De prijzen stabiel houden, dat is het doel van de Europese Centrale Bank (ECB). Stabiele prijzen zijn van essentieel belang voor het goed functioneren van onze economie. Een tijd lang stegen de prijzen veel te hard. Daarom neemt de centrale bank maatregelen om de inflatie terug naar de doelstelling van 2% te krijgen.
Centrale bank en inflatie
Natuurlijk bepaalt de Europese Centrale Bank, de ECB, niet de hoogte van de prijzen. Dat doet de markt, waar de wet van vraag en aanbod geldt. De ECB heeft geen directe invloed op de inflatie. Maar zij heeft wel gereedschap om de inflatie indirect, met omwegen, te beïnvloeden. Dat doet de centrale bank met monetair beleid.
Rente als gas- en rempedaal
Het belangrijkste instrument dat de ECB op dit moment inzet om de inflatie omlaag te krijgen, is de beleidsrente. Die rente bepaalt hoeveel rente banken in Europa moeten betalen om geld bij de ECB te lenen of aan te houden. De rente werkt als het gas- en rempedaal van de economie.
Renteverlaging Een renteverlaging helpt om de economie te stimuleren en kan op die manier zorgen dat de inflatie toeneemt. Hoe werkt dat? Als de rente laag is, dan is het goedkoper om geld te lenen: je hoeft minder rente te betalen. In de praktijk betekent een lage rente vaak dat mensen en bedrijven makkelijker lenen en geld uitgeven. Ze zetten minder snel hun geld op een spaarrekening, omdat het daar weinig rente oplevert. En als mensen meer geld uitgeven en bedrijven meer investeren, dan stimuleert dat de economie en wordt de vraag groter. En als de vraag groter wordt, dan stijgen de prijzen. Oftewel: dan wordt de inflatie hoger.
Rentestijging Een rentestijging is juist bedoeld om de economie wat af te remmen en te zorgen dat de inflatie daalt. Hoe dat werkt? Een hoge rente maakt het duurder om geld te lenen. De rente maakt het ook aantrekkelijker om geld te sparen. Dat zorgt ervoor dat mensen en bedrijven minder geld uitgeven. En dan neemt de vraag af. Het gevolg daarvan is dat de prijzen minder hard stijgen waardoor de inflatie afneemt.
Inflatie: prijsstijging
Als de prijzen van veel producten en diensten stijgen, spreken we van inflatie. Die inflatie wordt uitgedrukt in een percentage. De Nederlandse inflatie was in oktober 2024 bijvoorbeeld 3,3 procent. Dat percentage laat zien hoeveel geld consumenten gemiddeld méér kwijt waren aan hun normale uitgaven vergeleken met een jaar eerder.
Zo wordt het inflatiecijfer berekend
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent het inflatiecijfer. De onderzoekers houden daarvoor de prijzen bij van een ‘mandje’ met allerlei producten waaraan we geld uitgeven. Van koffie tot kleding, van een smartphone-abonnement tot de huur. Elke maand berekenen de onderzoekers van het CBS het actuele inflatiecijfer. Dat doen ze met een Europese maatstaf, om zo de inflatiecijfers binnen het eurogebied goed te kunnen vergelijken. Dit noemen we voluit de Geharmoniseerde Consumptieprijsindex (HICP).
Tijdens de coronacrisis kwam de economie in 2020 tot stilstand. Toen de economie daarna weer opstartte en de vraag naar allerlei producten en diensten toenam, konden bedrijven niet snel genoeg aan materialen en mensen komen om die te kunnen leveren. Daardoor ontstond een groot tekort aan producten en diensten. De oorlog in Oekraïne zorgde voor nog meer tekorten, vooral van gas, olie en voedsel als graan en zonnebloemolie.
Door de nasleep van corona en de oorlog was de vraag naar veel producten en diensten groter dan het aanbod. En als de vraag groter is dan het aanbod, stijgen de prijzen als de markt zijn werk doet.
Dure energie drijft de prijzen verder op
Duurdere energie maakte dat ook veel andere producten meer zijn gaan kosten: de kas waarin je paprika’s groeien, moet worden warm gestookt. Het busje dat je bestelling thuis brengt, rijdt ook niet op lucht. En doordat alle prijsstijgingen het leven duurder maken, willen veel werknemers ook loonsverhoging. Hogere lonen betekenen hogere kosten voor bedrijven, en die worden doorberekend in de prijzen.
