Dit betekent dat betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen óf de jaarrekening over 2023 door een accountant moet laten controleren, óf de FINREP en COREP met de rapportagedatum 31 december 2023. In beide gevallen gaat het om documenten die gedurende 2024 moeten worden overlegd.
Verplichte controle van financiële staten
In de afgelopen jaren is gebleken dat de financiële gegevens in de financiële staten van betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen niet altijd betrouwbaar zijn. Daarom wordt een accountantscontrole op deze financiële staten voortaan wettelijk verplicht, zodat de betrouwbaarheid van de financiële gegevens wordt vergroot en DNB beter op die gegevens kan vertrouwen bij de uitoefening van haar prudentieel toezicht.
Controleverklaring jaarrekening voldoende
De meeste instellingen laten de jaarrekening reeds door een accountant controleren; voor deze instellingen heeft de wetswijziging in de praktijk geen gevolgen. Zoals uit de Memorie van Toelichting van de wet blijkt zal in het Besluit prudentiële regels (Bpr) geregeld worden dat de staten één keer per jaar gewaarmerkt dienen te worden, tenzij de betaalinstelling of elektronischgeldinstelling haar jaarrekening voorziet van een controleverklaring. Deze uitzondering zal worden opgenomen in Artikel 133 van het Bpr.
Het ministerie van Financiën heeft bij DNB aangegeven voornemens te zijn de wijziging van Artikel 133 van het Bpr per 1 januari 2024 in werking te laten treden. Gelet op de voorziene datum van inwerkingtreding en het feit dat de uitzondering de administratieve lasten voor betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen zal beperken, kunnen betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen naar het oordeel van DNB al toepassing geven aan deze toekomstige bepaling in het Bpr door de jaarrekening over 2023 te voorzien van een accountantsverklaring (een verklaring omtrent de getrouwheid) en deze naar DNB toe te sturen.