We hebben kennisgenomen van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in hoger beroep in de zaak bunq. We stellen vast dat het college concludeert dat DNB op een aantal punten heeft bewezen dat bunq antiwitwasregels heeft overtreden. Het college wijst op de verplichting onderzoek te doen naar de bron van de financiële middelen van een klant, de verplichting om de uiteindelijk belanghebbende te identificeren en het overtreden van de regels rond verscherpt onderzoek bij politiek prominente personen.
Een aantal van de door DNB geconstateerde overtredingen acht het college echter niet bewezen. We gaan de uitspraak verder bestuderen en onderzoeken wat dit betekent voor het toezicht. We nemen de uitspraak ook mee in de dialoog die DNB voert met de financiële sector over de risicogerichte invulling van de wettelijke vereisten en de inzet van technologie bij de bestrijding van witwassen.