Dit nieuwe beleidsterrein is een gedeelde verantwoordelijkheid. Nationale macroprudentiële autoriteiten zijn als eerste aan zet. Hun instrumentarium bestaat uit onder andere kapitaalopslagen voor systeemrelevante banken, strengere eisen voor hypotheken en een contracyclische buffer, die de kredietgroei meeneemt in kapitaaleisen voor banken. De ECB kan deze maatregelen eventueel aanscherpen, voor zover ze de bankensector betreffen. De ervaring met macroprudentieel beleid is nog beperkt, maar een flink aantal landen heeft concrete stappen gezet. De verwachting is dat vele andere zullen volgen.
Belang
De financiële crisis heeft aangetoond dat financiële onevenwichtigheden, vooral in de bankensector, desastreuze gevolgen kunnen hebben. De Europese schuldencrisis laat vervolgens zien dat uiteenlopende financiële ontwikkelingen in een muntunie eveneens tot welvaartsverlies kunnen leiden. Deze ervaringen wijzen op het belang van macroprudentieel beleid om buitensporige financiële ontwikkelingen tegen te gaan en daarmee de kans op, en impact van, financiële crises terug te dringen. Dit geldt niet alleen voor overmatige hypotheekverstrekking en financiering van vastgoed, maar ook voor de verwevenheden tussen overheden en banken zoals die zich manifesteerden in de Europese schuldencrisis. Het tijdig adresseren van financiële onevenwichtigheden is des te belangrijker in het eurogebied, waar het gemeenschappelijke monetaire beleid zich niet kan richten op divergerende, nationale financiële cycli..
Vormgeving
Sinds de crisis zijn wereldwijd macroprudentiële beleidsraamwerken opgetuigd, en is de uitvoering in gereedheid gebracht. In Europa hebben alle landen macroprudentiële autoriteiten aangewezen en toegerust met een financiële-stabiliteitsmandaat en macroprudentiële instrumenten. Deze instrumenten, zoals kapitaalopslagen en strengere eisen bij hypotheekverstrekking, zijn in meerdere landen ook recent actief ingezet (zie tabel 1). In Nederland heeft DNB kapitaalopslagen aan Nederlandse systeemrelevante banken opgelegd, en wordt de loan-to-value(LTV)-ratio van hypotheken stapsgewijs verlaagd naar 100%. Andere Europese landen, zoals België, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden hebben macroprudentiële maatregelen genomen om de systeemrisico’s voortvloeiend uit de huizenmarkt en een grote, geconcentreerde bankensector aan te pakken. Maar ook buiten Europa, in onder andere Azië en de Verenigde Staten, zijn maatregelen genomen om de cycli in kredietgroei en activaprijzen te temperen en de bankensector te verstevigen.
Tabel 1: Recente macroprudentiële maatregelen
Land | Maatregel |
---|---|
België | Hogere risicogewichten voor hypotheken |
Hogere kapitaalvereisten voor risicovolle handelsactiviteiten | |
Hong Kong | LTV-limiet voor hypotheken |
Transactiebelasting bij doorverkoop woningen | |
Ierland | LTV- en loan-to-Income (LTI) -limieten voor hypotheken |
Nederland | Hogere kapitaalbuffers voor systeemrelevante banken |
LTV-limiet voor hypotheken | |
Verenigd Koninkrijk | Hogere risicogewichten voor commercieel vastgoed |
LTI-limiet voor hypotheken | |
Verenigde Staten | Hogere ongewogen kapitaalvereisten voor banken |
Zuid-Korea | Heffingen op buitenlandse kapitaalstromen naar banken |
Zweden | Hogere risicogewichten voor hypotheken |
Hogere kapitaalbuffers voor systeemrelevante banken | |
Contracyclische buffer | |
Zwitserland | Hogere kapitaalbuffers voor systeemrelevante banken |
Contracyclische buffer voor hypotheken |
Weergegeven zijn enkele grote en middelgrote landen.
Voor een uitgebreider overzicht zie bijvoorbeeld http://www.bis.org/publ/qtrpdf/r_qt1309i.htm (voor huizenmarkten) en https://www.ecb.europa.eu/pub/fsr/shared/pdf/sfafinancialstabilityreview201405en.pdf (voor Europa)
Een prikkel tot actie
Macroprudentieel beleid is een nieuw terrein: autoriteiten kunnen nauwelijks terugvallen op praktijkervaring. Om te leren van elkaars inzichten organiseerde DNB onlangs een seminar voor betrokken beleidsmakers, toezichthouders en academici. De belangrijkste inzichten uit dit seminar zijn gebundeld in een DNB Occasional Study. Duidelijk is dat macroprudentieel beleid met name effectief kan zijn in Europa, waar het financiële systeem nog sterk nationaal is georganiseerd en door banken wordt gedomineerd. Macroprudentiële instrumenten zijn immers vooral gericht op de bankensector en kunnen langs deze weg financiële cycli binnen EU-lidstaten temperen. Een ander inzicht is dat vastgoed, met name de huizenmarkt, cruciaal is voor financiële stabiliteit. Macroprudentieel beleid zal zich in belangrijke mate moeten richten op het adresseren van onevenwichtigheden in de financiering van de vastgoedsector.
Bovendien wordt de uitvoering van macroprudentieel beleid gehinderd door inaction bias. De kosten van macroprudentiële maatregelen zijn immers op korte termijn tastbaar (zoals de kosten van hogere kapitaalbuffers voor banken), terwijl de voordelen zich pas op langere termijn voordoen en minder zichtbaar zijn: denk aan het voorkomen van een financiële crisis. De natuurlijke neiging is om maatregelen uit te stellen. Om dit tegen te gaan, kunnen macroprudentiële autoriteiten gebruik maken van risico-indicatoren, die signaleren wanneer risico’s zich opbouwen en actie vereist is. Wanneer deze indicatoren en signalen openbaar zijn, kunnen autoriteiten genomen maatregelen verantwoorden, of juist worden aangesproken wanneer ze in gebreke blijven.