Directe investeringen dienen om een aanmerkelijk belang te verwerven in een onderneming en worden door multinationals gebruikt om hun wereldwijde bedrijfsstructuren mee vorm te geven. Zowel de inkomende als de uitgaande directe investeringspositie van Nederland is uitzonderlijk groot. Als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedroeg de omvang van deze posities eind 2024 inkomend (naar Nederland) 436% en uitgaand (naar het buitenland) 508%, oftewel € 4.946 miljard en € 5.759 miljard.
De forse omvang van de inkomende en uitgaande directe investeringen maakt duidelijk dat multinationals graag bedrijfsonderdelen in Nederland vestigen. In veel gevallen gaat het om financiële constructies vanwege juridische en fiscale redenen en is er geen sprake van productieactiviteiten. Dit worden ook wel brievenbusfirma's genoemd.
Nieuwe maatregelen om belastingontwijking tegen te gaan
Een belangrijke reden waarom zoveel multinationals hun bedrijfsstructuur via Nederland laten lopen, is ons uitgebreide stelsel van belastingverdragen. Tot enige jaren geleden hoefde in Nederland namelijk geen belasting te worden betaald over dividenden en inkomens op royalty’s (zoals merkrechten) als in een ander land - waarmee Nederland een dergelijk verdrag had afgesloten - belasting werd afgedragen.
Dat maakte het aantrekkelijk voor bedrijven om hun winsten vanuit Nederland door te sluizen naar landen met lage belastingtarieven zoals bijvoorbeeld Bermuda, de Kaaimaneilanden en Trinidad en Tobago. Deze landen worden ook wel laagbelastende jurisdicties (LBJ’s) genoemd.
Zowel nationaal als internationaal zijn de afgelopen jaren stappen gezet om belastingontwijking via LBJ’s te ontmoedigen. Zo heeft Nederland in 2021 een bronbelasting op rente en royalty's ingevoerd en geldt sinds 2024 een bronbelasting op dividenden. Vorig jaar is ook een wereldwijde minimumbelasting van 15% op bedrijfswinsten van kracht gegaan.
Inkomensstromen naar belastingparadijzen structureel lager
Deze wetgeving lijkt een effect te hebben op de inkomensstromen van en naar Nederland: zo is er vanaf 2020 een scherpe afname in de inkomens uit directe investeringen en royalty’s vanuit Nederland naar LBJ’s.
Bedroegen deze geldstromen in 2019 nog € 37 miljard, een jaar later was dit gedaald tot € 5 miljard. Sindsdien liggen de stromen op een structureel lager niveau, al schommelen ze wel iets. In 2024 bedroeg de waarde ruim € 6 miljard.
Met name de omvang van winsten uit royalty’s is de afgelopen jaren flink afgenomen. Waar deze in periode 2015-2019 gemiddeld nog € 24 miljard bedroeg is dit vorig jaar gedaald naar minder dan € 1 miljard. De resterende geldstromen naar LBJ’s bestonden in 2024 met name uit dividenden.