Waarom telt deze schuld (nog) niet mee?
In de officiële nationale rekeningen wordt deze gezamenlijke EU-schuld niet meegenomen. Dat komt doordat de schuld economisch eigendom is van de EU, en niet van de afzonderlijke lidstaten. Lidstaten zijn echter wel samen verantwoordelijk voor deze schuld, en uiteindelijk zijn de nationale en de Europese belastingbetaler natuurlijk ook één en dezelfde persoon.
Voor welk deel van deze schuld is Nederland verantwoordelijk?
Hoewel lidstaten dus gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de volledige EU-schuld, kunnen we wel een inschatting maken van welk deel van deze schuld via hogere EU-afdrachten voor rekening van Nederland komt. Lidstaten dragen bij aan de EU-begroting op basis van hun aandeel in het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU. In 2024 was dat aandeel voor Nederland ongeveer 6,2%. Op basis van dit percentage heeft Nederland een aandeel van €17,6 miljard in de geconsolideerde EU-schuld. Toerekening op basis van het bni is echter wel een vereenvoudiging, omdat de EU deze schuld ook (deels) zou kunnen financieren via eigen EU-inkomsten.
Als we deze schuld optellen bij de Nederlandse overheidsschuld, stijgt onze schuldquote (de schuld als percentage van het bbp) van 43,7% naar 45,3%. Sinds kort rapporteert ook de Duitse centrale bank, de Bundesbank, eenzelfde stijging die voor rekening van Duitsland komt. Daarbij gebruikt de Bundesbank net zoals DNB cijfers over de EU-schuld van Eurostat, het Europese statistiekbureau, die pas sinds vorig jaar worden gepubliceerd. In Europees verband zorgt deze gezamenlijke EU-schuld voor een gemiddelde schuldquote onder de lidstaten van niet 82 %bbp, maar 83,6 %bbp.