgrote deel van de huiseigenaren heeft een enorme papieren vermogensstijging gezien, waar dan nu wellicht 6,5 procent vanaf gaat. Hoe erg is dat? Ik geloof dat die sterk gestegen huizenprijzen eerder een probleem waren. Waarom hebben starters geen enkel uitzicht op dit moment op een woning? Omdat woningen gewoon onbetaalbaar zijn.”

Dankzij de gestegen hypotheekrente is dat huis alsnog onbetaalbaar.

„Stijgende hypotheekrente én stijgende huizenprijzen zou nog slechter zijn voor starters.”

In interviews zegt u keer op keer hoe financieringsmogelijkheden beperkt moeten worden. Zoals verder versobering van de renteaftrek.

„Dat had natuurlijk al in de goede tijd moeten worden besloten. Ik vind niettemin nog steeds dat dit moet gebeuren.”

Dat maakt huizen nog onbereikbaarder voor starters.

„Dat is een lastige boodschap. Dat is het kortetermijneffect dat je nodig hebt om op lange termijn een evenwichtiger huizenmarkt te krijgen. Dan moet je eerst door de zure appel heen bijten.”

In juni dacht u nog dat de huizenprijzen licht zouden stijgen.

„Ons past bescheidenheid als het gaat om het voorspellen van huizenprijzen. Ik kan nog wel pijnlijker voorspellingen uit de historie terughalen. Wij voorzien een daling van huizenprijzen, maar verwachten niet dezelfde effecten als we tien jaar geleden zagen.”

Een algemene indruk is dat elke voorspelling het laatste jaar weer een beetje slechter is.

„Misschien hebben we inmiddels het dieptepunt in sentiment al gehad. Ik geloof helemaal niet dat de volgende ramingen per definitie slechter zullen zijn dan de huidige raming. De inflatieraming is wel steeds verslechterd. Maar ook daar ligt in Nederland de piek achter ons.”

Ontdek gerelateerde artikelen