DNB brengt eigen beleggingen in lijn met Klimaatakkoord van Parijs
De Nederlandsche Bank belegt 9 miljard euro om een solide financieel rendement te realiseren en een positieve impact te hebben.
Lees meerU gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:
Ons laatste nieuws direct in uw mail ontvangen?
Dat kan met de DNB Nieuwsservice.
Gepubliceerd: 17 maart 2022
© ANP
De oorlog in Oekraïne heeft gevolgen voor onze economie. Hoe precies? Dat zetten we in deze longread op een rij.
De afschuwelijke oorlog van Rusland in Oekraïne is een enorme tragedie voor de Oekraïense bevolking. Het geweld, de doden en gewonden, de platgebombardeerde dorpen en steden, het is van een omvang die we in Europa al decennia niet meer hebben gezien.
Ook in Nederland zullen we de gevolgen van de oorlog voelen, al is wat wij merken niet vergelijkbaar met het leed van de Oekraïners. Dat neemt niet weg dat het van belang is om de economische gevolgen te onderzoeken.
Uit een analyse van onze economen blijkt dat de economische groei in ons land zal dalen en de al hoge inflatie nog verder oploopt. Volgend jaar neemt de werkloosheid toe en verslechteren de overheidsfinanciën. Naast de stijgende energieprijzen, loopt de overige handel voorlopig geringe schade op. Voor een open economie, zoals de Nederlandse, valt dit nu nog mee, maar de impact kan wel groter worden. We leggen uit hoe dit komt. De gevolgen van de oorlog en de westerse sancties tegen Rusland lijken voor de Nederlandse financiële sector vooralsnog beperkt. Wel moeten we erbij zeggen dat de onzekerheid over de economische vooruitzichten groot is, omdat we niet weten hoe de oorlog verloopt.
© DNB
De stijging van de energieprijzen, is het meest in het oog springend economische gevolg van de Russische inval in Oekraïne. De prijs van gas en van steenkool is in de weken na de inval meer dan verdubbeld, en de olieprijs schoot bijna 30 procent omhoog.
Rusland is een van de grootste gas- en olie-exporterende landen ter wereld. De Russische inval in Oekraïne heeft veel onzekerheid veroorzaakt, en dat leidt tot de sterke prijsstijgingen die we nu zien. De energieprijzen in Nederland waren in de maanden voor de oorlog al flink gestegen, doordat na de coronacrisis de economie sneller herstelde dan verwacht, en de vraag naar allerlei producten groter was dan het aanbod. Daar komt deze stijging nu bovenop.
En die prijsstijging werkt nog verder door. Gas wordt namelijk gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Hoe duurder gas, des te hoger dus ook de rekening voor stroom. Maar daarbij blijft het niet, door de prijsstijging van energie, worden andere producten ook duurder. Zoals de groente en bloemen die in kassen worden verbouwd. Die kassen worden verwarmd met gas. De stijgende gasprijs wordt doorberekend in de prijs van die producten. Dat zien we in meer sectoren die relatief veel energie verbruiken. Met name in de industrie, transport en agrarische sector zullen de prijzen meestijgen.
Hogere energieprijzen, werken dus sterk door in ons dagelijks leven: bij de benzinepomp, in de supermarkt en op de elektriciteitsrekening.
Omdat gas en olie een relatief groot deel uitmaken van de Nederlandse energiemix kan de Nederlandse economie relatief veel schade ondervinden van de hoge energieprijzen.
© ANP
De handel van Nederland naar Rusland is beperkt. Van alle Nederlandse export gaat maar 1,1 procent naar Rusland. Met Oekraïne is de handelsstroom nog beperkter, 0,2 procent van onze uitvoer gaat die kant op.
