Nederlandse economie onder druk: wat betekent de geopolitieke onzekerheid voor jou?

Achtergrond

De wereldeconomie staat onder druk door geopolitieke ontwikkelingen en onzekere invoerheffingen. Ook Nederlandse huishoudens voelen dit: ze hebben minder vertrouwen in de economie en sparen meer. Tegelijkertijd zorgen loonstijgingen en een dalende inflatie voor wat extra financiële ruimte. In onze Voorjaarsraming schetsen we onze verwachtingen.

Gepubliceerd: 06 juni 2025

Thuis bij een gezin boodschappen uitpakken in de keuken.

Nederlandse uitvoer onder druk

De geopolitieke onrust en de onzekerheid over invoerheffingen hebben veel invloed op een open economie als de onze. De handelsspanningen leiden tot verstoring van internationale handelsstromen, de wereldhandel hapert en onze uitvoer groeit minder door de verminderde afzetmogelijkheden. De wederuitvoer - dat is de uitvoer van goederen die Nederland eerst invoert en vervolgens weer uitvoert zonder eigen bewerking - krimpt in 2025. De uitvoer van producten van Nederlandse makelij groeit dit jaar nog wel, maar in 2026 veel minder. In de loop van 2026 en in 2027 verwachten we dat de wereldhandel weer aantrekt waardoor de uitvoergroei zich geleidelijk herstelt.  

De economische groei en twee alternatieve scenario’s

Onder het huidige, onzekere economisch gesternte is het lastig voorspellen. Bij het opstellen van deze raming is nog niet bekend welke Amerikaanse invoerheffingen straks zullen gelden. Daarom hebben we naast het basispad ook een mild en een zwaar scenario uitgewerkt. 

Deze raming gaat uit van de nu geldende Amerikaanse invoerheffingen van 10% op de meeste buitenlandse goederen, met hogere heffingen voor China en zonder tegenmaatregelen van de Europese Unie. Volgens onze berekeningen kunnen we in ons land dit jaar dan nog 1,1% groei van het bbp verwachten en ongeveer 1% in 2026 en 2027, voornamelijk steunend op de consumptie van huishoudens en overheidsbestedingen.

Daarnaast hebben we ook een mild scenario doorgerekend. Daarin vallen de invoerheffingen en de onzekerheid lager uit. De bbp-groei in Nederland komt dan wat hoger uit.
In het zware scenario gaan we uit van de hoge Amerikaanse invoerheffingen van 2 april waarbij alle betrokken landen op hun beurt terugslaan met dezelfde heffingen op de invoer van Amerikaanse goederen. De bbp-groei in Nederland valt dan sterk terug.

Inflatie dit jaar nog onder de 3%

De inflatie zakt in de raming in de tweede helft van dit jaar onder de 3% en komt in 2026 en 2027 uit op 2,6%. Dit heeft verschillende oorzaken. Door de afkoeling van de economie komt de vraag naar producten en diensten volgend jaar meer in evenwicht met de productiecapaciteit. Daarmee verdwijnt het vraagoverschot uit de economie en daalt de inflatie iets. De afnemende loongroei draagt er ook aan bij. Net als de wereldwijde groeivertraging en de daaruit voortvloeiende lagere olieprijs, en de sterkere euro die de invoer van goederen en diensten goedkoper maakt.

Energie blijft betaalbaar

In 2025 zijn huishoudens gemiddeld bijna 3% van hun besteedbaar inkomen kwijt aan energie (gas en elektra). Dit is iets minder dan in 2024. Door de verdere inkomensgroei en lagere belastingen op energie daalt dit percentage iets in 2026. In 2027 stijgt het weer licht door de invoering van een Europese CO2-beprijzing van gas, de zogenoemde ETS2-beprijzing. 

Huizenprijzen blijven stijgen

In 2025 stijgen de huizenprijzen met ruim 7%. De belangrijkste verklaring hiervoor zijn de hogere lonen die de leencapaciteit vergroten. Hoe meer mensen kunnen lenen, hoe meer ze kunnen bieden, dus dit drijft de huizenprijzen op. Ook het aanhoudende tekort aan woningen leidt tot hogere huizenprijzen. De leencapaciteit wordt de komende twee jaar mogelijk iets gedempt door de licht oplopende hypotheekrente. In dat geval verwachten we dat de huizenprijsgroei na 2025 wat afvlakt.

Huishoudens blijven flink sparen

Huishoudens zetten gemiddeld 5% van hun inkomen opzij, vaak voor een toekomstige woning. Dat is in veel gevallen nodig, want slechts een derde van de huishoudens heeft genoeg inkomen om een woning met alleen een hypotheek te financieren (rekening houdend met eigen geld dat nodig is voor aankoopkosten). Maar het toegenomen spaargedrag hangt ook samen met de algehele onzekerheid en het dalende consumentenvertrouwen. Bovendien is het netto beschikbaar inkomen per hoofd van de bevolking de afgelopen vijf jaar meer gestegen dan de gemiddelde prijzen. Mogelijk kunnen mensen het zich hierdoor permitteren om wat opzij te zetten. 

Arbeidsmarkt minder gespannen

Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt komen meer met elkaar in evenwicht. Het aanbod van werknemers blijft stijgen. Het aantal vacatures stijgt ook, maar iets minder. Hierdoor loopt de werkloosheid op tot 4,4% in 2027. Dat betekent dat de arbeidsmarkt minder gespannen wordt. De lonen stijgen geleidelijk minder hard, maar de loongroei blijft de komende twee jaar hoger dan de inflatie. De reële lonen nemen hierdoor toe. 

Begrotingsbuffers zijn nodig

Door de tragere economische groei dalen de belastinginkomsten. Tegelijkertijd gaan de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid omhoog. In 2025 komt het begrotingstekort dicht bij de 3%-tekortnorm en in 2026 wordt deze zelfs overschreden. Het begrotingsbeleid is scherp aan de wind. Buffers om toekomstige schokken op te vangen zijn nodig.

Belang open handel en internationale samenwerking

De scenario’s voor de invoerheffingen laten het zien: hoe meer handelsbelemmeringen, des te minder economische groei. Nederland en de EU moeten daarom blijven inzetten op multilaterale samenwerking en een sterke interne Europese markt. Dat maakt onze economie weerbaar en minder afhankelijk van andere regio’s. Daarnaast zijn toepassing van nieuwe technologieën en een goed investeringsklimaat van belang, om het groeivermogen van de economie te versterken.