Valutarisico pakt negatief uit in eerste kwartaal 2025
Hoewel Nederlandse pensioenfondsen dus een groot deel van hun beheerd vermogen in andere valuta dan de euro beleggen, zijn hun verplichtingen in euro's, aangezien de pensioenen in euro's worden uitbetaald.
Doordat de dollar en verschillende andere valuta in het eerste kwartaal van 2025 in waarde daalden ten opzichte van de euro, nam de waarde van deze beleggingen omgerekend naar euro's af.
Dit valuta-effect was het grootst bij de Amerikaanse dollar: de verliezen door wisselkoersmutaties bedroegen hier € 24 miljard (-4%). Bij andere munteenheden bedroegen de verliezen door het valutarisico € 3 miljard (-1%). Daarbovenop waren er ook nog verliezen door dalende beurskoersen van € 11 miljard op alle beleggingen in vreemde valuta (-1,3%) en van € 16 miljard op beleggingen in Euro (-1,7%).
Volgend op het eerste kwartaal zette de daling van de Amerikaanse dollar door, met nog eens circa -4,9% per eind mei, een valuta-effect van circa € -27 miljard. Aandelenkoersen daarentegen herstelden zich. Bijvoorbeeld de toonaangevende S&P index steeg met 5,3%. Koersen van obligaties daalden. Naar schatting bedroeg de koerswinst over de beleggingen in Amerikaanse dollar circa € 14 miljard.
Pensioenfondsen beperken hun valutarisico via derivaten
Pensioenfondsen dekken een deel van het valutarisico af met behulp van derivaten. Dit zijn financiële producten die, in dit geval, tegengesteld bewegen aan de wisselkoersen. Als bijvoorbeeld de dollar in waarde daalt, stijgt de waarde van deze derivaten en compenseert zo voor een deel de verliezen.
In het eerste kwartaal van 2025 boekten pensioenfondsen op deze derivaten een winst van € 11 miljard, waarmee zij zo’n 40% van het valutaverlies compenseerden.