Maar we importeren ook goederen uit Rusland en Oekraïne. We halen er vooral belangrijke grondstoffen vandaan. Zo’n 3,5 procent van onze import komt uit Rusland. Dat is inclusief aardgas en olie, maar bijvoorbeeld ook nikkel en koper. Een kwart van de nikkel die we in Nederland gebruiken, komt uit Rusland. En uit Oekraïne halen we relatief veel mais en plantaardige fijne oliën. Bedrijven die deze grondstoffen verbruiken, kunnen problemen krijgen door de verstoring in de handelsstromen met Rusland en Oekraïne.
Als we het hebben over deze directe handel met Rusland, dan zijn onze handelsstromen, en de gevolgen van de oorlog nog beperkt. Maar onze handel kan ook indirect last krijgen van de oorlog, omdat de productie van goederen vaak in allemaal kleine stukjes wordt gehakt en soms elk stukje in een ander land wordt gemaakt. Dat wordt ook wel een mondiale waardeketen genoemd. Een voorbeeld: een Nederlandse fietsfabriek importeert banden uit Italië. De Italiaanse bandenfabriek gebruikt rubber uit Thailand om die banden mee te maken. De Thaise rubberfabriek heeft, om het rubber te maken, grondstoffen nodig uit Rusland. Langs deze keten, van Nederland, via Italië en Thailand, is de Nederlandse fietsfabriek dus uiteindelijk afhankelijk van Rusland.
Ook als we deze indirecte handelsstromen meenemen, is de Nederlandse economie maar beperkt afhankelijk van Rusland. Nederlandse bedrijven gebruiken relatief weinig onderdelen en materialen die afhankelijk zijn van Rusland. En Nederlandse bedrijven verkopen ook relatief weinig producten aan het buitenland die eventueel via andere landen in Rusland terecht komen.
Ondanks die beperkte afhankelijkheid, kunnen de economische gevolgen van een verstoring van de handel toch groot zijn: als een product met een lage waarde uit de productieketen wegvalt, kan de hele productie daar last van krijgen. Terug naar het voorbeeld van de Nederlandse fietsfabriek. Stel dat die fabriek de fietsventielen uit Rusland importeert en dat die import stil komt te liggen. Fietsventielen hebben op zich maar een heel kleine waarde. En die zijn nauwelijks te zien in de totale importcijfers uit Rusland. Maar de fietsfabriek kan een fiets zonder ventiel niet verkopen. Zo zorgt de verstoring van de import van een klein onderdeel uit Rusland ervoor dat de hele productie stilvalt. En dat heeft natuurlijk wel grote impact.
Maar het blijft onzeker of bedrijven op die manier geraakt zullen worden. Dat hangt ook weer van omstandigheden af. Kan een bedrijf bijvoorbeeld een ander product gebruiken als alternatief voor het missende onderdeel? Of heeft een bedrijf voldoende voorraden aangelegd om het wegvallen van een onderdeel tijdelijk op te kunnen vangen? In veel bedrijfstakken staan sinds de coronacrisis de voorraden onder druk. Dit kan dus een nadeel zijn. Maar omdat individuele bedrijven ook op zoek zijn gegaan naar alternatieve leveranciers, kan er wellicht op dit moment al meer flexibiliteit zijn dan voor de coronacrisis. En kunnen bedrijven problemen misschien al beter opvangen.
Nederland kan ook geraakt worden door verstoringen in handelsstromen met Oekraïne, maar door een gebrek aan data is moeilijk te zeggen in welke mate.
© DNB
De oorlog in Oekraïne heeft gevolgen voor de Nederlandse financiële sector: de banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen. Zij hebben hier op twee manieren mee te maken.
Ten eerste door de sancties die de Europese Unie heeft opgelegd aan Rusland. Veel van die sancties zijn erop gericht om Russische bedrijven, personen en de overheid financieel te raken. Zo mag er met een aantal Russische banken niet meer gehandeld worden, zijn de financiële tegoeden van een aantal machtige Russische personen bevroren en mogen bepaalde Russische bedrijven niet meer gefinancierd worden. De financiële sector moet deze sancties uitvoeren en ervoor zorgen dat er geen geld meer terecht komt bij de mensen voor wie de sancties gelden.
