Last onder dwangsom voor D-Max Corporate B.V. voor het niet tijdig rapporteren
D-Max Corporate B.V. (D-Max) heeft op 25 juli 2022 een last onder dwangsom ontvangen waarbij D-Max werd opgedragen om haar wettelijke verplichte integriteitsrisicorapportageformulier (IRAP-formulier) binnen tien werkdagen in te dienen.
Overtreding
D-Max heeft haar wettelijk verplichte IRAP-formulier over 2021 niet tijdig bij De Nederlandsche Bank (DNB) ingediend. Het IRAP-formulier had uiterlijk 9 juni 2022 bij DNB ingediend moeten zijn, maar D-Max heeft dat nagelaten. Daarmee heeft D-Max de Wet toezicht trustkantoren 2018 overtreden. Bij besluit van 25 juli 2022 heeft DNB hiervoor - in lijn met het Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages - aan D-Max een last onder dwangsom opgelegd. In deze last onder dwangsom heeft D-Max tien werkdagen de tijd gekregen om het IRAP-formulier alsnog bij DNB in te dienen. Doordat D-Max het IRAP-formulier op het moment van openbaarmaking van deze last onder dwangsom nog niet heeft ingediend, moet zij EUR 12.500,- aan dwangsommen betalen. D-Max dient het IRAP-formulier alsnog in te dienen.
Tegen de last onder dwangsom is geen bezwaar gemaakt, waardoor dat besluit onherroepelijk is geworden.
Lees hieronder het volledige besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom, met uitzondering van vertrouwelijke gegevens. Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met de informatiedesk van DNB: 0800 - 020 1068 (gratis).
Besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom aan D-Max Corporate B.V.