Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Voorbeelden waarin DNB de kandidaat geschikt vond na betere voorbereiding of opleiding

Factsheet

Gepubliceerd: 25 april 2017

Bekijk eerdere versies in het archief

De voorbeelden zijn bedoeld om meer inzicht te krijgen in de overwegingen van De Nederlandsche Bank (DNB), zodat kandidaten en ondernemingen beter weten wat belangrijk is voor de toetsing.

Onvoldoende voorbereiding

Een buitenlandse kandidaat met een achtergrond in een niet-gereguleerde maar wel beursgenoteerde omgeving leek in het eerste gesprek niet transparant in de beantwoording van de vragen. Hierdoor was het onder meer niet duidelijk welke (belangen)afwegingen de kandidaat in zijn besluitvorming maakte. In het tweede gesprek beantwoordde de kandidaat de vragen wel direct en bleek hij geschikt voor de functie. Na de toetsing is het verschil tussen de twee gesprekken met de kandidaat besproken. Hij gaf aan dat hem van te voren niet duidelijk was wat de relatie met een toezichthouder inhield en daardoor ook niet wist wat van hem werd verwacht in het gesprek. De kandidaat had zich daarom in het eerste gesprek in zijn antwoorden beperkt tot algemeenheden.

Onvoldoende voorbereiding

Een beoogd commissaris voor een verzekeraar bleef in het eerste gesprek in algemeenheden spreken en benoemde niet zijn eigen rol bij bepaalde gebeurtenissen. Ook toen de kandidaat hierop gewezen was, veranderde hij dit niet. Na dit gesprek is telefonisch meegedeeld dat er niet tot een oordeel kon worden gekomen en vond er een tweede gesprek plaats. In dit gesprek was de kandidaat duidelijker en concreter over zijn eigen rol- en taakopvatting en benoemde hij veel duidelijker wat hij had gezien en zelf had gedaan. De kandidaat is geschikt bevonden. Na evaluatie van de toetsing bleek de kandidaat onvoldoende inhoudelijk te zijn voorbereid.

Gebrek aan sectorspecifieke kennis door onvoldoende voorbereiding

Een kandidaat werd voorgedragen als nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur van een grote onderneming. De kandidaat had een goede reputatie als voorzitter in een aanpalende sector. De onderneming stond aan de vooravond van een aantal belangrijke strategische besluiten. In het toetsingsgesprek werden vragen gesteld over scenario’s die de bedrijfsvoering van de onderneming raakten en de mogelijke consequenties. De kandidaat kon geen antwoord geven op de vragen die samenhingen met de financiële sector. Hij bleek onvoldoende sectorspecifieke kennis te hebben om de relevante ervaringen opgedaan in de aanpalende sector te kunnen vertalen naar de situatie bij deze onderneming. De kandidaat werd niet geschikt bevonden.

Na een intensief inwerk- en opleidingstraject is de kandidaat enige tijd later opnieuw als voorgedragen. In het toetsingsgesprek bleek de kandidaat zijn ervaringen van de aanpalende sector op een goede wijze te kunnen koppelen aan de opgedane kennis. Hij is geschikt bevonden.

Onvoldoende kennis van wat er speelt binnen de onderneming

Een commissaris werd getoetst voor een onderneming waar het nodige speelde. In de aangeleverde documentatie stond dat de kandidaat vanuit de commissarisrol verantwoordelijk zou worden voor het toezicht op de riskomgeving van de onderneming. Daarnaast zou de commissaris een rol in de risk- & auditcommissie krijgen om de problemen aan te pakken. Tijdens het gesprek bleek dat de kandidaat niet op de hoogte was van de actuele situatie bij de onderneming. Hij had ter voorbereiding alleen openbare bronnen geraadpleegd, zoals het jaarverslag. Daardoor was hij onvoldoende voorbereid op de specifieke functie en op het gesprek en kon hij onvoldoende aantonen geschikt te zijn. De verklaring van de onderneming was dat zij de kandidaat geen kijkje in de keuken gaf, omdat zij niet zeker wisten of hij zou “slagen” voor de toetsing van DNB.

DNB heeft in samenspraak met de kandidaat ervoor gekozen opnieuw het gesprek aan te gaan zodra de kandidaat voldoende op de hoogte was. De onderneming heeft de eerste voordracht ingetrokken. De kandidaat is na een tijd opnieuw voorgedragen, er is een gesprek met hem gevoerd en hij is geschikt bevonden. In de praktijk ziet DNB steeds meer dat ondernemingen de kandidaat een geheimhoudingsverklaring laten tekenen en relevante informatie wel delen.