Ten tweede hebben de banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen Russische financiële producten op hun balans staan. Denk hierbij aan aandelen in Russische bedrijven, leningen aan Russische personen of obligaties van de Russische overheid. De waarde van die financiële producten kan door de oorlog flink dalen. Maar uit onze cijfers blijkt dat de Nederlandse financiële sector slechts in kleine mate wordt geraakt. Zo hebben Nederlandse banken slechts 0,2 procent van al hun zogeheten directe blootstelling in Rusland staan. En dat is de stand eind 2021, dus nog voor de verdere afname van investeringen en leningen als gevolg van de inval in Oekraïne. Veel banken hadden hun investeringen in Rusland al in 2014, toen Rusland de Krim annexeerde, naar beneden geschroefd.
© DNB
In de figuur hierboven is te zien welk deel van hun investeringen banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen in de afgelopen jaren in Rusland hadden staan. Alles bij elkaar gaat het maar om een heel klein deel van de directe blootstelling van de Nederlandse financiële sector.
© ANP
De Russische inval in Oekraïne heeft ook gevolgen voor onze economie. Het belangrijkste is dat wij verwachten dat de inflatie nog verder zal toenemen. Inflatie betekent dat de prijzen stijgen. En dat je dus minder kunt kopen voor jouw euro. De forse toename van de energieprijzen is de belangrijkste reden dat er hogere inflatie is. Het gaat dan niet alleen om de prijs aan de pomp of voor de verwarming, maar ook om de prijs van voedsel, omdat voor de productie van voedsel energie nodig is. Wij verwachten dan ook dat de inflatie dit jaar verder zal oplopen naar 6,7 procent, maar volgend jaar weer zal afnemen, naar 2,8 procent.
Ook is er minder economische groei te verwachten. Omdat de prijzen stijgen, kunnen we minder uitgeven. Het geld dat je nu extra aan benzine of gas kwijt bent, kun je niet aan iets anders besteden. En dat heeft gevolgen voor de economische groei in Nederland. Die is namelijk deels afhankelijk van hoeveel wij uitgeven. Wij hebben onze verwachtingen van de economische groei iets naar beneden bijgesteld, maar we gaan toch nog steeds uit van een groei van 3,5 procent dit jaar en 1,5 procent volgend jaar. Dat de economische groei toch nog zo hoog is, komt doordat onze economie voor de oorlog in Oekraïne al flink aan het groeien was.
Ten slotte kijken we naar de werkloosheid. Die zal naar verwachting in 2022 uitkomen op 4,3 procent, en loopt daarna verder op naar 4,6 procent in 2023.
Dit is een carrousel met één grote afbeelding met thumbnails eronder. Selecteer een van de knoppen om de afbeelding hierboven te wijzigen.
1/3
2/3
3/3
We zijn bij de cijfers hierboven uitgegaan van de situatie op 28 februari 2022, toen de invasie van Rusland een paar dagen bezig was. Hoe de situatie zich verder gaat ontwikkelen, is niet te voorspellen. Daarom kleven er grote onzekerheden aan de cijfers. Hoe ontwikkelen bijvoorbeeld de energieprijzen zich? We zijn ervan uit gegaan dat die prijzen op termijn weer zullen dalen. Maar wat als dat niet gebeurt? Wat zou dat voor onze economie betekenen? En wat als een verder escalerende en langdurige oorlog gepaard gaat met oplopende financiële onzekerheid en afnemende groei van de handel in de wereld?
Om ook rekening te kunnen houden met deze vragen, hebben we een alternatief scenario gemaakt, met ongunstigere uitkomsten. In dit scenario bekijken we de gevolgen voor de inflatie en economische groei als de prijzen van gas, olie en andere grondstoffen, langer hoog blijven. Voedselprijzen zullen dan ook stijgen. En bij een langdurige oorlog zullen ook de financiële markten een terugval beleven. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot lagere aandelenprijzen en toenemende onzekerheid bij consumenten en producenten. Ook kan de groei van de wereldhandel terugvallen. Voor een handelsland als Nederland heeft ook dat belangrijke gevolgen.
