Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

De CO2 voetafdruk van Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen scherper in beeld

Nieuws

Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen beleggen niet alleen direct in beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties, maar ook indirect, via beleggingsinstellingen. Nieuwe DNB-cijfers over de CO2‑uitstoot van niet-financiële ondernemingen omvatten zowel directe als indirecte beleggingen, en geven daarmee een completer beeld van de CO2‑uitstoot van pensioenfondsen en verzekeraars. Daaruit komt naar voren dat de relatieve uitstoot gerelateerd aan economische productie over de periode 2020-2021 lager is als indirecte beleggingen worden meegerekend, terwijl de absolute uitstoot hoger is. Dat laatste komt doordat beleggingsinstellingen nu ook in de analyse zijn meegenomen.

Gepubliceerd: 10 oktober 2024

Boorplatform

Eind 2021 belegden verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (ICPF’s) in Nederland € 514 miljard direct in beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties, en nog eens € 376 miljard indirect via Nederlandse beleggingsinstellingen. Bij de beoordeling van de CO2‑uitstoot die gepaard gaat met deze ICPF-portefeuilles moeten zowel directe als indirecte beleggingen in overweging worden genomen om de risico's van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen nauwkeuriger in beeld te brengen. Vanuit het oogpunt van toezicht en financiële stabiliteit hebben we gekeken naar de transitierisico's die voortvloeien uit een waardedaling van – met name – CO2‑intensieve bedrijven, als gevolg van de maatschappelijke transitie naar een CO2‑neutrale economie in 2050.

Bron: statistieken DNB

Bij De Nederlandsche Bank stellen we onafhankelijk statistieken op over de Nederlandse financiële sector en economie. Dit artikel is gebaseerd op die cijfers. Meer informatie over onze statistieken en alle dashboards vind je op de Statistiek homepage.

In eerdere studies die de CO2‑uitstoot in kaart brengen, is in de berekeningen vanwege gegevensbeperkingen vaak geen rekening gehouden met indirecte beleggingen via beleggingsinstellingen. Statistici van DNB hebben deze beperkingen ondervangen door gebruik te maken van nationaal beschikbare gegevens over Nederlandse beleggingsinstellingen en door een zogenoemde doorkijkmethode (‘look-through’) toe te passen om indirecte beleggingen mee te nemen (zie het eerste kader en de ondersteunende Engelstalige DNB-analyse). Hiermee ontstaat een completer beeld van de CO2‑voetafdruk van verzekeraars en pensioenfondsen. De indirecte beleggingen zullen ook worden meegenomen in toekomstige publicaties van de klimaatveranderingsindicatoren van het Europese stelsel van centrale banken (Engels).

De absolute uitstoot neemt toe, maar de relatieve uitstoot neemt af als indirecte beleggingen worden meegerekend

Op basis van de meest recente beschikbare gegevens stijgt de gefinancierde uitstoot, dat wil zeggen de totale CO2‑uitstoot die de ICPF-sector financiert via beleggingen in niet-financiële ondernemingen, in 2020 met 97%, en in 2021 met 57% wanneer beleggingen via beleggingsinstellingen worden meegerekend. Deze toename is een verwacht effect en een direct gevolg van de toegenomen portefeuilleomvang.

Als we de totale portefeuille van directe en indirecte beleggingen vergelijken met die van alleen directe beleggingen, zien we dat pensioenfondsen en verzekeraars in verhouding minder CO2‑intensieve bedrijven financieren in termen van relatieve CO2‑uitstoot gerelateerd aan economische productie.

Het meenemen van indirecte beleggingen via Nederlandse beleggingsinstellingen resulteert in een afname van de gewogen gemiddelde CO2‑intensiteit (Weighted Average Carbon Intensity – WACI) van verzekeraars en pensioenfondsen met 8% in 2020 en 15% in 2021. Dit betekent dat de gemiddelde CO2‑intensiteit van de portefeuille lager is wanneer indirecte beleggingen worden meegerekend, wat is toe te schrijven aan het feit dat beleggingsinstellingen relatief meer beleggen in minder CO2‑intensieve industrieën, vergeleken met de directe beleggingen van verzekeraars en pensioenfondsen. Over het geheel genomen zijn de relatieve transitierisico's van verzekeraars en pensioenfondsen vanaf 2020-2021 afgenomen. 

