Een kleine meerderheid van de banken in Nederland heeft de acceptatiecriteria voor leningen aan bedrijven versoepeld.
Dat blijkt uit de Bank Lending Survey over het eerste kwartaal 2011 (grafiek 1). Daarmee zetten de banken het prille begin van de versoepeling van de kredietvoorwaarden voort uit het vierde kwartaal.
De banken geven aan dat de voortgaande versoepeling vooral geldt voor grote ondernemingen. Voor het MKB meldt men in het eerste kwartaal geen wijziging in het – eerder iets versoepelde – beleid te hebben aangebracht. Verder betreft de versoepeling zowel kortlopende als langlopende kredieten.
Deze versoepeling tekent zich af tegen de achtergrond van een door geënquêteerde banken waargenomen afnemende maar nog steeds licht positieve groei van de kredietverlening aan bedrijven. De laatste gerealiseerde cijfers hierover laten dit beeld ook zien (stijging in maart met 2,1% ten opzichte van een jaar eerder, zie link hieronder naar grafiek kredietverlening aan bedrijven).
Wel blijkt uit de enquête dat de banken niet ineens maar heel geleidelijk overgaan naar ruimere acceptatiecriteria. Hoewel de instellingen hun verscherpende beleid van de laatste drie jaar hebben verlaten, staan de meeste nog in de neutraalstand, terwijl een enkele bank enigszins versoepelt.
Ter verklaring van de versoepeling geven banken aan dat de vermogenskosten en balansverhoudingen geen restrictie meer vormen in het acceptatiebeleid. Ook de eigen liquiditeitspositie wordt door hen niet als een beperkende factor voor de verstrekking van bedrijfsleningen gezien, maar ook nog niet als een stimulans. Voorts geven de banken aan dat de concurrentiedruk invloed heeft gehad op het kredietbeleid: netto een derde van de banken ervoer in het eerste kwartaal toenemende concurrentie van andere banken. Tot slot oordelen banken over de economische ontwikkeling in het eerste kwartaal van 2011 in meerderheid gunstiger dan over het kwartaal daarvoor; netto 29% meldt dat deze factor bijdroeg aan de gesignaleerde versoepeling (in het vierde kwartaal droeg deze factor nog in een negatieve zin bij aan het acceptatiebeleid).
Banken geven in meerderheid (netto 43%) aan dat het minder strikte beleid samenging met een kleinere marge op gemiddelde bedrijfsleningen (tov. het vierde kwartaal). Dit gold vooral voor de marge op kredieten aan grote ondernemingen (netto 86% van de banken meldt dit). Ook melden banken enige versoepeling van onderpandseisen en looptijdvoorwaarden die zij aan grote ondernemingen stellen.
Voor het eerst sinds de crisis in 2007 ziet een meerderheid van de banken een vraagstijging naar bedrijfskrediet. In het eerste kwartaal gaf netto 14% van de banken dat aan, waarbij de spreiding in de antwoorden groot is. Banken zeggen deze vraagstijging vooral waar te nemen bij grote ondernemingen (o.a. als gevolg van de toegenomen financieringsbehoefte van bedrijven ten behoeve van voorraden en werkkapitaal). Een vraagstijging naar krediet vanuit het MKB zeggen de banken in meerderheid nog niet waar te nemen.
Woninghypotheken
Netto een derde van de banken geeft aan de acceptatiecriteria voor woninghypotheken te hebben verscherpt in het eerste kwartaal (grafiek 2). Ter toelichting op deze verscherping bij hypotheken antwoordt netto 60% van de banken meer risico’s te zien wat betreft de vooruitzichten op de woningmarkt. De banken melden daarnaast hun voorwaarden voor de goedkeuring van hypothecaire leningen te hebben gewijzigd in de vorm van onder meer een lichte verhoging van de marges op risicovolle hypotheekleningen en iets zwaardere onderpandseisen in het eerste kwartaal. Verder vormden kredietvoorwaarden als Loan-to-Value ratio en de verhouding tussen inkomens en (woon)lasten van woningbezitters reden voor de banken om de teugels bij het verstrekken van nieuwe woninghypotheken wat aan te trekken.
Net als in de afgelopen drie jaar het geval was constateren de banken ook in de eerste drie maanden van dit jaar een afnemende vraag naar woninghypotheken. Netto een derde deel van de banken geeft dit aan. De meeste banken wijzen hierbij op de vooruitzichten op de woningmarkt en het consumentenvertrouwen.
Deze enquêtegegevens sluiten aan bij de sinds 2008 gehalveerde hypotheekgroei (maart 2011 3,3% ten opzichte van een jaar eerder), en vormen een weerspiegeling van de sterk afgekoelde huizenmarkt.