Dit volgt uit een onlangs gepubliceerde ECB-onderzoek naar de maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer in 2009 onder 13 landen in de EU ( klik hier voor de ECB studie ). Gemeten in procenten van het bruto binnenlands product (BBP) bedroegen de maatschappelijke kosten voor contant geld en pinbetalingen samen in Nederland EUR 2,4 miljard ofwel 0,42% BBP (Grafiek 1). Dit is veel lager dan het EU-gemiddelde van 0,59% BBP. Hieruit blijkt dat Nederlandse marktpartijen het betalingsverkeer efficiënt hebben ingericht. Zou Nederland op het Europese gemiddelde hebben gelegen, dan zouden de kosten een miljard euro per jaar hoger zijn uitgevallen. De belangrijkste reden waarom Nederland als een van de efficiëntste landen uit de bus is gekomen is doordat consumenten hier relatief vaak pinnen.
Kosten Nederlands betalingsverkeer behoren tot de laagste in de EU
Datum | 20 december 2012 |
---|---|
Thema | Betalingsverkeer |

De maatschappelijke kosten van Nederland voor contante en pinbetalingen samen behoren tot de allerlaagste in Europa.
Banken en winkeliers hebben zich de afgelopen jaren hard gemaakt voor vaker pinnen, nadat uit eerder DNB-onderzoek over 2002 bleek dat pinnen kostenefficiënter is dan contant betalen. Zij hebben toen afgesproken om pinnen te stimuleren door enerzijds het aantal locaties waar consumenten kunnen pinnen te verhogen en anderzijds door publiekscampagnes, als 'Klein bedrag? Pinnen mag!' consumenten aan te moedigen om vaker te pinnen. Deze acties bleken zeer effectief.
Sinds hun start zijn consumenten hun aankopen steeds vaker gaan pinnen en nam het gebruik van contant geld rap af. Hierdoor maakten marktpartijen in 2009 veel minder kosten voor contant geld en maar iets meer kosten voor pinbetalingen dan in 2002. Verder hebben technologische ontwikkelingen zoals sneller en goedkoper internet geleid tot kostenbesparingen. Voor contant geld en pinbetalingen samen resulteerde er in 2009 een besparing van 9%, wat neerkomt op EUR 237 miljoen, ten opzichte van 2002. In 2009 kostte een pinbetaling de maatschappij gemiddeld 32 eurocent terwijl een contante betaling gemiddeld 39 eurocent kostte.
Lage pintarieven voor Nederlandse winkeliers dragen bij aan hoge pinacceptatie
De kosten van winkeliers voor betalingen bestaan enerzijds uit de kosten die zijzelf maken, hun aandeel in de maatschappelijke kosten, en anderzijds uit tarieven die zij hiervoor aan derden betalen, zoals aan waardetransporteurs of aan banken. Zowel in Nederland als elders in de EU vormen de tariefkosten aan derden voor contant geld een relatief kleiner gedeelte van de totale kosten van winkeliers dan voor pinbetalingen. Voor Nederlandse winkeliers beslaan pintarieven echter een veel kleiner gedeelte op hun totale kosten dan gemiddeld elders in de EU (Grafiek 2).
Die lage tariefstelling voor pinbetalingen is een van de belangrijkste verklaringen voor het hoge gebruik van de pinpas in Nederland in vergelijking met andere EU-landen. De lage pintarieven maken het namelijk voor Nederlandse winkeliers aantrekkelijk om pinbetalingen te accepteren, omdat zijzelf hierdoor ook kosten besparen als hun klanten pinnen in plaats van contant afrekenen. Lagere bancaire pintarieven voor winkeliers in de EU kan derhalve bijdrage aan de efficiëntie van het Europese betalingsverkeer. Het aantal winkeliers dat pinbetalingen accepteert zal hierdoor namelijk toenemen, waardoor Europese consumenten hun aankopen vaker zullen betalen met de pinpas dan met contant geld. Door de grote schaalvoordelen bij pinbetalingen zouden hierdoor de kosten van het Europese betalingsverkeer als geheel kunnen gaan afnemen.