Dag allemaal,
Ruim anderhalf jaar geleden, op zeven-en-een-half-duizend kilometer hiervandaan, gaf u mij een luisterend oor. Een luisterend oor dat mij toeliet om als huidige president van De Nederlandsche Bank excuses aan te bieden. Excuses in naam van DNB voor haar betrokkenheid bij slavernij – zowel als instituut, als in de persoon van enkele van mijn voorgangers, vroegere bestuurders bij De Nederlandsche Bank. Excuses die simpelweg moesten volgen toen we over onze rol in de slavernij leerden. Want wat toen gebeurde, staat lijnrecht tegenover waar DNB vandaag voor staat. En dat is werken aan een gezonde economie waarin ieder mens telt.
Voor dat luisterend oor ben ik u nog steeds zeer dankbaar. Het markeerde een ijkpunt – zowel voor De Nederlandsche Bank als voor mij persoonlijk. Een ijkpunt van erkenning en de wil om bij te dragen aan verandering. Een ijkpunt dat we op 1 juli 2022 benoemden met woorden en dat ons sindsdien stuurt in ons handelen.
Het voorbije anderhalf jaar, sinds onze excuses op 1 juli 2022, hebben we, onder leiding van Bianca Tjon Atsoi, het volgende gedaan:
Allereerst reserveerden we eenmalig vijf miljoen euro voor een aantal grotere projecten. Projecten met een brede maatschappelijke impact en een educatief karakter. Projecten die het bewustzijn over het slavernijverleden vergroten en die helpen het historisch erfgoed te behouden.
Uit deze vijf miljoen euro zijn vorig jaar de eerste toekenningen gedaan: hier in Suriname aan het Elisabeth Samson Huis – daar ga ik later vandaag nog naartoe; op Curaçao aan het Tula Museum – daar ga ik morgen naartoe; en in Nederland aan het toekomstige Nationaal Slavernijmuseum. Op dit moment zijn we bezig met toekenningen voor projecten op Aruba en Sint Maarten, en op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ieder land of eiland zal een bijdrage ontvangen.
Naast die vijf miljoen, gereserveerd voor een aantal grotere projecten, richtten we op 1 juli 2023 ook een fonds op. Met dit fonds zullen we de komende tien jaar, jaarlijks, een half miljoen euro kunnen verdelen onder kleinere lokale projecten – in Nederland en Suriname, en op de zes eilanden.
Om ons bij de keuze van deze projecten te helpen oriënteren, gingen we op zoek naar enkele thema’s. En dat deden we niet alleen. We deden dat onder andere samen met nazaten van tot slaafgemaakten. Velen van jullie hier hebben ongetwijfeld met Bianca gesproken.
Uiteindelijk kwamen we zo bij drie thema’s. De projecten die we willen steunen zetten in op het behoud van de eigen cultuur en natuur; stimuleren educatie en talentontwikkeling; of helpen mensen om – economisch gezien – beter voor zichzelf te kunnen zorgen.
Slavernij werkt vandaag nog steeds door. Het zou mooi zijn als deze projecten een tegengewicht bieden.