Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

08 januari 2020 Toezicht Toezichtlabel Q&A

Bron van middelen

Vraag:

Moeten wisselinstellingen een onderzoek doen naar de bron van de middelen (source of funds) bij een geldwisseltransactie?

Antwoord:

Ja, instellingen die geldwisseltransacties aanbieden (hierna: wisselinstellingen) moeten op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) zo nodig een onderzoek naar de bron van de middelen van de geldwisseltransactie doen. Dit vereist een risico-gebaseerde aanpak. Des te hoger het risico, des te eerder een onderzoek naar de bron van middelen moet worden verricht. Het bepalen van het risico is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval. Er zijn risico-indicatoren die hierbij richting geven, maar het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de wisselinstelling zelf.

Toelichting

Op basis van de Wwft dient een (wissel)instelling cliëntonderzoek te verrichten ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering. Een onderzoek naar de bron van de middelen moet wanneer dit ‘nodig is’. Op basis van de bewoording van de Wwft, de Memorie van Toelichting behorend bij de Wwft én de AMLD-richtlijn dient hierbij een op risico gebaseerde benadering gehanteerd te worden. Dit houdt in dat naar mate het risico op criminele activiteiten hoger is, er eerder een onderzoek naar de bron van de middelen gedaan moet worden.

De wisselinstelling identificeert indicatoren op basis waarvan de diepgang van het onderzoek wordt bepaald om de plausibiliteit van de legale bron van de middelen vast te stellen. Enkele combinaties van indicatoren zijn het betreffende bedrag, de opgegeven reden van de herkomst van de middelen, leeftijd en beroep of bedrijfsactiviteiten van de klant, land van herkomst of bestemming van de middelen en geleverde product of dienst. De wisselinstelling legt in haar beleid en procedures vast wanneer onderzoek plaatsvindt naar de bron van de middelen.

Subjectieve indicatoren relevant voor wisselinstellingen

De AMLD4 voorziet in een niet-limitatieve lijst van risicovariabelen op basis waarvande diepgang van cliëntonderzoekmaatregelen dient te worden bepaald, te weten: i) het doel van een rekening of een relatie; ii) de omvang van de activa die door een cliënt worden gedeponeerd; en iii) de regelmaat of de duur van de zakelijke relatie.

De Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-NL) heeft de volgende subjectieve witwasindicatoren gepubliceerd relevant voor wisselinstellingen:

  • Het feit dat diverse malen geld in kleine coupures wordt omgewisseld naar grote coupures;
  • Het ontbreken van een legale economische verklaring voor het wisselen naar buitenlandse valuta;
  • Het inwisselen van grote hoeveelheden, in kleine coupures verdeelde, buitenlandse valuta tegen Nederlands geld;
  • Het feit dat er geen legale economische verklaring is voor de gewisselde valutasoorten en de frequentie van de wisselingen;
  • Het feit dat meerdere wisseltransacties op één dag bij verschillende wisselkantoren/ banken dan wel bij verschillende vestigingen van deze wisselkantoren/ banken worden uitgevoerd;
  • Het feit dat geld ongeteld wordt aangeleverd;
  • Het feit dat de verdachte iets weigert te verklaren over de herkomst van het geld;
  • Het feit dat het kennelijk de bedoeling is om de meldgrens te ontduiken;
  • Het feit dat uit eerdere onderzoeken is gebleken, dat het wisselen van Britse ponden en Schotse ponden in kleine coupures buiten het Verenigd Koninkrijk vaak in relatie kan worden gebracht met handel in verdovende middelen;

Ook de Financial Action Task Force (FATF) geeft subjectieve indicatoren met betrekking tot wat volgens hen bij wisselinstellingen onder hoog risico valt, te weten: non-resident customers en anonymous transactions (which may include cash).

Daarnaast publiceert de FATF waarschuwingslijsten waarin wordt gewezen op landen met tekortkomingen in hun systeem in het kader van witwassen en terrorismefinanciering. Deze lijsten worden drie keer per jaar (in februari, juni en oktober) geüpdatet en gepubliceerd op zowel de website van de FATF als middels een nieuwsbericht op Open Boek Toezicht.

Voorbeelden

Bij iedere transactie is oplettendheid vereist en moet er al gelang de feiten en omstandigheden daar vanwege een risico-gebaseerde benadering aanleiding voor geven, een onderzoek naar de bron van middelen worden gedaan. Hieronder volgt een aantal voorbeelden van risicovolle situaties waar een onderzoek naar de bron van middelen op zijn plaats zou zijn:

  • Een Nederlander die een contant bedrag van €3.000 bestaande uit coupures van €200 of €500, wil omwisselen naar in het economische verkeer meer gangbare coupures van €50.
    • Toelichting: hoge coupures worden niet vaak gebruikt in het economisch verkeer. In de witwaspraktijk des te meer. Het wisselen naar meer gangbare – en daardoor minder opvallende – coupures is daarom een indicatie op witwassen.

  • Iemand afkomstig uit een hoog risico land die een bedrag van 10.000 dollar om wil wisselen naar euro’s.
    • Toelichting: bij door de FATF aangewezen hoog risico landen moet altijd extra alert worden gehandeld. Des te meer wanneer er een tamelijk hoog bedrag wordt gewisseld.

  • Iemand die binnen een bepaalde periode meerdere keren verzoekt om wisseltransacties van boven de €500 uit te voeren.
    • Toelichting: indien een persoon vaker verzoekt om wisseltransacties uit te voeren is dit een risico verhogend component.

Sector(en)

  • Wisselinstellingen