Er geldt een overgangsperiode tot 1 maart 2026, waarin nationale toezichthouders terughoudend zullen zijn met handhavingsmaatregelen. Na deze periode is in principe een PSD2-vergunning vereist, tenzij 1) de betreffende activiteiten zijn uitgezonderd op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) of 2) de CASP is gaan samenwerken met een betaaldienstverlener.
Een PSD2-vergunning of samenwerking met een betaaldienstverlener is in ieder geval vereist indien een CASP:
- crypto-activa overdrachtsdiensten verleent waarbij EMT’s betrokken zijn, en deze overdracht namens cliënten wordt aangeboden en uitgevoerd;
- de crypto-activa dienst van bewaren en beheren verleent waarbij EMT’s betrokken zijn, waarin de dienst en de bewaarportemonnee, gehouden door één of meerdere klanten, het verzenden en ontvangen van EMT’s van en naar derden mogelijk maakt en hierdoor functioneren als een betalingsdienst en een betaalrekening onder PSD2.
De volgende activiteiten vallen uitdrukkelijk niet onder PSD2:
- de omwisseling van crypto-activa tegen geld (inclusief EMT’s);
- de omwisseling van crypto-activa tegen andere crypto-activa;
- de bemiddeling bij de aankoop van crypto-activa met gebruik van EMT’s.
Wij raden aan tijdig te beoordelen of uw activiteiten kwalificeren als betaaldiensten waarvoor een vergunning vereist is, aangezien vergunningstrajecten doorgaans langdurig zijn. Indien dit het geval is, adviseren wij contact op te nemen met markttoegang@dnb.nl voor meer informatie over de vergunningsprocedure voor CASP’s en te informeren naar de mogelijkheid om reeds ingediende informatie in het kader van de MiCAR-aanvraag opnieuw te gebruiken, wat herindiening van dezelfde gegevens kan beperken of voorkomen.