Hoe inflatie huishoudens verschillend raakt in de portemonnee

Achtergrond

Hoe hard je geraakt wordt door inflatie, hangt sterk af van de uitgaven die je doet. Maar ook van de mate waarin je je uitgavenpatroon kunt veranderen en welk deel van je inkomen je kwijt bent aan vaste lasten. Voor huishoudens met een lager inkomen blijkt de impact van inflatie groter. Hoe komt dat? 

Gepubliceerd: 25 augustus 2025

Mensen pinnen bij een pinautomaat van geldmaat in Delft

Gemiddeld mandje goederen en diensten 

In de afgelopen jaren heeft Nederland te maken gehad met uitzonderlijk hoge inflatiecijfers, tot maar liefst 17,1% in september 2022. De inflatie is op dit moment nog steeds boven het streefpercentage van 2%.  

Om inflatie te meten gebruiken we de zogenaamde ‘Geharmoniseerde Consumentenprijsindex’ (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). Deze index meet de prijs van een mandje goederen en diensten zoals dit gemiddeld in Nederland wordt aangeschaft door huishoudens. De inflatie wordt vervolgens gemeten als het percentage waarmee de prijs van dit mandje is gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Op basis van deze en andere cijfers bepalen de centrale banken van het Eurosysteem, waaronder DNB, vervolgens welke monetaire beleidskeuzes nodig zijn om de inflatie op de doelstelling van 2% te houden. 

Per huishouden anders 

Dit inflatiecijfer gaat dus over de prijsstijgingen van een gemiddeld mandje goederen en diensten. Het houdt geen rekening met verschillen tussen huishoudens. In de praktijk bestaan die  verschillen wel degelijk: huishoudens kopen verschillende producten en diensten. Huishouden met een lager inkomen geven vaak een groter deel van hun inkomen uit aan vaste lasten zoals huur en de energierekening. Huishoudens met meer inkomen geven juist een groter deel uit aan luxere goederen, zoals reizen en avondjes uit.  

In een studie laat het CPB zien dat tussen 2019 en 2023 de totale vaste en noodzakelijke lasten van de meeste huishoudens zijn gestegen. Maar tegelijkertijd zijn de inkomens harder gestegen. Daardoor zijn huishoudens een steeds kleiner deel van hun inkomen aan vaste en noodzakelijke lasten kwijt.  

Inflatie lijkt een eenvoudig begrip: het percentage waarmee prijzen gemiddeld stijgen. Maar achter dat ene cijfer gaat een complex verhaal schuil. En ook achter de voordeur zijn er veel verschillen. Niet iedereen voelt de gevolgen van inflatie op dezelfde manier. Van de supermarktkar tot de energierekening: de impact van inflatie hangt af van je inkomen, je uitgavenpatroon en je financiële positie. In een serie van drie artikelen bekijken we hoe inflatie huishouden verschillend raakt. In dit eerste artikel kijken we naar de rol van verschillen in uitgaven van huishoudens. 

Verschillende uitgaven 

Onderstaande figuur laat de verschillende uitgavepatronen van verschillende inkomensgroepen zien. Zo geeft de 20% huishoudens met het laagste inkomen meer dan een derde van hun inkomen uit aan woonlasten, terwijl dit voor de 20% hoogste inkomens minder dan een kwart is.   

Ook binnen productcategorieën kunnen verschillen bestaan in wat huishoudens kopen, bijvoorbeeld goedkopere huismerken tegenover A-merken. De prijsstijgingen van deze producten kunnen uiteenlopen, maar de inflatiecijfers nemen dit soort effecten niet mee, omdat ze op gemiddelden worden gebaseerd.  

Onderzoek van de Europese Centrale Bank laat zien dat huishoudens met lage inkomens in Nederland tussen 2014 en 2018 de prijzen van hun supermarktboodschappen harder zagen stijgen dan rijkere huishoudens. Ook gaan huishoudens niet allemaal naar dezelfde supermarkten en winkels, hebben zij bijvoorbeeld verschillende energieleveranciers en internetaanbieders, en besteedt het ene huishouden meer tijd dan het andere aan het vinden van de goedkoopste optie. Dat betekent dat huishoudens ook voor hetzelfde product soms een andere prijs betalen, en dus ook om die reden niet dezelfde inflatie ervaren.  

Verschillen zichtbaar 

Begin 2021 was het verschil in inflatie op basis van HICP-index tussen lage en hoge inkomens relatief klein, zoals te zien is in onderstaande figuur. Maar toen de inflatie later dat jaar omhoog schoot, werden die verschillen plots zichtbaar. In het begin van 2022 stegen de prijzen sneller van producten en diensten die meer door huishoudens met hogere inkomens worden gekocht, zoals auto’s, meubels en kleding.  

Later dat jaar keerde het tij: de grootste prijsstijgingen troffen nu juist de goederen en diensten waar huishoudens met lagere inkomens in verhouding meer geld aan uitgeven, zoals energie en, in mindere mate, voeding. 

