Hoe groot is het Nederlandse aandeel in de EU-schuld?

Achtergrond

De Europese Unie (EU) leent steeds vaker geld om projecten te financieren. Deze leningen worden niet namens één land afgesloten, maar namens alle EU-landen samen. Dit noemen we ook wel eurobonds. In dit artikel leggen we uit voor welk deel van deze gezamenlijke EU-schuld Nederland verantwoordelijk is, en waarom we dit voortaan meenemen bij het beoordelen van de Nederlandse overheidsfinanciën.

Gepubliceerd: 10 november 2025

Moderne brug in Europa

Waarom is er gezamenlijke EU-schuld en hoe hoog is die?

De EU heeft de afgelopen jaren flink meer geld geleend. In 2024 stond er voor ongeveer €875 miljard aan schuld uit op EU-niveau ten opzichte van €538 miljard in 2021. De EU-schuld is vooral gestegen om het coronaherstelplan (NGEU-programma) te financieren en leningen aan Oekraïne te verstrekken (MFA-leningen).  Via het NGEU-programma verstrekt de EU overdrachten en leningen aan lidstaten. De EU betaalt deze uitgaven met geleend geld, dat vanaf 2028 wordt terugbetaald. De leningen moeten uiteindelijk worden terugbetaald door de lidstaten die ze hebben ontvangen. Wat overblijft van de gezamenlijke EU-schuld nadat de terug te betalen NGEU-leningen ervan zijn afgetrokken, is de zogenaamde geconsolideerde EU-schuld. Die moet uiteindelijk door de lidstaten samen worden afgelost en vloeit vooral voort uit NGEU-overdrachten.

Waarom telt deze schuld (nog) niet mee?

In de officiële nationale rekeningen wordt deze gezamenlijke EU-schuld niet meegenomen. Dat komt doordat de schuld economisch eigendom is van de EU, en niet van de afzonderlijke lidstaten. Lidstaten zijn echter wel samen verantwoordelijk voor deze schuld, en uiteindelijk zijn de nationale en de Europese belastingbetaler natuurlijk ook één en dezelfde persoon.

Voor welk deel van deze schuld is Nederland verantwoordelijk?

Hoewel lidstaten dus gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de volledige EU-schuld, kunnen we wel een inschatting maken van welk deel van deze schuld via hogere EU-afdrachten voor rekening van Nederland komt. Lidstaten dragen bij aan de EU-begroting op basis van hun aandeel in het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU. In 2024 was dat aandeel voor Nederland ongeveer 6,2%. Op basis van dit percentage heeft  Nederland een aandeel van €17,6 miljard in de geconsolideerde EU-schuld. Toerekening op basis van het bni is echter wel een vereenvoudiging, omdat de EU deze schuld ook (deels) zou kunnen financieren via eigen EU-inkomsten.

Als we deze schuld optellen bij de Nederlandse overheidsschuld, stijgt onze schuldquote (de schuld als percentage van het bbp) van 43,7% naar 45,3%. Sinds kort rapporteert ook de Duitse centrale bank, de Bundesbank, eenzelfde stijging die voor rekening van Duitsland komt. Daarbij gebruikt de Bundesbank net zoals DNB cijfers over de EU-schuld van Eurostat, het Europese statistiekbureau, die pas sinds vorig jaar worden gepubliceerd. In Europees verband zorgt deze gezamenlijke EU-schuld voor een gemiddelde schuldquote onder de lidstaten van niet 82 %bbp, maar 83,6 %bbp.

Wat gaat DNB doen?

De gezamenlijke EU-schuld is een groeiend onderdeel van de Europese overheidsfinanciën. Voor een volledig beeld van de Nederlandse financiële positie is het belangrijk om ook deze schuld mee te nemen in onze analyses. In navolging van de Bundesbank gaat DNB daarom het Nederlandse aandeel in de EU-schuld rapporteren in de jaarlijkse DNB Najaarsraming in december.

Hiermee willen we bijdragen aan een beter begrip van de totale schuldenlast van Nederland. Door het Nederlandse aandeel expliciet te benoemen, maken we duidelijk dat ook deze vorm van schuld relevant is.

Ontdek gerelateerde artikelen