Overtreding
DNB heeft vastgesteld dat BC artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft overtreden, omdat BC niet heeft voldaan aan de verzoeken van DNB tot het verstrekken van bepaalde inlichtingen binnen de daartoe gestelde termijn.
DNB heeft de gevraagde informatie nodig om vast te kunnen stellen of BC in strijd handelt of handelde met artikel 2:3a, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, op grond waarvan het verboden is om zonder een daartoe door DNB verleende vergunning het bedrijf van betaaldienstverlener uit te oefenen.
DNB heeft hiervoor op 17 september 2015 een bestuurlijke boete van EUR 75.000,- opgelegd. Het door BC aangetekende bezwaar tegen de bestuurlijke boete is door DNB op 4 juli 2016 ongegrond verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep tegen deze beslissing op bezwaar op 15 december 2017 ongegrond verklaard. Het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft bij uitspraak van 10 januari 2018 het door BC ingestelde hoger beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Het CBb heeft DNB opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Tegen deze nieuwe beslissing op bezwaar van 23 mei 2018, waarbij DNB de boetehoogte heeft verlaagd naar EUR 65.000,-, heeft BC beroep ingesteld. Dit beroep is door het CBb bij uitspraak van 16 april 2019 ongegrond verklaard. Het boetebesluit is hiermee onherroepelijk geworden.
Procesverloop
Fase |
Datum |
Uitkomst |
|
Boetebesluit |
17 september 2015 |
boete EUR 75.000,- |
|
Beslissing op bezwaar |
4 juli 2016 |
ongegrond verklaard |
|
Uitkomst beroep |
15 december 2017 |
ongegrond verklaard |
|
Uitkomst hoger beroep |
10 januari 2018 |
gedeeltelijk gegrond verklaard |
|
Nieuwe beslissing op bezwaar |
23 mei 2018 |
boete verlaagd naar EUR 65.000,- en voor het overige ongegrond verklaard. |
|
Uitkomst beroep |
16 april 2019 |
ongegrond verklaard |
Lees hieronder het volledige boetebesluit. Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met de Informatiedesk van DNB: 0800 - 020 1068 (gratis).