Tijdens de energiecrisis hebben huishoudens massaal energie bespaard en meer geïnvesteerd in verduurzaming. Uit onderzoek van DNB blijkt dat voor meer dan de helft van de huishoudens deze energiebesparing een blijvende aanpassing lijkt te zijn, ook nu de energieprijzen weer zijn gedaald. Een groot deel van de huishoudens heeft het energieverbruik blijvend verminderd door hun gedrag aan te passen. Ook zijn huiseigenaren fors meer gaan investeren in de verduurzaming van hun woning dan een jaar eerder.
De hogere energieprijzen tijdens de energiecrisis hebben ook geleid tot betalingsproblemen bij huishoudens met lagere inkomens en/of slecht geïsoleerde huizen. Inmiddels zijn de energieprijzen een stuk lager dan tijdens de piek in 2022, maar nog steeds boven het langjarige gemiddelde. Het aantal huishoudens dat moeite heeft om de energierekening te betalen is gehalveerd vergeleken met eind 2022, blijkt uit een Analyse van DNB.
Verduurzaming woningen
De verduurzaming van woningen is een belangrijk onderdeel van de transitie naar een klimaatneutrale economie. Maar een duurzame woning is niet alleen goed voor het klimaat, het kan ook de energierekening verlagen. De verduurzaming van woningen is de laatste jaren versneld en het aantal huizen met slechte energielabels daalt. Dit komt mede doordat de gestegen energieprijzen in 2022 leidden tot financiële prikkels om energieverbruik te verminderen en woningen te verduurzamen. Ook zijn Nederlandse huishoudens sinds de start van de COVID-pandemie fors meer gaan sparen en heeft de overheid subsidies en gunstige leenmogelijkheden uitgebreid, waardoor meer financiële middelen beschikbaar zijn voor verduurzaming van de eigen woning.
Uit een Analyse van DNB blijkt dat nu bijna alle huiseigenaren de verduurzaming van hun eigen woning kunnen financieren. Toch blijft het verduurzamen van woningen achter op de doelstelling. Dit komt vooral doordat huishoudens eraan twijfelen of de investeringen zich wel terugbetalen, en doordat relatief weinig mensen gebruikmaken van beschikbare subsidies en gunstige leenvoorwaarden. Betere en makkelijk beschikbare informatie en advies hierover vanuit de overheid kan de verduurzaming van koopwoningen versnellen.
Subsidiëren of beprijzen?
Het huidige Nederlands klimaatbeleid is vooral gericht op subsidies. Subsidies voor investeringen om klimaatverandering tegen te gaan, liggen in Nederland relatief hoog. Dit heeft een paar belangrijke nadelen. Subsidies doen een beroep op schaarse overheidsmiddelen, de overheid moet voor het uitkeren van subsidies vaststellen wat de technisch beste oplossingen zijn, en er liggen overwinsten op de loer omdat subsidies vaak ook ten goede komen aan investeringen die al rendabel waren.
Beprijzing van vervuiling werkt
Uiteindelijk is het ontbreken van een financiële prikkel de belangrijkste reden voor het achterblijven van groene investeringen en oplossingen. Private partijen hebben een rendement nodig maar het rendement wordt ondermijnd door de lage belasting op CO2-uitstoot in de meeste sectoren. Als die hoger zou zijn, zouden groene investeringen, die nodig zijn om de klimaatdoelen te halen, meer rendabel worden. Door beprijzing wordt duurzaam gedrag gestimuleerd en wordt vervuilend gedrag ontmoedigd. Door duidelijke normen op te stellen wordt het ook duidelijk voor bedrijven en burgers wat er van hen verwacht wordt. Beprijzing en normering kunnen er dus voor zorgen dat de energietransitie efficiënt en kosteneffectief verloopt. Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Klimaat van het voorjaar 2023 bevat goede normerende en beprijzende maatregelen voor duurzame mobiliteit, industrie, gebouwen en landbouw.
Knelpunten voor groene financiering
Naast de te lage CO2-beprijzing zijn er andere knelpunten in de financiering van groene investeringen. Een daarvan is dat de investeringskosten zich vaak op de (zeer) lange termijn uitbetalen, waardoor banken en investeerders worden blootgesteld aan betrekkelijk hoge liquiditeitsrisico’s. En doordat de verschillende maatstaven voor duurzaamheid/klimaatimpact niet goed vergelijkbaar zijn, kunnen financiële instellingen niet goed inschatten hoe duurzaam investeringen zijn. Een ander knelpunt is dat het moeilijk is om het verwachte rendement van innovaties in te schatten en dat maakt het lastiger om een krediet of lening van een bank te krijgen. Voor innovaties zijn ondernemers daarom aangewezen op durfkapitaal, maar dat is er in Europa weinig. Tot slot kan schaal een probleem zijn. Voor kleinschalige projecten is het voor kapitaalverschaffers vaak niet de moeite waard om een gedegen risicoanalyse te maken.
Aanbevelingen voor groene financiering
Het zou helpen als grote, institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, een grotere rol in de financiering zouden spelen, maar gebrek aan schaal is vaak een probleem. De overheid zou hierbij (de kosten van) bundeling en standaardisatie voor haar rekening kunnen nemen. Daarnaast is een grotere rol weggelegd voor private equity en investeringsfondsen die met durfkapitaal financiering verstrekken. Juist bij deze partijen kunnen ondernemers aankloppen voor investeringen in innovatieve duurzame technologieën met een hoog risicokarakter. Lees meer over ons onderzoek en onze aanbevelingen voor de financiering van de energietransitie: