Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Pensioen en Lego: bestendig bouwen in een onzekere economie

Speech

“De bottom line is dus dat we voorlopig rekening moeten houden met hoge inflatie en hogere rentes. Dat zijn de bouwstenen waarmee u het als pensioenfonds voorlopig zult moeten doen.” Dat zei Olaf Sleijpen vandaag in zijn keynote speech voor het PensioenPro Jaarcongres 2023. Hij sprak daar over de vooruitzichten voor economische groei, inflatie en rente, en wat deze betekent voor pensioenfondsen, met name in de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel.

Gepubliceerd: 15 juni 2023

Olaf Sleijpen

Datum: 15 juni 2023
Spreker:
Olaf Sleijpen
Locatie: Pensioen Pro

U bent vast wel bekend met het fenomeen Lego. Wat ooit begon als speelgoed voor kinderen is de laatste jaren uitgegroeid tot een ware rage. Vooral sinds de corona lockdowns en het succesvolle TV-programma Lego Masters zijn steeds meer volwassenen voor de plastic bouwsteentjes gevallen. Lego speelt daar handig op in door sets op de markt te brengen speciaal voor die doelgroep. Ik moet u bekennen dat ik zelf ook  tot die categorie van grote kinderen behoor. Het is heel ontspannend om na een lange werkdag aan een Lego set te bouwen. Met de zekerheid dat als je stapje voor stapje de instructies volgt er onder je handen als vanzelf iets moois ontstaat.

Hoe anders is dat voor u als pensioenfondsbestuurder. Het bouwen aan een goed pensioen voor uw deelnemers lijkt meer op het bouwen van een Lego-set met hindernissen. Tijdens het bouwen moet u voortdurend opletten om de balans te bewaren, anders dondert het zaakje om. Het wordt er niet makkelijker op als blijkt dat er soms steentjes in de doos ontbreken. In plaats daarvan treft u steentjes aan waar u helemaal niet op zat te wachten. Natuurlijk bemoeit iedereen zich met uw bouwwerk, niet in de laatste plaats de toezichthouder. En nu heeft de overheid ook nog het instructieboekje vervangen. Om hele goede redenen overigens, maar ja. U was met een boot bezig en nu moet het opeens een auto worden.

Grijze haren krijg je er soms van. Of zoals de titel van dit congres zegt: onzekerheid gegarandeerd.

Een van die onzekere bouwstenen in het pensioenbouwwerk betreft de economie. Gelukkig kwam u op het goede idee om mij uit te nodigen om alle onzekerheid weg te nemen.

We zien voor Nederland en het eurogebied grosso modo hetzelfde beeld. En dat is dat de economie aan het afkoelen is. De impact van de renteverhogingen begint zichtbaar te worden. Het Nederlandse groeicijfer voor het eerste kwartaal van dit jaar liet zelfs een verrassende krimp zien.

En wat zijn nu de vooruitzichten voor de economische groei? U treft het want zoals u weet was er vandaag ook een ECB-vergadering, en zojuist heeft de ECB de voorspellingen voor het eurogebied bekend gemaakt. Volgens deze ramingen zal de groei in het eurogebied vertragen tot 0,9% in 2023, van 3,5% in 2022. In de jaren daarna trekt de groei weer wat aan doordat de groei van de wereldhandel toeneemt, de onzekerheid afneemt en de reële inkomens verbeteren. DNB publiceert haar ramingen overigens pas aanstaande maandag. Dus wat betreft Nederland, kan ik de sluier nog niet helemaal oplichten.

Er wordt dus geen recessie voorzien, maar zeker weten we dat natuurlijk niet. Een van de risico’s voor de economie komt uit de hoek van de financiële stabiliteit. De hogere inflatie en rentes leggen  kwetsbaarheden in het financiële systeem bloot. Hoewel hogere rentes in de regel positief zijn voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen, kunnen snelle rentestijgingen tot schokken leiden.

