Bazel III
Bazel III is een set aan maatregelen die banken gezonder moet maken door hen meer buffers aan te laten houden en hen ertoe moet bewegen om de meest risicovolle activiteiten af te bouwen. Met Bazel III wordt de kans verminderd dat banken op steun van de overheid gaan leunen omdat het slecht met hen gaat. De belangrijkste onderdelen van Bazel III zijn: hogere minimum kapitaaleisen, strengere selectiecriteria voor die kapitaalinstrumenten die mogen meetellen om aan de kapitaaleisen te voldoen, de introductie van extra bufferkapitaal bovenop de minimum kapitaaleisen, een minimum leverage ratio, en liquiditeitseisen. Banken moeten aan al deze verschillende eisen gaan voldoen. Wel is het zo dat al deze maatregelen niet van de ene op de andere dag van kracht worden. Tot aan 2019 worden de verschillende onderdelen stap voor stap ingevoerd, waarbij de eisen elk jaar een beetje worden verhoogd.
In Europa en Nederland
Bazel III wordt in Nederland via Europese wetgeving geïntroduceerd, welke deels rechtstreeks zal werken en deels nationaal geïmplementeerd moet worden. Dat wetgevingsproces bevindt zich momenteel in de eindfase. Vermoedelijk vindt de inwerkingtreding van Bazel III in Nederland begin 2014 plaats. Die latere invoering wil overigens niet zeggen dat Nederlandse banken daardoor meer tijd gaan krijgen om aan de nieuwe regels te voldoen. In het Europese onderhandelingsproces wil men nog steeds vasthouden aan de einddatum van 2019. Dat zou betekenen dat vanaf 2014 de invoering van Bazel III in Europese landen iets sneller zal gaan dan in de oorspronkelijke Bazel III planning.
Migratieplannen
De overgang naar het strengere Bazel III regime heeft belangrijke gevolgen voor Nederlandse banken. Ze zullen grotere buffers moeten aanhouden. Maar Nederlandse banken hebben niet stil gezeten. In 2011 heeft DNB alle banken verzocht om een migratieplan op te stellen. In dat plan moesten de banken een projectie maken van hun toekomstige kapitaal- en liquiditeitspositie. Ook moesten ze aangeven hoe ze eventuele toekomstige tekorten zouden gaan terugbrengen, bijvoorbeeld door winstinhouding. De resultaten van die eerste migratieplannen lieten zien dat banken een te rooskleurig beeld van de toekomst schetsten. Daarom heeft DNB de exercitie herhaald en banken ertoe aangezet een realistischer scenario te hanteren in hun migratieplan. Dat heeft geleid tot meer realistische plannen. Ook in de toekomst zal DNB de migratie naar Bazel III monitoren en waar nodig bijsturen.
Monitoring Bazel III
Sinds 2011 nemen nagenoeg alle Nederlandse banken ook deel aan de Bazel III monitoring exercitie. In deze exercitie berekenen banken, in samenwerking met DNB, hoe hun kapitaal- en liquiditeitspositie er onder het nieuwe Bazel III regime uit zal komen te zien. De belangrijkste kapitaalratio onder Bazel III is de Common Equity Tier 1 (CET1) ratio. Deze ratio van CET1 kapitaal naar risicogewogen activa was gemiddeld 10.4% per 30 juni 2012 (noot 1). Dat was hoger dan het Europese of internationale gemiddelde. Ook is deze CET1 ratio gemiddeld gezien gegroeid ten opzichte van december 2011. De voornaamste reden hiervan is dat de hoeveelheid CET1 kapitaal is toegenomen, onder andere door ingehouden winsten. Ook zijn de risicogewogen activa van banken afgenomen, maar dit effect is slechts beperkt. De bijlage bij dit DNBulletin geeft een uitgebreid overzicht van de resultaten van de laatste monitoringexercitie.
Extra kapitaal voor hogere targets
Hoewel de gemiddelde ratio van 10.4% redelijk hoog lijkt, zou deze niet hoog genoeg zijn geweest om aan alle bovengenoemde kapitaaleisen te voldoen. Wanneer Nederlandse banken op 30 juni 2012 aan alle Bazel III eisen hadden moeten voldoen, dan hadden de banken gezamenlijk ongeveer € 39 miljard extra of vervangend kapitaal nodig. Een deel van deze € 39 miljard bestaat uit de hoogste kwaliteit kapitaal, het CET1 kapitaal, en een deel uit overige kapitaalsvormen. Indien de kapitaalmarkt daarvoor ontvankelijk is, kan in een deel van deze kapitaalbehoefte mogelijk worden voorzien door uitgifte van nieuw kernkapitaal. Ook zou in een deel van de kapitaalbehoefte kunnen worden voorzien door het vervangen van bestaande hybride en achtergestelde instrumenten door instrumenten die wel kwalificeren als Bazel III kapitaal. Voor zover kapitaalmarkten niet beschikbaar zijn, dient de kapitaalbehoefte met ingehouden winsten te worden gerealiseerd.
Niet stil zitten
De Bazel III eisen zijn hoog. Daarom kunnen Nederlandse banken, ondanks hun gezonde uitgangspositie, in de komende jaren niet stil blijven zitten. Ze zullen hun positie geleidelijk moeten verbeteren. DNB zal daarom ook frequent blijven toetsen of banken zich nog op hun migratiepad naar Bazel III bevinden. Waar nodig wordt door DNB ingegrepen, waarbij het inhouden van winsten door banken of het afbouwen van risicovolle portefeuilles tot de mogelijkheden behoort. Uiteindelijk dienen alle banken een gezondere kapitaal- en liquiditeitspositie te krijgen.
Noot 1: Dit percentage gaat uit van de definitie zoals die zal gelden in 2019, ofwel de ‘end-state’ definitie.