De mate van diepgang en intensiteit van het cliëntenonderzoek moet een op risico-gebaseerde wijze vorm worden gegeven. Dit betekent dat instellingen het cliëntenonderzoek afstemmen op de risicogevoeligheid voor witwassen of terrorismefinanciering van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie. Een instelling moet kunnen aantonen dat de genomen cliëntonderzoeksmaatregelen in verhouding staan tot het geïdentificeerde witwasrisico of risico van terrorismefinanciering.
De Anti-witwasrichtlijn AMLD5 noemt factoren die moeten worden meegewogen bij het vaststellen van de risicogevoeligheid. Eén van de factoren die een bewijs vormt van een potentieel hoger risico betreft “producten of transacties die anonimiteit bevorderen”. Dit geldt voor virtuele valuta. De richtlijn noemt ook “zakelijke relaties op afstand of transacties op afstand, zonder bepaalde garanties zoals elektronische identificatiemiddelen”. DNB verwacht dat aanbieders van cryptodiensten expliciet rekening houden met deze risicofactoren, hetgeen er toe zal leiden dat bij cryptodienstverlening in veel gevallen verscherpt cliëntenonderzoek moet worden toegepast.
Een instelling dient echter ook zelf een risicoanalyse uit te voeren die samenhangt met haar bedrijfsvoering. Bij deze risicoanalyse dient de instelling rekening te houden met risicofactoren die specifiek zijn voor de instelling en haar dienstverlening, bijvoorbeeld rekening houdend met de producten en diensten zij aanbiedt en de transacties en leveringskanalen die zij faciliteert. Eigenschappen hiervan kunnen ook helpen om het risico te mitigeren.
De richtlijn bepaalt ook dat een aanbieder cliëntgebonden en geografische risicofactoren in ogenschouw dient te nemen. Daarbij kan bijvoorbeeld het type cliënt of de omstandigheden waaronder een zakelijke relatie tot stand komt een rol spelen. Het is aan deze aanbieders om een inschatting te maken van de risico’s en de intensiteit van het cliëntenonderzoek hierop aan te passen. Op basis van deze en andere factoren zullen deze aanbieders het cliëntonderzoek risico-gebaseerd moeten toepassen om ervoor te zorgen dat deze maatregelen in verhouding staan tot de mogelijke risico’s op witwassen en terrorismefinanciering, zodat deze risico’s voldoende worden beheerst en beperkt.
Bij verscherpt cliëntenonderzoek neemt de instelling extra maatregelen om de relatie te onderzoeken. De Wwft bepaalt dat een instelling redelijke maatregelen neemt om alle complexe en ongebruikelijk grote transacties, en alle ongebruikelijke transactiepatronen die geen duidelijk economisch of rechtmatig doel hebben, te onderzoeken. Daarbij dient de gehele zakelijke relatie met de cliënt aan een verscherpte controle te worden onderworpen.