TRANSITIENIEUWS – DNB publiceert factsheet over voorschriften in DNB-beschikking over invaarmelding
DNB heeft een factsheet gepubliceerd over de voorschriften in een beschikking van DNB rond een invaarmelding.
Lees meerU gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:
Gepubliceerd: 08 mei 2015
Hoe stelt een pensioenfonds dat volledig is verzekerd de hoogte van de kostendekkende premie vast?
Een pensioenfonds dat volledig is verzekerd dient bij het bepalen van de kostendekkende premie rekening te houden met de eisen van artikel 128 Pensioenwet. Immers, het betreffende wetsartikel is ook van toepassing op volledig verzekerde fondsen.
Dat betekent dat bij het vaststellen van de kostendekkende premie rekening wordt gehouden met de vier elementen van artikel 128 Pensioenwet. Dat zijn:
a. De actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst.
b. Een opslag voor het bereiken c.q. in stand houden van het vereist eigen vermogen, met inbegrip van het minimaal vereist eigen vermogen.
c. Een opslag voor de uitvoeringskosten.
d. De actuarieel benodigde premie voor voorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst, met inachtneming van de geformuleerde ambitie en de afgesproken wijze van financieren.
Het is een verzekerd pensioenfonds toegestaan om de premie die met de verzekeraar is overeengekomen, te beschouwen als het onderdeel van de kostendekkende premie dat actuarieel nodig is in verband met de aangroei van verplichtingen. Verzekerde pensioenfondsen met een garantiecontract hebben echter de risico’s ten aanzien van de pensioenopbouw aan de verzekeraar overgedragen. De totale kosten die zij daarvoor maken bestaan uit de premie die aan de verzekeraar moet worden afgedragen. Het is dan ook niet nodig dat deze fondsen een kostendekkende premie hanteren ten aanzien van de aangroei van de verplichtingen die boven of onder het niveau van de premie ligt die aan de verzekeraar wordt afgedragen.
Een volledig verzekerd pensioenfonds moet rekening houden met een minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) van ongeveer 1% aanhouden. Zie hiervoor artikel 11 Besluit FTK. In artikel 128 Pensioenwet wordt weliswaar alleen verwezen naar artikel 132 Pensioenwet over het VEV en niet naar artikel 131 Pensioenwet over MVEV. Toch blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de wetgever er van uitgaat dat door het toepassen van een opslag voor het VEV, in feite automatisch ook een opslag voor het MVEV geheven wordt. Zie daarvoor het Nader rapport bij de Pensioenwet ( ). Hieruit blijkt dus duidelijk dat de opslag voor het eigen vermogen ook geldt voor het minimaal vereist vermogen. Dit moet ook gezien worden als onderdeel van het vereist eigen vermogen.
Een volledig verzekerd fonds heeft altijd uitvoeringskosten (al is het alleen maar kosten om het bestuur te laten functioneren). Voor die kosten dient een opslag op de kostendekkende premie te worden geheven.
DNB heeft een factsheet gepubliceerd over de voorschriften in een beschikking van DNB rond een invaarmelding.
Lees meerVoor pensioenbestuurders en uitvoeringsorganisaties organiseert DNB op 9 april het jaarlijkse pensioenseminar. Het seminar is geheel gewijd aan de pensioentransitie, die van ons als sector een ongekend grote inspanning vraagt.
Lees meerIn de partiële beoordeling risicohouding neemt DNB voortaan de vormgeving van de toedelingsregels voor beschermings- en overrendement (SPR) en het beleggingsbeleid mee (SPR en FPR).
Lees meerIn een tijdperk waarin digitalisering een steeds grotere rol speelt, is het belangrijk dat de financiële sector weerbaar is tegen cyberdreigingen. Om harmonisatie binnen de Europese markt te stimuleren, heeft de Europese Unie daarom de Digital Operational Resilience Act (DORA) ingevoerd.
Lees meerOm de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.