Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Onderzoek naar de bron van de middelen van een cliënt

Factsheet

Op grond van artikel 3, tweede lid, sub d, Wwft dient een cliëntenonderzoek een instelling in staat te stellen een voortdurende controle uit te oefenen op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van de relatie verrichte transacties, met zo nodig een onderzoek naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden.

Gepubliceerd: 11 november 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

De DNB Leidraad Wwft en SW merkt hierover het volgende op:

‘Bij cliëntenonderzoek is het uitgangspunt dat de instelling zo nodig onderzoek verrichten naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden. De instelling legt verklaringen en objectieve en onafhankelijke documenten over de bron van de middelen als bewijsstukken in het cliëntendossier vast. De instelling stelt waar nodig nadere vragen. Dat gelden afkomstig zijn van een gereguleerde instelling betekent niet dat de instelling geen zelfstandig onderzoek hoeft uit te voeren. De instelling identificeert indicatoren op basis waarvan de diepgang van het onderzoek wordt bepaald om de plausibiliteit van de legale bron van de middelen vast te stellen. Enkele combinaties van indicatoren zijn het betreffende bedrag, de opgegeven reden van de herkomst van de middelen, de combinatie van leeftijd en beroep of bedrijfsactiviteiten van de klant, land van herkomst of bestemming van de middelen en geleverde product of dienst.

Zeker bij hoog-risico ligt het in de rede door middel van onafhankelijke, betrouwbare bronnen de plausibiliteit van de bron van de middelen vast te stellen en vast te leggen in het cliëntendossier.

Om de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie gebruikt wordt te kennen, kan het met name bij hoog-risico cliënten ook nodig zijn om inzicht te hebben in de vermogenspositie van de cliënt. Bij cliënten die hun vermogen spreiden, is het voor de instelling ook nodig om kennis te hebben van het verdere vermogen teneinde een correct risicoprofiel te kunnen opstellen. De instelling draagt zorg voor vastlegging van het uitgevoerde onderzoek naar de bron van de middelen.’

Ontdek gerelateerde artikelen