Energierekening

De energierekening van huishoudens maakte de afgelopen jaren het verschil in de impact van prijsstijgingen duidelijk. Deze prijsstijgingen hebben ervoor gezorgd dat energiekosten een grotere hap nemen uit het besteedbaar inkomen van huishoudens. Door de langere looptijd van energiecontracten zat hier enige vertraging in, maar tussen 2020 en 2023 steeg het aandeel van het besteedbaar inkomen dat de 20% huishoudens met de laagste inkomens uitgaven aan energie van gemiddeld 6% naar 7% in 2023. Bij hogere inkomens steeg dit ook, maar in mindere mate, zoals te zien is in onderstaand figuur.  

Lees meer over de impact van energie-inflatie op verschillende huishoudens Energie-inflatie raakt lage inkomens harder 

Tabaksaccijns 

Terug naar de inflatieverschillen. Daaruit blijkt dat over heel 2022 de inflatiecijfers voor beide groepen alsnog ongeveer gelijk uitkwamen, wat overigens niet betekent dat de impact op de financiële situatie van huishoudens voor iedereen hetzelfde was. 

In 2023 en 2024 namen de inflatieverschillen tussen huishoudens met hoge en lage inkomens af, maar de afgelopen maanden zien we opnieuw een verschil in inflatie tussen lage en hoge inkomens. Deze keer wordt het verschil veroorzaakt door een stijging van de tabaksaccijns. Deze indirecte belastingen hebben invloed op de prijzen.  

Zo valt tabak bijvoorbeeld binnen de categorie voeding bij het meten van het inflatiecijfer. Omdat lage inkomens een groter deel van hun totale consumptie aan voeding besteden, leidt de tabaksaccijns ertoe dat de inflatie voor lagere inkomens hoger uitvalt dan voor hogere inkomens. Dit benadrukt opnieuw dat gemiddelde inflatiecijfers niet alles zeggen over de gevolgen voor individuele huishoudens. Als je niet rookt, zul je immers niets merken van deze belastingverhoging. 

Keuzes die niet iedereen kan maken 

De beslissingen en mogelijkheden van huishoudens om hun consumptie aan te passen aan hogere prijzen hebben veel invloed op hoe zij door inflatie worden geraakt. Huishoudens met hogere inkomens hebben bijvoorbeeld vaker de mogelijkheid om van duurdere producten over te stappen op goedkopere alternatieven wanneer de prijzen stijgen, bijvoorbeeld door A-merken in te ruilen voor huismerken, of door luxeproducten wat vaker te laten staan.  

Voor huishoudens met lagere inkomens is die ruimte er minder. Zij besteden een groter deel van hun budget aan basisproducten zoals woonlasten, energie en voeding, en hebben minder mogelijkheden om hun uitgavepatroon aan te passen. Dit is één van de redenen dat stijgende prijzen huishoudens anders raken, waardoor de inflatie op een andere manier ervaren wordt.  

Stress door hogere prijzen 

In een opinieonderzoek door DNB zegt bijna één op de drie huishoudens in de laagste inkomensgroep stress te hebben door de prijsstijgingen, terwijl dit voor de groep met de hoogste inkomens slechts één op de zeven is. Naast verschillen in uitgavenpatronen en in de mogelijkheid om het uitgavenpatroon aan te passen, weegt ook de financiële weerbaarheid van huishoudens mee. Hoe kleiner de financiële buffer, hoe harder de klap van inflatie aankomt en hoe groter de onzekerheid of alle rekeningen betaald kunnen worden. Hoewel Nederlandse huishoudens de afgelopen jaren flink extra hebben gespaard, heeft ook meer dan een kwart van de Nederlanders minder dan €2.500 aan spaargeld, zoals het Nibud laat zien. Eén op de acht Nederlanders spaart helemaal niet, blijkt uit een studie van het CPB. 

Mede hierdoor is het voor sommige huishoudens lastiger om schokken, zoals van hogere inflatie, op te vangen.   

Inflatie is meer dan een percentage 

Inflatie raakt ons allemaal, maar niet iedereen even hard. Het gaat niet alleen om procentuele prijsstijgingen, maar ook om hoe huishoudens hun geld besteden en hoeveel ruimte ze hebben om economische schokken op te vangen. Behalve verschillen tussen huishoudens met hogere en lagere inkomens, laten onderzoeken van de ECB en het CPB zien dat ook binnen inkomensgroepen verschillen zijn in inflatie – bijvoorbeeld door verschillen in consumptiepatronen, verschillen in leeftijd en verschillen in woonregio.  

De verschillen zijn bovendien niet constant over de tijd, en werden bijvoorbeeld groter in de energiecrisis. Achter de gemiddelde inflatiepercentages schuilen individuele verhalen over  financiële weerbaarheid en economische realiteit – en die zijn even belangrijk als het inflatiecijfer zelf. 

Ontdek gerelateerde artikelen