ECB stuurt op gemiddelde inflatie eurogebied
Het Europese monetaire beleid kan naar verwachting weinig bijdragen aan het omlaag krijgen van de relatief hoge Nederlandse inflatie. De ECB richt zich namelijk op de gemiddelde inflatie in het eurogebied, die naar verwachting vanaf dit jaar weer op het streefgetal van 2% zit. Om de Nederlandse inflatie omlaag te krijgen, is daarom gezamenlijke inspanning nodig van zowel de sociale partners als de overheid. De sociale partners hebben namelijk via loon- en winststijgingen impact op de binnenlandse inflatie, en de overheid via belastingen en overheidsuitgaven.
Impact van begrotingsbeleid op inflatie verschilt per maatregel
In een nieuwe analyse onderzoeken we welke overheidsmaatregelen de grootste impact op inflatie hebben en via welke kanalen de inflatie-effecten optreden. Figuur 2 toont het effect op inflatie van verschillende uitgavenverhogingen (links) en belastingverlagingen (rechts) met 1% bbp (ofwel circa 12 miljard euro). De inschattingen zijn gemaakt met ons macromodel DELFI.
Het effect op inflatie verschilt sterk per type maatregel. Zo hebben uitgaven die veel impact hebben op de arbeidsmarktkrapte, zoals het vergroten van de werkgelegenheid bij de overheid, een relatief sterk effect op inflatie. Ook maatregelen die de vraag naar binnenlandse goederen sterk stimuleren, zoals materiële overheidsconsumptie (zoals kantoorbenodigdheden en onderhoudskosten), leiden tot een relatief hoog inflatie-effect. Inkomensoverdrachten (zoals sociale uitkeringen) hebben een gematigder effect doordat deze gedeeltelijk worden gespaard. Voor investeringen is het effect beperkt doordat deze voor een relatief groot deel uit import bestaan en daarnaast de productiecapaciteit vergroten, wat een drukkend effect heeft op inflatie.
Aan de belastingkant springt vooral het effect van de indirecte belastingen (zoals de btw en accijnzen) in het oog. Dit soort belastingen hebben een groot onmiddellijk effect op de prijzen. Directe belastingen (zoals de loonbelasting) hebben een gematigder effect op inflatie. Dit komt voornamelijk doordat er twee kanalen tegen elkaar in werken. Enerzijds leidt een lagere loonbelasting tot lagere productiekosten en daarmee tot lagere prijzen, maar anderzijds leidt een lagere loonbelasting ook tot hogere nettolonen en meer consumptie. Die hogere consumptie werkt juist prijsopdrijvend.