Veel dank, goed om u allemaal te zien. Ik zie veel bekende gezichten. En leuk om weer even terug te zijn bij mijn voormalige werkgever. Het ABP is het grootste pensioenfonds van Nederland. Het verzorgt voor ruim 3 miljoen mensen de opbouw of uitkering van hun pensioen. Het ABP is een instituut. Dus ik vind het heel eervol om hier vandaag te mogen spreken.
Het thema van vandaag is ‘Wat is de rol van pensioenfondsen in een volatiele wereld?’ Ik moest daarbij gelijk denken aan een wolkenkrabber in een storm. Zoals u weet zijn wolkenkrabbers erop gebouwd om mee te bewegen met stormen en aardbevingen. Dat is heel belangrijk, want als ze dat niet doen gaan ze kapot. Dan breken ze. Echt hoge wolkenkrabbers, zoals de Taipei 101 en de Burj Khalifa in Dubai, kunnen wel een meter horizontaal bewegen. Als je bovenin staat schijn je dat ook echt te kunnen voelen. Een griezelig idee, maar het draagt bij aan de stevigheid. Stabiliteit door flexibiliteit dus.
Zo is het ook met pensioenfondsen in het nieuwe stelsel. Het nieuwe pensioenstelsel is door zijn ingebouwde flexibiliteit beter bestand tegen een veranderende wereld. Het sluit beter aan op de arbeidsmarkt en de maatschappij van vandaag. En financiële schokken en stormen leiden tot minder spanningen tussen verschillende groepen deelnemers. Dat zorgt voor een toekomstbestendiger pensioenstelsel. En dat is ook precies waar het allemaal om te doen is geweest bij de stelselherziening.
Want aan stormen hebben we geen gebrek. We hebben natuurlijk de trends die al langer spelen, maar die zich steeds meer laten voelen. Zoals de vergrijzing en de veranderende arbeidsmarkt. En natuurlijk de klimaatverandering. Daarnaast hebben we de geopolitiek en technologie, met name AI, die echte gamechangers kunnen worden. En dat alles heeft diepe impact op de economie en op financiële markten, en op u als pensioenfonds. Monika Sie en Paul Scheffer zullen naar ik begrijp nader ingaan op enkele van deze veranderingen.
In het nieuwe stelsel zullen pensioenfondsen beter toegerust zijn in tijden van storm. Tegelijkertijd behouden we de sterke punten van het oude stelsel. Denk aan de verplichtstelling, de collectieve uitvoering en het collectieve beleggingsbeleid. Al met al een belangrijke en noodzakelijke verbetering dus. Ik wil het nog maar eens gezegd hebben.
Maar hoe ga je als pensioenfonds in het nieuwe stelsel dan om met die veranderingen? Daar ga ik het zo direct met u over hebben.
Maar eerst wil ik toch kort even stilstaan bij de transitie. De organisatie van dit event heeft mij gevraagd om vooral te focussen op de periode na de transitie. ‘Don’t mention the transition’. Maar als een echte Basil Fawlty ga ik dat toch maar even negeren. Want het voelt niet helemaal goed om volledig voorbij te gaan aan het feit dat het ABP, heel veel andere pensioenfondsen en ook wij als DNB, zich bevinden in een van de meest complexe operaties in onze gezamenlijke geschiedenis.
De transitie naar het nieuwe pensioencontract is complex. En dat is ook logisch. Het zou eigenlijk raar zijn als het niet zo was. De opdeling van collectief vermogen in persoonlijk vermogen is onomkeerbaar, en moet daarom heel zorgvuldig en evenwichtig gebeuren. En de transitie raakt aan alle kernprocessen van een fonds. Er is niet voor niets twintig jaar over gepraat. Meer dan twintig jaar geleden, toen ik zelf nog bij het ABP werkte, waren we al aan het nadenken over de vormgeving van een nieuw stelsel.