In dit scenario met tegenvallers, gaan wij ervan uit dat de inflatie dit jaar uitkomt op 9,5 procent en volgend jaar op 3,4 procent. De economische groei in Nederland wordt dan 2,4 procent in 2022 en 0,5 procent in 2023. En dat leidt tot een hogere werkloosheid: 4,4 procent in 2022 en 5,4 procent in 2023.
Voor de duidelijkheid: Dit is niet het scenario dat we nu verwachten. Maar gezien de grote onzekerheden die er zijn, en de kans dat de oorlog verder escaleert of lang aanhoudt, is het wel een scenario waar we rekening mee moeten houden.
© ANP
Na de coronapandemie is de oorlog in Oekraïne een nieuwe schok voor de economie. De nieuwe realiteit is er een van grote wereldwijde onzekerheid en stijgende energieprijzen. Huishoudens, bedrijven en de overheid zullen zich hieraan moeten aanpassen. Huishoudens en bedrijven hebben op korte termijn weinig mogelijkheden om het verbruik van olie en gas flink te verminderen. De overheid kan maatregelen treffen om de hoge energiekosten van huishoudens te compenseren, zoals de onlangs door het kabinet aangekondigde verlaging van de belastingen op energie en benzine, en de extra tegemoetkoming voor huishoudens met een laag inkomen.
De Europese Commissie heeft aangegeven dat de huidige gasvoorraad in de Europese Unie groot genoeg is om in elk geval deze winter door te komen. Zelfs als de gaslevering uit Rusland volledig stilvalt. Als er in de toekomst toch tekorten ontstaan, dan kunnen maatregelen worden opgelegd om het gasverbruik omlaag te schroeven. Huishoudens en bijvoorbeeld ziekenhuizen, zullen dit niet snel voor de kiezen krijgen. Maar het kan wel zijn dat industriële grootverbruikers hun verbruik drastisch moeten verlagen, en uiteindelijk zelfs afgesloten worden van de levering van aardgas.
Westerse landen hebben zich voorgenomen om de afhankelijkheid van Russisch olie en gas zo snel mogelijk te verminderen. Dat kan door energie in andere landen te kopen, grotere reserves op te bouwen, en de energietransitie te versnellen. Door dit niet alleen, maar in Europees verband te doen, wordt de energievoorziening minder afhankelijk van geopolitieke risico’s. Een overgang naar duurzame energie is daarbij de meest toekomstbestendige aanpak.
Als onafhankelijk economisch instituut en als toezichthouder proberen onze economen bij grote maatschappelijke ontwikkelingen zo goed mogelijk te berekenen en te analyseren wat de invloed en gevolgen hiervan zijn voor onze economie. We delen dan onze expertise met beleidmakers, en geven adviezen hoe ons land het best met de ontwikkelingen kan omgaan. Uiteindelijk is het aan de politiek om keuzes te maken en beleid uit te voeren. Wij stellen daarvoor de feiten, cijfers en analyses beschikbaar.
De Nederlandsche Bank belegt 9 miljard euro om een solide financieel rendement te realiseren en een positieve impact te hebben.
Lees meerNederlandse huishoudens zetten steeds meer geld op bankrekeningen in het buitenland, blijkt uit de meest recente kwartaalcijfers van DNB en de ECB. Vooral landen waar de spaarrente recentelijk steeg, zijn populair onder spaarders.
Lees meerDe ECB heeft in oktober voor het eerst sinds vorig jaar zomer de rente niet verhoogd. Maar dat wil niet zeggen dat de effecten van het krappere monetair beleid al zijn uitgewerkt.
Lees meerVoordat we er allemaal in 2002 mee gingen betalen, hadden we de euro al. Die kwam in januari 1999 met de oprichting van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Wat heeft de euro ons opgeleverd? En hoe kunnen we de munt nog beter laten werken? We zetten het op een rijtje.
Lees meerOm de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.