Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Solvency II: Achtergestelde Tier 1, Tier 2 en Tier 3 instrumenten

Q&A

Gepubliceerd: 23 december 2022

Bekijk eerdere versies in het archief

Vraag:

Verzekeraars kunnen onder voorwaarden gestorte achtergestelde verplichtingen meetellen bij het aanwezige vermogen overeenkomstig artikel 88 van de richtlijn Solvency II. Dienen verzekeraars dergelijke achtergestelde leningen vooraf ter toetsing voor te leggen aan de toezichthouder?

Antwoord:

Nee, om als Tier 1, Tier 2 dan wel Tier 3 kapitaal in aanmerking te kunnen worden genomen, hoeven instellingen deze achtergestelde verplichtingen niet vooraf te laten toetsen door de toezichthouder. Verzekeraars zijn zelf verantwoordelijk voor de toets of de achtergestelde verplichtingen bij aanvang, doorlopend en bij wijzingen in de eigendomsstructuur van de verzekeraar voldoen aan genoemde voorwaarden. Toetsing door de toezichthouder kan echter wel achteraf plaatsvinden. De toezichthouder kan tot de conclusie komen dat een instrument ten onrechte door een instelling als kernvermogen is meegenomen en daarom moet worden verwijderd uit own funds. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan zijn opgenomen in artikel 71 (voor Tier 1), artikel 73 (voor Tier 2) artikel 77 (voor Tier 3) van de Gedelegeerde Verordening en de EIOPA richtsnoeren inzake de indeling van het eigen vermogen (EIOPA-BoS-14/168). Voor verzekeringsgroepen gelden aanvullende bepalingen zoals opgenomen in artikelen 330, 331 en 333 van de Gedelegeerde Verordening.

Verzekeraars kunnen een voorgenomen emissie vooraf voorleggen aan de toezichthouder om vast te stellen of het instrument kwalificeert als beoogd kernkapitaal. DNB moedigt instellingen aan dit te doen om verrassingen te voorkomen.

DNB wijst instellingen erop dat ook bij het vooraf voorleggen géén formeel goedkeuringsbesluit van de toezichthouder zal volgen; aan de instelling zal gecommuniceerd worden dat het voorgenomen instrument is beoordeeld en dat (bij gunstige beoordeling) er op dat moment geen reden is om aan te nemen dat het instrument niet zou kwalificeren. Niet uitgesloten kan worden dat een instrument alsnog achteraf beoordeeld wordt, waarbij het oordeel anders uit kan pakken (diskwalificatie).

Kiest een instelling ervoor om een uitgifte van tevoren met de toezichthouder te bespreken, dan wordt instellingen gevraagd een self assessment uit te voeren en documentatie te overleggen. Aan de hand daarvan kan worden vastgesteld of het instrument kan worden aangemerkt als Tier 1, Tier 2 of Tier 3 kapitaal. Het kader voor het self assessment is als download op deze pagina beschikbaar. Hierin is tevens opgenomen welke documentatie overlegd dient te worden. Dit betreft onder andere een beschrijving waaruit blijkt dat het instrument past in de planning van het kapitaalmanagement/kapitaalbeleid van de instelling.

Het is raadzaam een verzoek om beoordeling zo spoedig mogelijk bij uw toezichthouder aan te kondigen. De beoordelingstermijn is, afhankelijk van de complexiteit, ten minste 4 weken.

Ontdek gerelateerde artikelen