Wereldwijd sturen migranten uit opkomende economieën meer dan 300 miljard dollar naar familie in hun herkomstland. Die geldsom wordt almaar groter. Tien jaar terug werd nog zo’n 100 miljard dollar door migranten opgestuurd; in 2013 zal dat zo’n 400 miljard dollar zijn, volgens de ramingen van de Wereldbank. Voor sommige landen vormen deze geldzendingen een zeer belangrijke bron van inkomsten: meer dan 10% van het bbp. Voorbeelden zijn Nepal (24%), Haïti (21%) en de Filippijnen (12%). Ook in andere landen is de bijdrage van migranten aanzienlijk. Zo krijgt Marokko zo’n 6,5 miljard dollar binnen van migranten overzee; dat vormt zo’n 7% van het bbp. Het gaat al met al om substantiële bedragen voor locale economieën. Ter vergelijking: stel dat Nederland van migranten overzee jaarlijks zo’n 10% van het bbp zou ontvangen, dan gaat het om een bedrag van rond de 60 miljard euro.
Stabiel
Geldzendingen van migranten zijn één van de stabielste kapitaalstromen. Doorgaans zijn ze minder volatiel dan bijvoorbeeld directe buitenlandse investeringen. Een bedrijf dat minder goed draait, zal al gauw geneigd zijn een investering te annuleren of uit te stellen. Maar voor een migrant ligt dat anders. Die weet dat zijn familie in het thuisland op hem rekent en het geld hard nodig heeft. Daarom blijft de migrant ook in mindere tijden toch zeer trouw geld opsturen.
Dubbelop
Landen die meer geldzendingen van migranten ontvangen, zijn sterker geneigd tot financiële openheid, zo blijkt uit recent onderzoek. De geldzendingen hebben een statistisch en economisch significant effect op de financiële openheid van een land. Stijgt de verhouding geldzendingen-bbp met 1 procentpunt, dan daalt de kans op een gesloten financieel regime met 3 procentpunt.
Financiële openheid is weer in het voordeel van de migranten, hun families en de locale economie. Die openheid betekent immers minder barrières voor het internationale geldverkeer en lagere transactiekosten, waardoor een groter deel van het opgestuurde geld ook daadwerkelijk aankomt bij de familie in het thuisland.
Als de geldzendingen via officiële kanalen verlopen, dan komt dat de formele economie ten goede: meer groei en belastinginkomsten. Niet dat overheden direct belasting heffen op deze geldstromen, maar omdat de geldzendingen leiden tot meer welvaart, kan een overheid meer belasting innen. Ander voordeel is dat buitenlandse valuta gebruikt kunnen worden om goederen, zoals voedsel en medicijnen, te importeren. En, last but not least, ook de lange termijngroei wordt gestimuleerd. De winst van de geldzendingen is zo dubbelop – voor migrant en familie, en voor het vaderland.
Uit het zicht
Of het nu gaat om kleine geldbedragen van migranten of miljardentransacties van multinationals, voor de toezichthouder is het gunstig als internationale geldstromen via officiële kanalen als banken en geldtransactiekantoren verlopen. Dan houdt zij immers goed zicht op deze geldstromen, en dat is een grote plus in de strijd tegen witwassen en andere illegale transacties. Het is dan ook belangrijk dat verscherpt toezicht niet tot hogere kosten gaat leiden. Want dan zullen geldzenders, personen en bedrijven, eerder geneigd zijn gebruik te maken van onofficiële kanalen als hawala systemen – en daarmee raakt het internationale geldverkeer uit het oog van de toezichthouder.