Inflatie en onze welvaart
Inflatie betekent dus dat de meeste prijzen stijgen. Vooral bij een hoge inflatie merk je goed dat alles duurder wordt. Daardoor kun jij met jouw geld minder kopen. Misschien kom je niet meer rond met je inkomen. Dat kan veel zorgen opleveren, en is ook niet goed voor de economie. Een te hoge inflatie leidt door snelle prijsveranderingen tot grote onzekerheid. En dat willen centrale banken voorkomen.
Ook al is de inflatie in Nederland en de eurozone aanzienlijk gedaald, ze is nog steeds hoger dan de beoogde inflatie van 2%. De ECB heeft sinds juli 2022 de beleidsrente tien stappen verhoogd tot 4% om zo de vraag naar producten en diensten af te remmen en de inflatie naar beneden te krijgen. In juni 2024 is de rente voor het eerst sinds juli 2022 weer verlaagd. De centrale bank is overigens niet de enige partij die kan helpen om de inflatie onder controle te krijgen. Ook de overheid, werkgevers en werknemers kunnen ervoor zorgen dat de inflatie sneller zakt.
De economie bevindt zich momenteel in een uitzonderlijke situatie. De inflatie is een tijd lang uitzonderlijk hoog geweest. De ECB heeft er hard aan gewerkt om de inflatie omlaag te krijgen en het effect van haar beleid zal waarschijnlijk nog een tijdje doorwerken. Maar prijsstijgingen zijn geen taboe: het inflatiecijfer hoeft niet op 0% uit te komen. Een ‘beetje’ inflatie is namelijk goed voor de economie. Als de prijzen geleidelijk stijgen, stimuleert dat consumenten om hun geld uit te geven.
2% is het doel
De ECB ziet de zorg voor stabiele prijzen als de allerbeste bijdrage die de centrale banken kunnen leveren aan de welvaart van mensen in Europa. Daarbij hoort een inflatie van 2% in het hele eurogebied op de middellange termijn. Dat maakt de prijsontwikkeling voor iedereen duidelijk en voorspelbaar.
0% is te weinig
Waarom streeft de bank niet naar 0%? Die 2% biedt een veiligheidsmarge voor het geval dat de prijzen dalen. Het vermindert het risico dat we dan in een situatie van deflatie terechtkomen. En deflatie, een daling van het algemene prijspeil, wil de ECB voorkomen want dat is mogelijk nog schadelijker voor onze economie. Bij dalende prijzen, wachten mensen en bedrijven met hun aankopen in de hoop dat alles op een later moment nog goedkoper wordt. De vraag daalt daardoor, en de economie kan sterk afremmen.
En? Wat kunnen we nu verwachten voor de inflatie?
De inflatie reageert nooit meteen op de rente. Dat heeft tijd nodig. Ook blijft veel onzeker door wereldwijde spanningen en wat die betekenen voor onze economie en de inflatie. Daarom blijft de ECB alert en komt, als het nodig is, stapsgewijs met nieuwe maatregelen om de inflatie op middellange termijn terug te dringen tot 2% en daar te houden.
Ook Europese toezichthouders denken mee
De kosten voor het levensonderhoud zijn omhooggeschoten en ook de rente is een stuk hoger dan de afgelopen jaren. Dat laatste heeft gevolgen voor de afbetaling van hypotheken, persoonlijke leningen en de waarde van pensioenen. Het is niet altijd duidelijk hoe je hier zo goed mogelijk mee om kunt gaan. Daarom hebben financiële toezichthouders in de Europese Unie een overzicht gemaakt met handige tips en adviezen.
Op 7 november was Klaas Knot te gast bij Room for Discussion, het interviewprogramma van studenten van de Universiteit van Amsterdam. Over de uitdagingen op het gebied van monetair beleid, economische groei, financiële stabiliteit en inflatiebestrijding.
De toegenomen internationale spanningen kunnen een impact hebben op financiële instellingen. Dat zegt De Nederlandsche Bank vandaag bij de presentatie van haar toezichtvisie voor 2025-2028 en een studie naar de effecten van geopolitieke risico’s op financiële instellingen.
Vandaag publiceert De Nederlandsche Bank ‘Weerbaar in een gure wereld’, een onderzoek naar de mogelijke impact van geopolitieke risico’s op financiële instellingen. DNB-econoom Maurice Doll schreef mee aan de studie en vertelt over de belangrijkste bevindingen.
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies. Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.