Het toezicht op beleggingsondernemingen en beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s wordt uitgevoerd door de AFM en DNB. De AFM is als vergunningverlener de primaire toezichthouder. DNB houdt prudentieel toezicht en toezicht op geconsolideerde basis. Dit heeft tot gevolg dat, ten aanzien van bepaalde onderwerpen en toezichttaken, zowel de AFM als DNB een toezichtmandaat heeft.
Efficiënt en doelgericht
Om de efficiëntie en doelgerichtheid van het toezicht te bevorderen, is goede samenwerking tussen de AFM en DNB essentieel. Hoewel de bevoegdheden in de wet verdeeld zijn, is het namelijk mogelijk dat beide toezichthouders vergelijkbare vragen kunnen stellen. Zo kan bijvoorbeeld een risico in het beleggingsproces leiden tot vragen vanwege de impact op de eisen waar de AFM op toeziet, maar soms ook leiden tot vragen met betrekking tot prudentiële aspecten. Ook kan er samenloop zijn met betrekking tot onderwerpen die zowel de beleggingsonderneming op individuele basis als op geconsolideerde basis aangaan.
De AFM en DNB hebben daarom nadere werkafspraken gemaakt om onnodige belasting van de instellingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Beloningsbeleid
Specifiek ten aanzien van het beloningsbeleid is het voor instellingen nog relevant dat de informatie die zij ten behoeve van de Europese Bankenautoriteit moeten verstrekken aan toezichthouders door de AFM wordt verzameld.
Dit geldt ook voor de betreffende informatie op geconsolideerde basis. Het gaat dan om uitvragen voor remuneration, gender pay gap, high earners en diversiteit. Hierover is eerder een nieuwsbericht geweest.