Ook voor ons als toezichthouder is dit een omvangrijk en complex traject, waarin we een leercurve doormaken. We geven de lessen die we trekken uit de invaarmeldingen door aan de sector. En we passen onze eigen werkwijze aan. Daarom is het zo belangrijk dat wij, pensioenfonds, toezichthouder en alle betrokken stakeholders, met elkaar in dialoog blijven. Alleen samen kunnen we deze klus klaren.
We zien dat fondsen steeds beter in staat zijn om hun keuzes te expliciteren, te onderbouwen en te koppelen aan de doelstellingen voor de vermogensverdeling. En dat ze bereid zijn om bij nieuwe inzichten bij te sturen om de evenwichtigheid te borgen, waar nodig in overleg met sociale partners. Dat is goed nieuws.
De pensioentransitie is een grote opgave voor ons allemaal: voor de fondsen, voor de uitvoerders en adviseurs, voor de sociale partners en voor ons als DNB. Maar weet dat ik, en wij bij DNB, heel veel respect hebben voor de gedreven en deskundige wijze waarop de sector, waaronder ook het ABP, hieraan werken. En ik ben vol vertrouwen, en dat meen ik oprecht, dat we de transitie samen tot een succes gaan maken. Dat wilde ik ook even gezegd hebben.
Goed, en dan nu de toekomst. Als ik zeg dat we in een snel veranderende wereld leven, dan hoor ik de cliché-politie al met gillende sirenes aan komen zetten. Maar het is een cliché dat waar is. We leven in een volatiele wereld. En de kans op schokken is groot.
Het nieuwe pensioencontract maakt pensioenfondsen beter bestand tegen deze veranderingen, omdat de pensioenuitkeringen gaan meebewegen. Maar dat creëert wel een uitdaging. Want net als bewoners van een wolkenkrabber houden deelnemers niet zo van meebewegen. Dus is de vraag: hoe ga je daar als pensioenfonds mee om? Hoe zorg je ervoor dat je als pensioenfonds een pensioenproduct blijft bieden dat degelijk is en vertrouwen wekt?
Onder de WTP wordt het pensioenproduct persoonlijker. Dat biedt ook de mogelijkheid om de risico’s waar deelnemers aan blootstaan beter aan te laten sluiten bij hun risicopreferenties en -draagkracht. Dat betekent dat fondsen goed moeten luisteren naar hun deelnemers en dit moeten vertalen naar een beleggingsbeleid dat passend is voor hun deelnemerspopulatie.
We zien dat de sector verschillende instrumenten inzet om de volatiliteit in uitkeringen te beperken, zoals de solidariteitsreserve en het spreiden van schokken over tijd. Dat kan zeker effectief zijn. Maar de risico’s verdwijnen daarmee niet. De kans op een forse deuk in de uitkering wordt kleiner, maar als deze optreedt is deze wel groter. De vraag is dan ook, welke deelnemers dragen deze risico’s en worden zij hierin eerlijk behandeld?
Ook weten we dat deelnemers uiteindelijk graag een koopkrachtig pensioen willen hebben. Dat is ook wat de wetgever heeft beoogd. Maar dat is wel een uitdagende ambitie die niet makkelijk te realiseren is. Het is belangrijk om voor deelnemers een goed pensioenproduct product neer te zetten. Maar het is ook belangrijk om deelnemers goed mee te nemen in de beperkingen die kleven aan deze ambitie, zodat zij niet teleurgesteld raken.
Natuurlijk blijft het prudent person beginsel ook onder de WTP recht overeind staan. Pensioenfondsen moeten beleggen in het belang van de deelnemer. En daar moeten ze verantwoording over afleggen, inclusief over de manier waarop ze rekening houden met milieu, klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. Zo staat het in de wet. Dat was zo, dat is zo, en dat blijft zo.
