Blog Nicole Stolk - Depositogarantie, de brandweer voor ons spaargeld

Het spaargeld van 23.000 spaarders dreigde in rook op te gaan, of toch niet? Gelukkig niet, want deze gedupeerde klanten waren door de Nederlandse Depositogarantie allemaal beschermd tot 100.000 euro per persoon, in totaal bijna 700 miljoen euro. Maar wie zou de brand komen blussen, spaarders hun geld teruggeven en hoe moest dat gebeuren? Als mensen niet meer bij hun geld kunnen, is er geen tijd te verliezen…

Depositogarantie in actie

Zoals brandweermannen direct langs een paal naar beneden glijden, zo kwamen ook wij binnen DNB onmiddellijk in beweging toen we formeel hoorden van het faillissement. We stelden de depositogarantie direct in werking en gingen aan de slag. Binnen een uur stond online hoe klanten hun vergoeding op konden vragen en het gehele weekend waren we telefonisch bereikbaar om zorgen weg te nemen. Enkele dagen later ontvingen spaarders een brief op de deurmat met persoonlijke informatie over de manier waarop zij hun geld terug konden krijgen. Binnen een week had de eerste groep spaarders hun vergoeding al opgevraagd en ontvangen, door simpel met hun DigiD in te loggen op ons online uitkeringssysteem. Na tien werkdagen was tachtig procent van het gegarandeerde spaargeld al uitgekeerd. Inmiddels beschikken zo goed als alle spaarders die een vergoeding hebben opgevraagd weer over hun spaargeld. Brand meester.

Samenwerken voor spaarders

Hoe konden wij dit zo snel doen? Het geheim van een snelle en betrouwbare uitkering aan spaarders zit hem in de voorbereiding. En die is minstens net zo intensief als de uitvoering. Eigenlijk is elke bank permanent bezig met plannen maken. Plannen voor als het goed gaat en plannen voor als iets misgaat. Zo zijn ook alle Nederlandse banken voorbereid op een faillissement en op  mogelijke uitkering door de Nederlandse Depositogarantie. Dit doen banken door overzichtsbestanden van betaal- en spaarrekeningen te maken. Op basis van deze bestanden kunnen wij het hele uitkeringsproces vrijwel geautomatiseerd doen. Met banken is ook afgesproken dat als er problemen dreigen, we deze bestanden vaker testen. Zo kunnen we in samenwerking met de bank sneller in actie komen zodra dat nodig is.

Oefenen, oefenen, oefenen

Doordat DNB ook toezichthouder is – en de brandveiligheid dus goed in de gaten heeft – weten we wanneer de kans op een faillissement toeneemt. Deze onderlinge informatiedeling is cruciaal. Het geeft tijd voor belangrijke zaken zoals een check van IT-systemen, de financiën (is er voldoende bluswater?), kunnen we onze draaiboeken doorspreken en zo bijzonderheden uitzoeken die per bank kunnen verschillen.

Maar bovenal is de voorbereiding een proces van oefenen, oefenen, oefenen. Vergelijk het met de brandweer op een vliegveld. In actie komen is zelden nodig, maar bij een noodgeval is het gelijk menens. De brandweer oefent om hun eigen werkwijze te leren, maar ook om die te verbeteren en te leren over nieuwe apparatuur of technieken die ingezet kunnen worden. Zo blijft het veiligheidssysteem bij de tijd, ook als het bijna nooit ingezet wordt.

Lessen trekken

Hoe sneller DNB kan uitkeren, hoe beter de consumenten zich beschermd weten door de Nederlandse Depositogarantie. En dat weer is goed voor het vertrouwen in banken. Met het faillissement van ATB is DNB voor het eerst in meer dan tien jaar weer in actie gekomen om uit te keren aan spaarders. Daarom willen we samen met de Nederlandse banken ook lessen trekken uit deze uitkering. Want al ben je nog zo goed voorbereid, er doen zich altijd verrassingen voor. Zo ontdekten we na het starten van de uitkering bij ATB dat er meer dan 20.000 zogenaamde ‘slapende rekeningen’ waren. Bankrekeningen die niet in de rapportages van de bank waren opgenomen, terwijl dat wel had gemoeten. Met een creatieve oplossing konden we gelukkig ook voor deze groep spaarders een vergoeding beschikbaar stellen. Naast dit voorbeeld zijn er nog wel meer lessen te trekken waarmee we de processen en systemen voor de Nederlandse Depositogarantie kunnen verbeteren. . Zie ons ook hier als de brandweer: we hopen dat we niet in actie hoeven te komen, maar als het nodig is willen we de situatie zo goed, zo veilig en zo snel mogelijk onder controle krijgen.