DNB heeft in 2019 een aanwijzing gegeven aan Aegon Bank N.V.
Gepubliceerd: 07 maart 2022
© DNB
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) heeft op 18 december 2019 aan Aegon Bank N.V. (AEB) een aanwijzing gegeven. Deze aanwijzing heeft DNB gegeven, omdat AEB verschillende bepalingen uit de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) heeft overtreden ten aanzien van haar portefeuille consumenten- en MKB-leningen.
Overtreding
DNB heeft allereerst vastgesteld dat AEB artikel 3:17, tweede lid, van de Wft heeft overtreden doordat AEB geen adequaat beleid heeft gevoerd dat haar in staat stelt rente- en kredietrisico’s met betrekking tot leningen die door lending platforms zijn gegenereerd, te beheersen. Op deze platforms worden vragers en aanbieders van krediet via een website bij elkaar gebracht om leningen aan te gaan. Daarnaast heeft DNB vastgesteld dat AEB bovengenoemd artikel heeft overtreden, doordat de interne controlefunctie van AEB het jaarlijkse audit plan onvoldoende heeft afgestemd op de door AEB opgestelde risicotaxonomie. Tevens heeft de interne controlefunctie de laatste jaren geen controles op kredietrisico uitgevoerd. Tot slot heeft DNB vastgesteld dat AEB artikel 3:18, eerste lid, van de Wft heeft overtreden doordat AEB niet heeft geverifieerd of het gevoerde kredietrisicobeleid op de juiste wijze is geïmplementeerd op bovengenoemde lending platforms. Bovendien heeft AEB nagelaten om ten aanzien van een van deze lending platforms over een interne methode te beschikken die haar in staat stelt om zelf kredietrisicobeheer uit te voeren op leningen die zijn verstrekt via dat platform.
Artikel 3:17 en 3:18 van de Wft vereisen dat de bedrijfsvoering van een financiële instelling zodanig wordt ingericht dat een beheerste en integere uitoefening van het bedrijf wordt gewaarborgd, zodat onder meer de relevante risico’s worden beheerst. In dit geval gaat het met name om de beheersing van de risico’s verbonden aan de leningen die AEB van de lending platforms heeft overgenomen. Een gebrek aan voldoende beheersing van deze risico’s kan leiden tot verliezen, die niet zijn ingecalculeerd en waardoor de soliditeit van AEB aangetast kan worden.
Aanwijzing
Daarom heeft DNB op 18 december 2019 een aanwijzing aan AEB gegeven. Deze aanwijzing heeft AEB verplicht om de vastgestelde overtredingen ten aanzien van het risicobeheer die DNB heeft geconstateerd, structureel voor 30 juni 2021 te herstellen. Ook dient AEB geen nieuwe overeenkomsten aan te gaan met bestaande en/of nieuwe lending platforms ten aanzien van consumenten- en MKB-leningen, zolang de overtredingen van het risicobeheer voortduren.
Bezwaar
AEB heeft tegen de aanwijzing bezwaar gemaakt en is tegen de beslissing op bezwaar van DNB in beroep gegaan. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep tegen deze beslissing op bezwaar op 7 mei 2021 ongegrond verklaard. AEB heeft tegen deze uitspraak geen hoger beroep ingesteld. Met het verstrijken van zes weken sinds de uitspraak in beroep, is de termijn voor het instellen van hoger beroep verstreken. De aanwijzing en de beslissing op bezwaar zijn daarmee onherroepelijk geworden.
Procesverloop
Fase |
|
Datum |
Uitkomst |
---|---|---|---|
Aanwijzing |
|
18 december 2019 |
|
Beslissing op bezwaar |
|
6 mei 2020 |
ongegrond verklaard |
Uitkomst beroep |
|
7 mei 2021 |
ongegrond verklaard |
Lees hieronder de volledige aanwijzing en de beslissing op bezwaar, met uitzondering van vertrouwelijke gegevens. Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met de informatiedesk van DNB: 0800 - 020 1068 (gratis).
Besluit tot het geven van een aanwijzing - Aegon
Beslissing op bezwaar - Aegon
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.