Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Q&A Wanneer moet de eigenrisicobeoordeling uitgevoerd worden?

Q&A

Gepubliceerd: 27 februari 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

Vraag:

Wanneer moet een pensioenfonds of premiepensioeninstelling een (nieuwe) eigenrisicobeoordeling uitvoeren?

Antwoord:

Een pensioenfonds of premiepensioeninstelling (ppi) voert periodiek een eigenrisicobeoordeling (ERB) uit. Bij vaststelling van de reguliere frequentie houdt het pensioenfonds of de ppi rekening met de (strategische) beleidscyclus en met de omvang, aard, schaal en complexiteit van de werkzaamheden, maar voert ten minste driejaarlijks een reguliere ERB uit.

Naast de reguliere periodieke ERB is een pensioenfonds of ppi verplicht zo spoedig mogelijk een tussentijdse (actualisatie van) de ERB uit te voeren in geval van een significante wijziging in het risicoprofiel van de instelling of de uitgevoerde pensioenregelingen. Er zijn twee soorten omstandigheden die om een tussentijdse actualisatie van de ERB vragen:

1. Significante wijziging in het risicoprofiel
In de eerste plaats zijn pensioenfondsen en ppi’s verplicht een nieuwe ERB uit te voeren in geval van een ‘significante wijziging in het risicoprofiel’. Een materiële wijziging in de uitbesteding van werkzaamheden, een significante wijziging in de risicohouding of significante wijziging van beleid of beleidsuitgangspunten zijn bijvoorbeeld aanleiding voor het moeten uitvoeren van een nieuwe ERB. De criteria kunnen ook betrekking hebben op externe factoren, bijvoorbeeld een verandering in wettelijke vereisten of een significante wijziging in de pensioenregeling. Indien de significante wijziging enkel een specifieke pensioenregeling betreft, mag de tussentijdse ERB beperkt blijven tot die pensioenregeling.

2. Strategisch besluit
In de tweede plaats kan er sprake zijn van een strategisch besluit met een materiële impact op het risicoprofiel. In het kader van beheerste en integere bedrijfsvoering is het bij het voorbereiden van een strategisch besluit noodzakelijk om al zicht te hebben op de impact ervan op het risicoprofiel, de benodigde beheersmaatregelen en de bestaande ERB. Indien dat besluit leidt tot een wijziging van de ERB, is de formele actualisatie van de ERB een gevolg van het strategisch besluit. Denk bijvoorbeeld aan een besluit tot voortzetting als gesloten fonds. Een gedeeltelijke actualisatie van de ERB kan toereikend zijn indien de impact van een besluit beperkt blijft tot een onderdeel van de ERB. Denk bijvoorbeeld aan de beheersmaatregelen die samenhangen met een besluit tot migratie van de administratie naar een nieuwe uitvoerder.

Beleidsmatige verankering van de ERB 

Voor de inrichting van het risicobeheer en de onderbouwing van strategische besluitvorming is de ERB van essentieel belang. De ERB maakt integraal onderdeel uit van de strategie en het risicobeheer van de instelling.

De beleidsmatige verankering van de ERB door pensioenfondsen of ppi’s betreft allereerst de incorporatie van de ERB in het risicobeheer van de instelling en de wijze waarop de risicobeheercyclus wordt doorlopen. Pensioenfondsen en ppi’s dienen al risico’s te identificeren, beleid op te stellen voor de risicobeheersing en terugkoppeling te geven over risico’s en beheersmaatregelen. De toevoeging van de ERB geeft het pensioenfonds of de ppi inzicht in de materiële risico’s en de mogelijke consequenties hiervan voor de financiële positie van het pensioenfonds of de ppi en de pensioenen van deelnemers. Een pensioenfonds of ppi beoordeelt daarmee periodiek de effectiviteit en de doelmatigheid van het risicobeheer.

Ter invulling van de vastlegging van strategie en risicobeheer van het pensioenfonds of de ppi, wordt in het beleid ook vastgelegd met welke reguliere frequentie de ERB wordt uitgevoerd. Deze frequentie is geënt op de (strategische) beleidscyclus van het pensioenfonds of de ppi, zodat de ERB een onderbouwing is voor strategische beleidsbesluiten. Deze frequentie is ten minste driejaarlijks, of frequenter als de omvang, aard, schaal en complexiteit van de werkzaamheden van het pensioenfonds of de ppi daar om vragen.

Ten slotte wordt in het beleid van het pensioenfonds of de ppi een concrete en –indien mogelijk– gekwantificeerde omschrijving van de omstandigheden opgenomen die een tussentijdse actualisatie van de ERB vereisen en of deze omstandigheden een gehele of gedeeltelijke actualisatie van de ERB behoeft.

Volledigheidshalve, de ERB zelf is een zelfstandig leesbaar document. Over de inhoud en het proces van de ERB, zie de Factsheet eigenrisicobeoordeling: inhoud en proces.

Q&A’s en Factsheets Implementatie EU Richtlijn (EU 2016/2341)