Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Hoe beoordeelt DNB de toetsing van het strategisch beleggingsbeleid en toedelingsregels aan de risicohouding?

WTP Q&A

Vraag:

Hoe beoordeelt De Nederlandsche Bank (DNB) de toetsing van het strategisch beleggingsbeleid en toedelingsregels aan de risicohouding?

Gepubliceerd: 29 juni 2023

Laatste update: 15 november 2023

Bekijk eerdere versies in het archief

Antwoord:

Op grond van artikel 14d en 14t Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling (Besluit uitvoering Pw en Wvb) toetst de pensioenuitvoerder die verantwoordelijk is voor de beleggingen jaarlijks de risicoblootstelling aan de risicohouding. DNB beoordeelt de toetsing door de pensioenuitvoerder aan de hand van drie vragen:

  • Vindt de toetsing door de pensioenuitvoerder plaats op basis van correcte onderliggende informatie en op basis van een zo realistisch mogelijke scenario-analyse met de voorgeschreven uniforme scenarioset?
  • Worden de in de risicohouding gestelde grenzen overschreden?
  • Bij overschrijding: onderneemt de pensioenuitvoerder zo snel als redelijkerwijs mogelijk maar in ieder geval voor de volgende jaarlijkse toetsing, concrete stappen om het beleggingsbeleid zodanig aan te passen dat er geen sprake meer is van een overschrijding

Toelichting:

Op basis van artikel 14d Besluit uitvoering PW en Wvb toetst de pensioenuitvoerder die verantwoordelijk is voor de beleggingen jaarlijks op basis van een scenario-analyse of het beleggingsbeleid en de toedelingsregels (ingeval van de solidaire premieregeling) passend zijn bij de vastgestelde risicohouding en past het beleggingsbeleid aan als dat niet het geval is.

De vastgelegde risicohouding stelt grenzen per (leeftijds)cohort

De risicohouding komt tot uitdrukking in verschillende maatstaven per (leeftijds)cohort: de risicomaatstaf, de verwachtingsmaatstaf en de lange termijn risicomaatstaf indien gebruik wordt gemaakt van mechanismen die risico naar de toekomst verplaatsen. De (lange termijn) risicomaatstaf stelt per (leeftijds)cohort een bovengrens aan het risico (maximaal aanvaardbare afwijking), terwijl de verwachtingsmaatstaf per (leeftijds)cohort een ondergrens stelt aan de verwachting (minimale verwachting).

Jaarlijks wordt door de pensioenuitvoerder de risicoblootstelling getoetst aan de vastgelegde grenzen
Door middel van een scenario-analyse wordt de risicoblootstelling bepaald. De scenario-analyse wordt gedaan op basis van een zo realistisch mogelijke doorrekening van het pensioenbeleid, waarbij wordt aangesloten bij het strategische beleggingsbeleid en het fondsbeleid zoals dat in de abtn (voor pensioenfondsen) is vastgelegd. In deze scenario-analyse maakt de pensioenuitvoerder gebruik van de door DNB beschikbaar gestelde uniforme scenarioset zoals bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader.

De risicoblootstelling wordt bepaald op basis van artikel 15 en (het formularium in) de bijbehorende bijlage 1a van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling (Regeling Pw en WVb). De berekeningshorizon van de risicoblootstelling is tot levenseinde omdat in de risicomaatstaven gebruik wordt gemaakt van percentielen van de gewogen uitkering in de gehele (resterende) uitkeringsfase. Uitzondering hierop is de jaar-op-jaar-afwijking die wordt gehanteerd als risicoblootstelling bij de risicomaatstaf voor de uitkeringsfase. De risicoblootstelling wordt ten minste bepaald voor maatmensen per geboortejaar en per pensioenregeling waarvoor de risicohouding is vastgelegd. De risicoblootstelling wordt in ieder geval bepaald voor deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. De risicoblootstellingen die volgen uit de (maatmens)doorrekening worden getoetst aan de vastgestelde risicohouding per (leeftijds)cohort.

De jaarlijkse bepaling van de risicoblootstelling wordt voor pensioenfondsen gebaseerd op de pensioenfondsbalans en de onderliggende gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarstaten over het aan de rapportagedatum voorafgaande boekjaar.

Bij overschrijding van de grenzen neemt de pensioenuitvoerder maatregelen

Als uit de toetsing blijkt dat de in de risicohouding gestelde grenzen worden overschreden, neemt de pensioenuitvoerder zo snel als redelijkerwijs mogelijk maar in ieder geval voor de volgende jaarlijkse toetsing, maatregelen zodanig dat wordt voldaan aan de gestelde eisen in artikel 14b en 14d van het Besluit uitvoering PW en Wvb. Dit betekent dat het strategisch beleggingsbeleid en/of de toedelingsregels (ingeval van de solidaire premieregeling) zodanig worden ingevuld dat de in de risicohouding gestelde grenzen niet langer worden overschreden. Een pensioenfonds legt in de abtn van tevoren vast hoe het pensioenfonds het beleid aanpast bij een overschrijding van de risicohouding. Deze vastlegging kan ook enkel procedureel van aard zijn.

Disclaimer

Q&A’s bieden nader inzicht in de beleidspraktijk van DNB doordat we daarin wettelijke toezichtregels interpreteren. Onder toezicht staande instellingen kunnen ook op andere wijze aan de wet- of regelgeving voldoen. Instellingen moeten daarbij wel gemotiveerd aan DNB kunnen aantonen dat zij met hun invulling voldoen aan de wet- of regelgeving. Voor een nadere toelichting op de status van de beleidsuitingen van DNB zie de Leeswijzer beleidsuitingen DNB op Open Boek Toezicht.

Relevante wet- en regelgeving

- De artikelen 14b, 14d, 14t en 14u Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
- Artikel 23b Besluit Financieel toetsingskader pensioenfondsen
- Artikel 15 Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

Per 15 november 2023 is de zin ‘maatmensen per geboortejaargroep’ gewijzigd in ‘maatmensen per geboortejaar’. Dit is geen beleidswijziging, maar een begripsverduidelijking.