Informatiebijeenkomst op 27 mei over personentoetsingen DNB
Op dinsdag 27 mei a.s. organiseert DNB van 15.00 tot 16.45 uur een digitale informatiebijeenkomst over toetsingen.
Lees meer Informatiebijeenkomst op 27 mei over personentoetsingen DNBDe effecten van wijziging van de pensioenovereenkomst en de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten worden in ieder geval berekend doordat twee zaken inzichtelijk gemaakt worden:
Gepubliceerd: 29 juni 2023
Laatste update: 30 januari 2025
In sommige gevallen worden in plaats van een berekening van netto-profijt-effecten de transitie-effecten inzichtelijk gemaakt met bruto-profijt effecten. Dit geldt indien aan drie cumulatieve voorwaarden is voldaan, zoals is opgenomen in artikel 150e, lid 3 Pensioenwet (Pw):
In het transitieplan verantwoorden sociale partners onder andere met deze transitie-effecten (in ieder geval de netto-profijt-effecten of bruto-profijt-effecten en de pensioenverwachtingen) waarom sprake is van een evenwichtige transitie. Het pensioenfonds betrekt het transitieplan, waaronder deze transitie-effecten, bij de eigen besluitvorming over de opdrachtaanvaarding en het eventuele verzoek tot invaren. Ten behoeve van de medezeggenschap en het intern toezicht bij besluitvorming over invaren verstrekt het pensioenfonds het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht op grond van artikel 46b, lid 2, onderdeel h Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling (Besluit Pw en Wvb) in ieder geval de transitie-effecten van de totale transitie in termen van netto profijt per leeftijdscohort in hele geboortejaren en in termen van de pensioenverwachting per leeftijdscohort in hele geboortejaren die, voor zover het ouderdomspensioen betreft, wordt weergegeven op basis van een pessimistisch, verwacht en optimistisch scenario, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.
Het netto-profijt is ook relevant indien een pensioenfonds een overbruggingsplan indient. In dat geval onderbouwt het pensioenfonds, op grond van artikel 150p, lid 4 Pensioenwet (Pw) in het overbruggingsplan hoe het bij de transitie rekening heeft gehouden met generatie-effecten in termen van netto-profijt die ontstaan door het indienen van een overbruggingsplan. Zie ook:
Het netto profijt van een pensioenregeling wordt in artikel 150e, lid 2 Pw gedefinieerd als het verschil tussen
(A) De marktwaarde van de te verwachten pensioenuitkeringen (waaronder voor actieve deelnemers de verwachte pensioenuitkeringen uit toekomstige pensioenopbouw) en
(B) De marktwaarde van de toekomstige premie-inleg.
De wijziging van het netto profijt wordt berekend door (A) minus (B) te berekenen voor:
De wijziging van het netto profijt - het netto profijt voor (2) minus het netto profijt voor (1) - wordt uitgedrukt als percentage van (A) zoals berekend voor (1), het ongewijzigd voortzetten van de regeling. Dit percentage wordt tenminste berekend per leeftijdscohort in hele geboortejaren en per deelnemersgroep.
De transitie-effecten van de wijziging van de pensioenovereenkomst en de wijze waarop wordt
omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten worden berekend door de pensioenverwachting bij ongewijzigd voortzetten van de pensioenovereenkomst te vergelijken met de pensioenverwachting bij wijziging van de pensioenovereenkomst. Hierbij wordt de pensioenverwachting, voor zover het ouderdomspensioen betreft, weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario.
Hiervoor gebruikt de pensioenuitvoerder op grond van artikel 46e, vijfde lid Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling de uniforme scenarioset zoals bedoeld in artikel 23b Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Pensioenfondsen berekenen het netto profijt van het ongewijzigd voortzetten van de pensioenregeling en het netto profijt van de gewijzigde pensioenregeling met de vba-rekenmethodiek. De berekening omvat in beginsel alle toekomstige premies en alle toekomstige uitkeringen uit alle pensioenvormen, waaronder naast het ouderdomspensioen ook het nabestaandenpensioen, en zowel de onvoorwaardelijke als de voorwaardelijke elementen van de pensioenregeling. Onder andere omvat de berekening de toekomstige indexaties en kortingen in een uitkeringsregeling en de verdelingsregels van het compensatiedepot en de vul- en uitdeelregels van een solidariteits- of risicodelingsreserve in de solidaire of flexibele premieregeling.
Pensioenfondsen voeren de berekening uit op basis van de uniforme, risico-neutrale scenarioset die De Nederlandsche Bank periodiek beschikbaar stelt. De prognosehorizon volgt uit de uniform voorgeschreven set.
Uit artikel 46c, derde lid Besluit uitvoering Pw en Wvb volgt dat voor de vba-rekenmethodiek, die ook wordt gebruikt bij de berekening van netto profijt, bij de vaststelling van het fondsbeleid het volgende geldt:
Artikel 46c, lid 5 Besluit uitvoering Pw en Wvb bepaalt dat de pensioenuitvoerder de aannames, vereenvoudigingen en voor zover van toepassing de afwijking van het fondsbeleid op adequate wijze onderbouwt en opneemt in het implementatieplan. Voor zover een pensioenuitvoerder bij de berekening gebruik maakt van maatmensen leidt deze vereenvoudiging niet tot materiële afwijkingen in de berekening van de marktwaarden van de te verwachte pensioenuitkeringen van deelnemers, gewezen deelnemers en andere aanspraakgerechtigden. De pensioenuitvoerder hanteert over de gehele prognosehorizon realistische aannames ten aanzien van demografische ontwikkeling.
De vba-rekenmethodiek is tevens van toepassing bij invaren op basis van de vba-methode zoals bedoeld in artikel 150n Pw. Het pensioenfonds bepaalt hierbij de marktwaarde van (i) de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten bij het ongewijzigd voortzetten van de pensioenregeling en (ii) de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten in de gewijzigde pensioenregeling. In afwijking van de berekening van het netto profijt laat het pensioenfonds hierbij voor actieve deelnemers de verwachte pensioenuitkeringen uit toekomstige pensioenopbouw buiten beschouwing.
Voor de status van deze beleidsuiting en uitleg daarover kunt u de leeswijzer beleidsuitingen DNB raadplegen.
Op dinsdag 27 mei a.s. organiseert DNB van 15.00 tot 16.45 uur een digitale informatiebijeenkomst over toetsingen.
Lees meer Informatiebijeenkomst op 27 mei over personentoetsingen DNBHet DNB Pensioenseminar 2025 vond plaats op dinsdag 8 april, voorgezeten door Diana Matroos, in DeFabrique in Utrecht. Meer dan 300 bestuurders van pensioenfondsen en uitvoeringsorganisaties kwamen bijeen voor een inhoudelijke en inspirerende dag met als thema ‘Samen op weg naar de eindstreep’.
Lees meer Geslaagd DNB Pensioenseminar 2025: Samen op weg naar de eindstreepPensioenfondsen die hun invaarmelding nog niet bij DNB hebben ingediend, hebben op 15 april 2025 een nieuwe uitvraag van DNB met vragen over de pensioentransitie ontvangen.
Lees meer TRANSITIENIEUWS – Nieuwe uitvraag periodieke vragenlijst Wtp-transitieUiterlijk 19 mei 2025 dienen levensverzekeraars en premiepensioeninstellingen (ppi's) een transitierapportage in te leveren bij DNB. Vanaf 15 april kunnen zij deze rapportage indienen via DLR.
Lees meer Transitierapportage voor verzekeraars en ppi’s 2025Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.