Relatieve prijs van diensten herstelt na pandemie

Achtergrond

De prijzen van diensten in Nederland stijgen harder dan die van goederen. Alleen tijdens de COVID-pandemie werd deze trend doorbroken door problemen met de aanlevering van goederen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van DNB.

Gepubliceerd: 17 januari 2025

Passagiers in de rij bij Schiphol

Relatieve prijsstijging

De prijsstijging van een goed of dienst ten opzichte van andere goederen of diensten noemen we een relatieve prijsstijging. Voorbeelden zijn de prijzen van chocolade of bungalowparken, die de afgelopen tijd harder zijn gestegen dan het algemene prijsniveau. Na een tijdelijke onderbreking tijdens de pandemie, keert de relatieve prijs van diensten ten opzichte van goederen weer terug naar de langjarige trend. Het monetaire beleid van de centrale bank richt zich op een stabiele ontwikkeling van het algemene prijsniveau en heeft op lange termijn via de beleidsrente slechts beperkte invloed op de relatieve prijzen in de economie. Tijdelijke afwijkingen van de langjarige trend geven echter wel inzicht in de dynamiek van de inflatie.

Figuur 1 - Relatieve prijs van diensten t.o.v. goederen
Index (2019=100) 

Relatieve prijs van diensten t.o.v. goederen

Noot: Verhouding tussen prijzen (HICP) voor totale diensten en goederen (exclusief voedsel en energie). Cijfers zijn seizoensgecorrigeerd op maandbasis, en met 2019 als basisjaar. Zesmaands voortschrijdend gemiddelde. Lineaire trend geschat over de periode 2002-2019.

Langetermijntrend

De prijzen van diensten stijgen doorgaans sneller dan die van goederen. Net als in andere eurolanden vertoont de relatieve prijs van diensten ten opzichte van goederen daarom een positieve langetermijntrend. Hiervoor zijn twee belangrijke oorzaken.

Ten eerste neemt de vraag naar diensten de afgelopen jaren steeds verder toe. Naarmate inkomens stijgen, geven mensen relatief meer uit aan diensten, wat de prijzen van diensten omhoog drijft. In Nederland is de consumptie van diensten ten opzichte van goederen in de afgelopen 20 jaar met ongeveer 10% gestegen.

Ten tweede stijgt de productiviteit in de goederensector doorgaans sneller dan in de dienstensector. Hierdoor kunnen goederen na verloop van tijd efficiënter worden geproduceerd en dalen de prijzen van goederen. Bovendien zijn goederen beter verhandelbaar dan diensten. Concurrentie op internationale markten en steeds meer toegang tot lagere arbeidskosten in het buitenland drukken de prijzen van goederen verder.

Deze factoren zorgden ervoor dat de prijsstijging van goederen vóór de pandemie laag bleef, terwijl de prijzen van diensten gestaag bleven stijgen, zoals de trend in Figuur 1 laat zien. Dit resulteerde in een langdurige positieve trend in de relatieve prijs van diensten.

Pandemie schok en herstel

Tussen 2021 en 2023 werd de trend in Figuur 1 tijdelijk verstoord door twee grote schokken: verstoringen in de toeleveringsketens van goederen en de energiecrisis (Figuur 2). Beide schokken zorgden voor sterke prijsstijgingen bij goederen. Tegelijkertijd zorgden de contactbeperkende maatregelen voor een lagere vraag naar diensten, zoals horeca en reizen, terwijl de vraag naar goederen toenam. De verschuiving van de vraag van diensten naar goederen droeg bij aan de tijdelijke daling van de relatieve prijs van diensten. Deze afwijking van de trend viel samen met de recente periode van hoge inflatie, met een piek in het tweede kwartaal van 2023 toen diensteninflatie ruim 7% bedroeg, en goedereninflatie ruim 8%.

In het voorjaar van 2023 begon in Nederland, net als in andere landen, een fase van normalisatie. De energieprijzen waren weer gedaald na de piek eind 2022 en de problemen in de toeleveringsketen waren opgelost. Hierdoor nam de goedereninflatie af terwijl diensten sterk in prijs bleven stijgen onder invloed van toenemende vraag. Zoals te zien is in Figuur 2, leidde dit vanaf de zomer van 2023 tot een stijging van de relatieve prijs van diensten, hoewel deze nog onder de langetermijntrend blijft. Tegelijkertijd daalde de kerninflatie en ligt deze inmiddels dichter bij, maar nog steeds boven, het niveau van vóór de pandemie. Daarmee valt de hardnekkig hoge diensteninflatie samen met het herstel van de relatieve prijs van diensten naar de trend.

Figuur 2 - Relatieve prijs van diensten herstelt na pandemie

Relatieve prijs van diensten en kerninflatie

Toekomstige ontwikkelingen

Ondanks de ingezette normalisatie is het niet zeker dat de relatieve prijs weer terugkeert naar de trend van voor de pandemie. De pandemie was een grote schok die het consumptiegedrag veranderde en het consumentenvertrouwen verzwakte. Ook de productiviteitsontwikkeling en internationale handelsstromen zijn geraakt, wat tot hogere goederenprijzen kan leiden. Daarnaast hangt de diensteninflatie sterk samen met loonvorming, die mogelijk ook is veranderd door grotere krapte op de arbeidsmarkt. Forse loongroei kan leiden tot hogere prijzen van diensten, vooral doordat de dienstensector relatief arbeidsintensief is.

In de komende jaren kunnen deglobalisering en geopolitieke ontwikkelingen de prijzen van goederen en diensten sterk beïnvloeden. Handelstarieven of hogere transportkosten kunnen de internationale handel in goederen raken, die de afgelopen jaren de goederenprijzen heeft gedrukt. Hierdoor worden  verhandelbare goederen de komende jaren juist duurder. Ook voor belangrijke digitale diensten en sociale media zijn we meer en meer afhankelijk geworden van buitenlandse partijen en daarmee ook van de prijzen of tarieven die zij opleggen. Ondertussen blijft door digitalisering het aanbod en de vraag naar digitale diensten toenemen en krijgen digitale diensten een groter aandeel in het inflatiemandje. Diensten worden, vooral door internet en in de toekomst wellicht AI, ook steeds beter internationaal verhandelbaar, wat de toekomstige prijsdynamiek kan veranderen. Meer aanbod en concurrentie vanuit het buitenland drukt de prijzen, terwijl een hogere vraag juist leidt tot hogere prijzen.

Klimaatverandering kan de komende decennia de voedselproductie aanzienlijk treffen door hogere temperaturen, veranderde neerslagpatronen en extreem weer. Dit leidt tot een relatieve prijsstijging van voedingsmiddelen. Ook de relatieve prijs van energie kan door de energietransitie veranderen, bijvoorbeeld door CO2-heffingen die tot hogere prijzen leiden. Ook dit draagt bij aan de onzekerheid over de toekomstige trend.

Meer lezen? In het economenvakblad Economisch Statistische Berichten (ESB) gaat een expert van DNB dieper in op dit onderwerp. Lees het artikel hier.

Ontdek gerelateerde artikelen