Vertrek Shell en Unilever zorgt voor verschuiving
Na de verhuizing van Shell in december 2021 valt nog maar 1% van de totale Nederlandse beurswaarde binnen de energiesector. In 2017 was dit nog 20%, omgerekend circa EUR 231 miljard, van de totale marktkapitalisatie. Sindsdien is dit aandeel geslonken, totdat het in oktober 2021 10% bedroeg (EUR 169 miljard). Dat was enkele maanden voor het vertrek van Shell naar het Verenigd Koninkrijk.
Tegelijkertijd is ook de beurswaarde van de industriegroep non-cyclische consumptiegoederen flink afgenomen, met de grootste daling eind 2020 toen Unilever volledig Brits werd. Deze voorheen grootste bedrijfstak, met daarin bedrijven die onder andere voedsel- en verzorgingsproducten maken, was in oktober 2017 gewaardeerd op EUR 266 miljard, destijds goed voor bijna een kwart van de totale Nederlandse marktkapitalisatie. Momenteel is de gezamenlijke beurswaarde van deze Nederlandse bedrijven gedaald naar EUR 127 miljard.
Nieuwkomers versterken groei cyclische consumptiegoederen
Tegenover de krimp van non-cyclische consumptiegoederen staan nieuwkomers die juist cyclische goederen produceren. De vraag naar deze producten stijgt sterk bij economische voorspoed en daalt juist wanneer het minder gaat met de economie. Grote aanjager van deze ontwikkeling is de opkomst van de bedrijfstak retail. Sinds 2019 staat Prosus genoteerd aan de Amsterdamse beurs en is daar één van de grootste Nederlandse bedrijven die zich onder andere richt op online verkoop van diverse producten en diensten. Daarnaast draagt de auto-industrie bij aan de groei: Ferrari N.V. en Stellantis N.V. (gevormd uit een fusie tussen Peugeot en Fiat-Chrysler in 2021) zetelen in Nederland en dragen dus bij aan de totale beurswaarde van Nederlandse firma’s.
Meer informatie
Tabel 4.2: Beursgenoteerde aandelen, beurswaarde en transacties per sector