Deze analyse maakt gebruik van een interne DNB-effectendataset. Op basis van deze gegevens kan een groot deel van de ICPF-beleggingen in beleggingsinstellingen worden meegenomen met behulp van de look‑through‑methode. Hierdoor stijgt de ICPF-beleggingsportefeuille in beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties aanzienlijk, van € 514 miljard naar € 890 miljard.

De berekening van CO2‑indicatoren is gebaseerd op een subset van deze portefeuilles. In overeenstemming met de klimaatveranderingsgerelateerde indicatoren van het ESCB ligt de nadruk op de CO2‑trends in de reële economie en is de analyse dus beperkt tot de blootstelling aan niet-financiële ondernemingen. Door dit filter toe te passen voor de berekening van de indicatoren, bedroeg de relevante directe ICPF-beleggingsportefeuille € 312 miljard euro in 2021. De totale portefeuille, inclusief directe en indirecte beleggingen, kwam uit op € 616 miljard.

CO2‑indicatoren van na 2021 zijn nog niet beschikbaar, maar de data worden jaarlijks bijgewerkt.

Wat is de look-through-methode?

Financiële instellingen kunnen hun beleggingsportefeuille zelf beheren (directe beleggingen) en/of deze laten beheren door externe beleggingsinstellingen, die namens hen beleggen (indirecte beleggingen). Om een completer beeld te krijgen van de portefeuille van de financiële instelling en de bijbehorende risico's, moet ook de beleggingsportefeuille van de beleggingsinstellingen worden meegenomen.

Met de zogenaamde look-through-methode kunnen we door de beleggingen van de externe beleggingsinstellingen heenkijken (look-through). Stel dat pensioenfonds A € 500 belegt in beleggingsinstelling B. We kijken door fonds B heen door de belegging van A in B te vervangen door de beleggingsportefeuille van B, rekening houdend met de portefeuillesamenstelling van de beleggingsinstelling. In wezen wordt de € 500 nu over diverse beleggingen verdeeld op basis van de portefeuille van B.

Buitenlandse beleggingsinstellingen zijn vooralsnog niet opgenomen in onze analyse. Wanneer beleggingsinstellingen zelf ook weer in beleggingsinstellingen beleggen, is er een meervoudige look-through nodig om een volledig beeld te krijgen.

Gefinancierde uitstoot en gewogen gemiddelde CO2 intensiteit (WACI)

Gefinancierde uitstoot, of absolute CO2 uitstoot gefinancierd door een financiële sector, wordt berekend op basis van het eigendomsperspectief. De jaarlijkse CO2 uitstoot van een bedrijf wordt toegerekend aan een financiële instelling of sector in verhouding tot het aandeel in de bedrijfsactiviteiten dat de instelling/sector financiert. Deze absolute indicator is het belangrijkste kengetal voor de totale uitstoot van een financiële instelling of sector, maar vanwege verschillen in de omvang van portefeuilles is deze indicator niet geschikt om instellingen onderling te vergelijken.

De WACI is de relatieve CO2 uitstoot per miljoen euro bedrijfsomzet (CO2 intensiteit), gewogen door de portefeuillegewichten van de belegger. Deze indicator is op twee manieren relatief: 1) de CO2 intensiteit weerspiegelt de uitstoot van een emittent in verhouding tot diens omzet, en 2) het portefeuillegewicht geeft de waarde van een belegging aan in verhouding tot de volledige beleggingsportefeuille van de belegger. Hoewel deze indicator het mogelijk maakt om financiële instellingen en sectoren te vergelijken, geeft deze geen informatie over het absolute uitstootniveau.

In deze analyse richten wij ons op de gefinancierde uitstoot en de WACI op basis van Scope 1-uitstoot, dat is de directe CO2 uitstoot die wordt veroorzaakt door bronnen die worden beheerd door of eigendom zijn van het bedrijf (bijvoorbeeld uitstoot die samenhangt met de verbranding van brandstof in ketels, ovens, en voertuigen). Dezelfde berekeningen zijn ook uitgevoerd voor Scope 2-uitstoot (de indirecte CO2 uitstoot van een bedrijf gerelateerd aan de aankoop van elektriciteit, stoom, warmte of koeling) en zijn te vinden in de ondersteunende DNB-analyse (Engelstalig).

Ontdek gerelateerde artikelen