Laten we vervolgens kijken naar de inflatie. We verwachten dat deze in Nederland en in het eurogebied zijn piek heeft bereikt. Maar de onderliggende inflatie, zoals uitgedrukt door bijvoorbeeld de kerninflatie, is nog steeds ongekend hoog. Zoals u weet steeg de kerninflatie in Nederland in mei verder tot 8,2%, veel meer dan wat we afgelopen december hadden verwacht.  In het eurogebied kwam de kerninflatie uit op 5,3%.

En hoe zien de vooruitzichten voor inflatie voor de komende jaren eruit? Wederom volgens de ECB-ramingen van vandaag daalt de inflatie in het eurogebied dit jaar naar verwachting tot 5,4%, en daarna verder tot 2,2% in 2025. Voor Nederland verwachten we ook een geleidelijke daling van de inflatie. De kerninflatie is echter een stuk hardnekkiger en die zal in 2023 en 2024 nog te hoog blijven, en vermoedelijk ook in 2025 nog ruim boven 2% uitkomen.

En dan nu de hamvraag: wat gaat de ECB doen? De ECB heeft een duidelijk mandaat, het behouden en bewaken van prijsstabiliteit. Die is gedefinieerd als een ontwikkeling van de consumentenprijsinflatie van 2% op de middellange termijn. Vanwege de te hoge onderliggende inflatie en het risico op nog hardnekkiger inflatie in de toekomst, heeft de ECB vandaag besloten de rente met 25 basispunten te verhogen. Als dat nodig is, zal de ECB de rente blijven verhogen. Daarvoor kijken we vooral naar wat de laatste data zeggen over de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie, en over hoe het beleid doorwerkt naar de economie.

Tot zover het economische weerbericht. De bottom line is dus dat we voorlopig rekening moeten houden met hoge inflatie en hogere rentes. Dat zijn de bouwstenen waarmee u het als pensioenfonds voorlopig zult moeten doen.

En wat betekent dat dan voor u als pensioenfonds? Dat is best een lastige vraag. We kunnen die alleen maar beantwoorden op basis van sectorgemiddelden. En zoals u maar al te goed weet, bestaat er niet zoiets als ‘het gemiddelde pensioenfonds’. Met deze caveat in het achterhoofd, laat me toch proberen om wat reflecties aan u mee te geven. Dat doe ik in twee stappen. Eerst: wat betekenen de hogere rente en hogere inflatie in de komende jaren, tot aan het nieuwe stelsel? Ten tweede: wat betekent een hogere rente voor de deelnemers aan pensioenfondsen op het moment van invaren? 

Op inflatie hoeven we natuurlijk niet in te gaan voor fondsen die niet op korte termijn invaren. De ECB zal ervoor zorgen dat die dan weer netjes op twee procent zit. U begrijpt, een andere uitspraak had u van mij ook niet kunnen en mogen verwachten.

Voor de rente en inflatie zien we op de korte termijn tegengestelde effecten: de hoge rente geeft lucht aan pensioenfondsen en zorgt voor hogere dekkingsgraden, maar de inflatie holt de koopkrachtbestendigheid van het pensioen ook uit.

Bij een hogere rente worden de lange-termijnverplichtingen lager gewaardeerd, en daardoor stijgen de dekkingsgraden. Aan de andere kant is de neergaande beweging op de financiële markten van het afgelopen jaar een reden tot zorg. Die kan niet los gezien worden van de gestegen rente. Van deze twee effecten op de dekkingsgraden domineert voor een gemiddeld fonds het positieve effect van de rente.

De hoge inflatie, daarentegen, biedt vooral uitdagingen. Dat geldt voor pensioenfondsen in ieder kapitaalgedekt stelsel. In het huidige, nominale kader, heeft inflatie geen directe impact op de dekkingsgraden. Maar de hoge inflatie leidt er wel toe dat de reële waarde van het opgebouwd vermogen wordt uitgehold en dat veel gepensioneerden te maken hebben met verlies aan koopkracht.

En dan nu wat er gebeurt op het moment van invaren. Zowel hoge inflatie als een hoge rente kan een effect hebben op de verdeling van de pensioenpotten bij de overgang naar het nieuwe stelsel. Hoe de effecten van een hoge rente en inflatie precies uitpakken, is afhankelijk van de kenmerken van een fonds, én van de keuzes die een fonds maakt. En dat is best een complex verhaal. Maar geen nood, ik leid u er stapsgewijs doorheen.

Eerst kijken we naar een hogere rente. Daar zien we twee tegengestelde effecten. Hogere rentes leiden tot hogere invaardekkingsgraden. Een hogere invaardekkingsgraad heeft een positief effect want pensioenfondsen kunnen de grotere buffers gedeeltelijk gebruiken om de transitie evenwichtig vorm te geven. Wat echter ook toeneemt bij een hogere rente zijn de kosten voor het afschaffen van de doorsneesystematiek. Jongere deelnemers, die relatief veel hebben ingelegd voor de aanspraak die ze hebben opgebouwd, hebben bij een hoge rente meer last van de afschaffing.

Aan de ene kant nemen dus de kosten van het afschaffen van de doorsneesystematiek toe, anderzijds is er door de hogere dekkingsgraad meer ruimte om dit te compenseren. Als we uitgaan van een qua leeftijd gemiddeld fonds dat ervoor kiest om de ontstane ruimte in te zetten om het effect van het afschaffen van de doorsneesystematiek te compenseren, heffen deze effecten elkaar ongeveer op. Maar de effecten zullen in de praktijk dus sterk verschillen tussen fondsen, en zijn zowel afhankelijk van fondskenmerken als van fondskeuzes.

Hogere inflatie werkt anders door in het nieuwe stelsel. Daarmee heeft ook een hogere inflatie impact op de generatie-effecten van de transitie. Maar ook hier zien we dat de effecten afhankelijk zijn van de keuzes en kenmerken van een fonds. Zo doet het er bijvoorbeeld toe hoe de waarde van de aanspraken wordt berekend bij het invaren naar het nieuwe stelsel. Kiest een fonds voor de VBA-methode, dan zijn de effecten weer anders dan bij de standaardmethode. Het voert te ver om hier alle combinaties te bespreken – maar zoals gezegd, u hoeft zich daar geen zorgen over te maken want de ECB gaat dit probleem uiteindelijk voor u oplossen.

Dat neemt niet weg dat de economische situatie veranderlijk blijft, zoals we ook de afgelopen tijd hebben kunnen zien. Op de firma Lego lijkt dat geen invloed te hebben. Ze boekten vorig jaar weer 15 procent omzetgroei. Maar voor u als pensioenfonds ligt dat anders. We kunnen er vrij zeker van zijn dat de marktomstandigheden tijdens het invaarbesluit zullen verschillen van de marktomstandigheden bij het daadwerkelijk invaren. Als pensioenfonds moet u zich daarop voorbereiden. Door in de besluitvorming ook na te denken over wat een redelijke en evenwichtige transitie is als de marktomstandigheden veranderen. En door steeds het totale plaatje in het achterhoofd te houden. Dus niet afgaan op wat deelanalyses over het contract, het transitie-FTK of het invaren bieden, maar juist kijken naar het grotere geheel.

Ik weet uit mijn eigen tijd bij APG dat er een continue verleiding bestaat om opgeslokt te worden door de waan van de dag. Zelfs bij pensioenfondsen, die een lange horizon hebben. Juist die lange-termijn blik is belangrijk voor een succesvolle transitie. Het besluit over al dan niet deelnemen aan het transitie-FTK heeft bijvoorbeeld impact op het aanwezige fondsvermogen op het moment van invaren. Zo kan het zijn dat extra indexatie op korte termijn juist tot minder ruimte leidt op lange termijn om bij een hogere rente te compenseren voor de afschaffing van de doorsneesystematiek. Dus terwijl u bezig bent uw boot om te bouwen naar een auto, is het raadzaam goed na te denken wat u met uw verzameling losse legosteentjes doet. U kunt ze later nodig hebben om uw bouwwerk te stutten als er een storm opsteekt. Want ook dat toekomstige bouwwerk moet stevig zijn. Ook in een ‘spannende’ macro-economische omgeving. In het belang van de deelnemers.

Ontdek gerelateerde artikelen