Eén reactie en één verduidelijking
Op de consultatie, die in april was opengesteld, is één reactie binnengekomen bij de AFM en De Nederlandsche Bank (DNB). De Rbb 2021 komt in de plaats van de Rbb 2017 en de inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de oude regeling komen voornamelijk door de implementatie van een deel van de beloningsregels uit de Investment Firm Directive (IFD).
Uitkomst van de consultatie
De consultatiereactie bevatte twee vragen. Ten eerste is in deze reactie gevraagd op welk prestatiejaar en op welk moment van toekenning de gewijzigde beloningsregels voor het eerst van toepassing zijn.
De IFD kent geen overgangsrecht. Dat betekent dat vanaf het moment van inwerkingtreding van de Implementatiewet en daarmee ook de inwerkingtreding van de Rbb 2021, de beloningsregels in deze regeling van toepassing worden. Als voorbeeld, op een prestatiebonus die in het voorjaar van 2022 wordt toegekend over het prestatiejaar 2021, zijn de regels uit de Rbb 2021 van toepassing. Dat de Richtsnoeren betreffende een beheerst beloningsbeleid voor beleggingsondernemingen van toepassing worden op 31 december 2021, laat onverlet dat de regels uit de Rbb 2021 van toepassing worden op het moment dat de Rbb 2021 in werking treedt.
In de reactie werd ook gevraagd of personeelsleden waarvan de beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden geïdentificeerd dienen te worden als een beleggingsonderneming een beroep kan doen op de proportionaliteitsregel uit onderdeel 18, aanhef en onder a, van bijlage A respectievelijk onderdeel 12, aanhef en onder a, van bijlage B bij de Rbb 2021 en indien dat het geval is welke beloningsregels uit de Rbb 2021 gelden.
Ook indien een beleggingsonderneming een beroep op deze onderdelen kan doen, dient zij deze personeelsleden te identificeren. Zij is alleen uitgezonderd van het toepassen van onderdeel 14, 15 en de tweede alinea van onderdeel 17 van bijlage A respectievelijk onderdeel 8, onder f en h, en onderdeel 11 van bijlage B. De overige onderdelen blijven onverkort van toepassing.
Goedkeuring van het gebruik van alternatieve instrumenten door de AFM
Na afloop van de consultatie is nog wel een wijziging aangebracht in de geconsulteerde Rbb 2021 met als doel om meer helderheid te verschaffen aan de sector. In onderdeel 8(g) van bijlage B bij de Rbb 2021 is duidelijk gemaakt dat de AFM de toezichthouder is die het gebruik van een alternatieve regeling voor de samenstelling van de variabele beloning kan goedkeuren voor beleggingsondernemingen die onder het toepassingsgebied van bijlage B vallen.
Op 15 april 2021 hebben de AFM en DNB de gezamenlijke Rbb 2021 geconsulteerd. De uitkomst van deze consultatie is op 2 augustus 2021 op de websites van de AFM en DNB gepubliceerd.
Publicatie Rbb 2021 in Staatscourant
Namens de AFM en DNB is op 1 oktober de Rbb 2021 in de Staatscourant gepubliceerd.
Inwerkingtreding Rbb 2021
Met de publicatie in de Staatscourant is de Rbb 2021 nog niet in werking getreden. De inwerkingtreding van de Rbb 2021 hangt samen met de Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen. Zodra deze in werking treedt, zal ook de Rbb 2021 in werking treden.