Digitale euro-onderzoeksfase gaat laatste jaar in
Het ECB-onderzoek naar de digitale euro vordert. De digitale euro is een vorm van publiek geld, zoals contant geld dat nu ook is in het fysieke domein. De digitale euro moet het vertrouwen van mensen in het betalingsverkeer ondersteunen, omdat het fungeert als monetair anker voor de digitale geldtegoeden bij commerciële banken en daarmee altijd een-op-een inwisselbaar is. Daarnaast heeft de digitale euro tot doel om de strategische autonomie van het Europese betalingsverkeer te vergroten.
De Governing Council van de ECB heeft in deze onderzoeksfase geconstateerd dat het wenselijk is om naast een online variant ook te kunnen beschikken over een offline variant van de digitale euro, specifiek voor betalingen van persoon tot persoon, zelfs als er geen internetverbinding is. Ook wordt gekeken of voor kleinere betalingen meer privacy geboden kan worden, maar daarvoor is de politiek eerst aan zet, omdat dit nu niet mogelijk is vanwege antiwitwaswetgeving. Tot slot heeft de Governing Council vastgesteld dat er voldoende middelen zijn om te voorkomen dat een digitale euro tot financiële stabiliteitsrisico’s leidt, bijvoorbeeld door toepassing van limieten of via rentetarieven. Pas later, als een besluit over een eventuele realisatie voor de deur staat, zal de Governing Council bepalen welk van de beschikbare instrumenten de voorkeur geniet. DNB vindt het daarbij belangrijk dat dit niet leidt tot verminderd gebruiksgemak voor de consument.
De onderzoeksfase loopt tot september volgend jaar, waarna een besluit volgt over het al dan niet starten van een realisatiefase. In Nederland is in het tweede kwartaal een Taskforce digitale euro van start gegaan onder het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). Het doel van de taskforce is de verschillende partijen, van ouderenorganisaties tot brancheorganisaties voor financiële instellingen, met enige regelmaat te informeren en consulteren over de ontwerpvragen rondom de digitale euro. Daarnaast is DNB periodiek in gesprek met het ministerie van Financiën en een vertegenwoordiging van de Vaste Kamercommissie Financiën.