Het prudent person beginsel geeft ook richting aan de manier waarop pensioenfondsen dienen om te gaan met maatschappelijke druk als het gaat over de impact van hun beleggingen. Of het er nu om gaat om de klimaattransitie te bespoedigen of de defensie te versterken, of om andere doelstellingen: het pensioengeld is van de deelnemer en dus moet het worden belegd in het belang van die deelnemer. Pensioenfondsen zijn geen pinautomaten.
Volatiliteit stelt ook hoge eisen aan de communicatie met de deelnemers. Als je een appartement op de 103e verdieping koopt is het fijn als de makelaar je uitlegt dat die lichte swing in het gebouw normaal is als het stormt, en dat het weer ophoudt als de wind gaat liggen. Ook een bewegende uitkering is niet leuk maar wordt aanvaardbaarder als iemand je vertelt hoe dat komt. En als je die persoon vertrouwt. Duidelijkheid en transparantie zijn dus sleutelwoorden in de communicatie met de deelnemer. Ik ga hier niet dieper op in, want dit ligt natuurlijk op het terrein van mijn collega’s van de AFM. Maar de kern is dat pensioenfondsen duidelijk en transparant aan hun deelnemers moeten uitleggen wat de gevolgen zijn van de veranderingen in de buitenwereld voor de hoogte van hun uitkering of pensioenopbouw.
In het nieuwe stelsel zullen fondsen hun pensioenuitkeringen dus laten meebewegen. Net als wolkenkrabbers. Daar is niets mis mee, het is zelfs noodzakelijk. Maar het fundament moet natuurlijk oerdegelijk zijn. Daar komt een vele meters diepe constructie van gewapend beton bij kijken. Zo is het ook met pensioenfondsen. Uw fundament zijn de kernprocessen. Die moeten op orde zijn. Eentje wil ik er hier uitlichten, en dat is cybersecurity.
Cyberaanvallen, of ze nu van criminelen komen of van buitenlandse overheden, vormen een zeer ernstige bedreiging. Ook voor de financiële sector, ook voor pensioenfondsen. En helaas neemt die dreiging in deze tijd toe. Fondsen hebben al veel gedaan om hun cyberweerbaarheid te verhogen. Dat is een goede ontwikkeling. Maar gezien de ernst van de dreiging moeten we hier continu aan blijven werken. Dan gaat het niet alleen om voorkomen dat je aangevallen wordt, maar het ook opmerken en weten wat je moet doen als je aangevallen wordt. En als fonds moet je niet alleen zicht hebben op je eigen cyberweerbaarheid, maar ook op die van de derde partijen waarvan je afhankelijk bent voor je kritische processen.
Cybersecurity is bij DNB momenteel topprioriteit, en dat blijft het in ieder geval de komende jaren. Zowel voor onze eigen organisatie als in het toezicht op financiële instellingen, waaronder pensioenfondsen. U gaat ons volgend jaar dan ook zeker tegenkomen op dit belangrijke onderwerp.
Ik ga afronden. Mijn collega Pyshnyy van de Nationale bank van Oekraïne zei eens: de beste bijdrage die een centrale bank in onzekere tijden kan leveren, is stabiliteit geven. Dat geldt ook voor pensioenfondsen. En om die stabiliteit te kunnen leveren, om een solide pensioenproduct te kunnen leveren, moeten jullie een beetje meebewegen. Net als een wolkenkrabber. Niet te veel, niet te weinig. Hoeveel dan precies? Dat moeten we met elkaar gaan vormgeven in het nieuwe stelsel. Daarbij hebben we een paar zaken om op te bouwen. Het begint bij een solide fundament. De kernprocessen op orde, waaronder cyberweerbaarheid. Prudent person blijft het anker voor het beleggingsbeleid. En duidelijk en eerlijk communiceren met de deelnemer. Met die ankers gaan we straks wat mij betreft het nieuwe tijdperk in. En gaan we het beste pensioenstelsel ter wereld nog beter maken.
Dank u wel