De kapitaalsteunfaciliteit werd enkele weken na het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in het leven geroepen, toen de crisis in de financiële sector op zijn hevigst was. De autoriteiten maakten toen bekend dat elke financiële onderneming in Nederland die fundamenteel gezond en levensvatbaar is, tegen marktconforme voorwaarden aanspraak kan maken op kapitaalsteun. Per direct werd € 20 miljard beschikbaar gesteld. In de weken daarna werd uiteindelijk voor € 13,75 miljard aan kapitaalsteun verstrekt aan drie instellingen: ING (€ 10 miljard), Aegon (€ 3 miljard) en SNS Reaal (€ 750 miljoen). Mede dankzij deze steun is de financiële stabiliteit in Nederland behouden gebleven tijdens de wereldwijde kredietcrisis.
Bij het bepalen van de voorwaarden van de steun is geprobeerd om de verschillende belangen (de belastingbetaler, de instelling en gezonde concurrentieverhoudingen in de financiële sector) met elkaar in evenwicht te brengen. De jaarlijkse rente op de steun bedraagt in beginsel 8,5%, maar is tevens gekoppeld aan het herstel van de onderneming: als de instelling sterk genoeg is om dividend uit te keren aan de aandeelhouders, kan de rente hoger uitvallen. Daar staat tegenover dat als er geen dividend wordt uitgekeerd, de rente ook niet hoeft te worden betaald. Bij aflossing van de steun is er bovendien een premie van 50% verschuldigd. Vervroegde aflossing van maximaal de helft van de steun kon echter tegen gunstiger voorwaarden. Door deze specifieke vormgeving ademt de prijs van de steun mee met de draagkracht van de instelling, en ontstaat er een prikkel om de steun terug te betalen zodra dat verantwoord is.
De drie ontvangers hebben dan ook ieder het voornemen geuit om de kapitaalsteun met voorrang af te lossen. Aegon loste in 2009 en 2010 reeds € 1,5 miljard vervroegd (dus tegen gunstiger voorwaarden) af. In maart van dit jaar werd nog eens € 750 miljoen afgelost, en in juni is ook de resterende € 750 miljoen afgelost. ING loste in 2009 € 5 miljard vervroegd af, in mei van dit jaar gevolgd door een tweede aflossing van € 2 miljard. ING verwacht de laatste € 3 miljard in 2012 te kunnen aflossen. SNS Reaal – dat kampt met tegenvallers bij de vastgoeddochter Property Finance - loste in 2009 € 185 miljoen af tegen gunstige voorwaarden, en heeft aangegeven de aflossing van de nog uitstaande steun hoge prioriteit te geven. Al met al heeft de staat aan aflossing, rente en premies inmiddels ruim € 13,4 miljard kunnen bijschrijven – bijna net zoveel als initieel werd verstrekt. De terugbetaling duidt op voortgaand herstel in de Nederlandse financiële sector.
Het ziet ernaar uit dat de kapitaalinjecties in deze drie financiële instellingen een aantrekkelijk rendement voor de schatkist zullen opleveren. Op de steun aan Aegon bedraagt het rendement uiteindelijk 18,5% op jaarbasis. Voor ING en SNS Reaal zal de rekening pas later kunnen worden opgemaakt, maar naar verwachting is ook deze positief: het ministerie van Financiën rekent voorlopig met 17%, respectievelijk 8,5%. Dat is mooi meegenomen in een tijd waarin de overheidsfinanciën dringend verbeterd dienen te worden, maar het is belangrijk te bedenken dat dit geen hoofdzaak is. De steun aan de financiële sector had primair als doel te voorkomen dat in de kern gezonde Nederlandse financiële instellingen zouden bezwijken onder het geweld van de financiële crisis, met potentieel enorme schade voor de Nederlandse economie. Dat doel is bereikt, waarmee de echte winst van de kapitaalsteun reeds is geïncasseerd.