Wat staat in de statuten?
In artikel 111 Pw is omschreven welke bepalingen in ieder geval in de statuten opgenomen moeten worden:
- het doel van het pensioenfonds, waaronder een omschrijving van de werkingssfeer
- de bestemming van de middelen van het pensioenfonds
- het beheer van het pensioenfonds
- de inkomsten van het pensioenfonds
- de belegging van de gelden
- het bestuursmodel van het pensioenfonds, bedoeld in artikel 99 Pw
- de wijze waarop de bestuurders worden benoemd en ontslagen
- de wijze waarop het intern toezicht is georganiseerd
- de wijze waarop de leden van de raad van toezicht dan wel de visitatiecommissie worden benoemd en ontslagen
- de wijze waarop de leden van het verantwoordingsorgaan dan wel het belanghebbendenorgaan worden benoemd en ontslagen
- de wijziging van de statuten
- de liquidatie van het pensioenfonds, waaronder begrepen de verplichtingen van de liquidateuren en de bestemming van de bezittingen van het pensioenfonds; en
- de toepassing van artikel 105, derde lid Pw
Voor een beroepspensioenfonds zijn de verplichte bepalingen, die grotendeels gelijk zijn aan die in de Pw, opgenomen in de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Verder is van belang dat tevens de bepalingen voor rechtspersonen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing (kunnen) zijn.
Werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds
Ter afbakening van de werkingssfeer omschrijft het bedrijfstakpensioenfonds de bedrijfsactiviteiten van de bedrijfstak. Indien een bedrijfstakpensioenfonds de mogelijkheid tot vrijwillige aansluiting van werkgevers biedt, moet het in zijn statuten opnemen welke voorwaarden hierop van toepassing zijn.
Leeftijdsdiscriminatie en instemmingsrecht
De statuten mogen geen bepalingen bevatten die het lidmaatschap van het bestuur, de raad van toezicht, de visitatiecommissie en het verantwoordingsorgaan of het belanghebbendenorgaan onmogelijk maakt wegens het bereikt hebben van een bepaalde leeftijd. Bepalingen die partijen die geen orgaan zijn van het pensioenfonds goedkeuringsrechten geven inzake (voorgenomen) besluiten van het fonds zijn niet toegestaan, tenzij in de Pensioenwet anders is bepaald.
Toezicht DNB
De Pw vermeldt twee momenten van aanlevering van de statuten aan DNB:
- In verband met de oprichting van het fonds moet een authentiek afschrift van de akte van oprichting worden toegezonden. Zie hiervoor de factsheet Pensioenfondsen – overzicht oprichting, waarin onder meer wordt ingegaan op indiening van stukken en geldende termijnen.
- Bij wijziging van statuten: Binnen twee weken na wijziging moet een authentiek afschrift van de akte met de wijzigingen in de statuten worden toegezonden.
Voor een beroepspensioenfonds gelden soortgelijke verplichtingen op grond van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
DNB toetst de statuten van een pensioenfonds aan de Pw en het Burgerlijk Wetboek en overige relevante wet- en regelgeving. Deze toetsing is onderdeel van het materieel toezicht van DNB, dat risico gebaseerd plaatsvindt.